In contacten met ROC's valt me meer en meer op dat de aandacht voor de loopbaan van de leerling fors is toegenomen. Elk ROC heeft een loopbaancentrum of is dit aan het inrichten. Tegelijkertijd valt ook op dat de aandacht sterk persoonsgericht is en dat er weinig oog is voor de schoolinterne en - externe omgeving waarvan bekend is dat deze veel invloed heeft op de feitelijke loopbaanontwikkeling. Er mag dan ook worden gezegd dat de huidige invulling van loopbaanleren de problematiek te zeer individualiseert en daarom zorgt voor een onvoldoende invulling van de maatschappelijke functie van ROC's. Deze scholen zouden geen loopbaancentrum moeten willen hebben, maar wel zijn. In dit artikel pleit ik voor een geïntegreerde benadering van de loopbaan van mbo'ers waarin zowel een individuele als institutionele optiek een plaats hebben bij het bekijken welke actoren en factoren een stimulerende dan wel remmende invloed hebben in de opleiding tot, sorry, leren van vakmanschap. Een beroepentheoretisch perspectief biedt volgens mij houvast voor deze benadering. Ik werk nader uit wat onder talentvol vakmanschap moet worden verstaan en hoe je het leren hiervan zo kunt organiseren dat een ROC in samenwerking met bedrijven en instellingen zorgdraagt voor goede loopbaanontwikkeling. Talentvol vakmanschap komt ,kort gezegd, erop neer dat niet allerlei eisen van buiten maar het eigen talent van de leerling de basis horen te vormen voor het verrichten van beroepsprestaties. Er wordt zo een band gelegd tussen interne en externe eisen die voor het beroepsonderwijs ongebruikelijk is. Het leren van dit vakmanschap verschilt nogal van het vakmanschap waarop nu meestal wordt gekoerst. ROC's die als loopbaancentrum willen gaan functioneren, zullen dan ook veel werk moeten verzetten voordat ze zover zijn. Hier staat wel fors wat tegenover, nl. middelbaar beroepsonderwijs waarop studenten, docenten, management en omgeving trots kunnen zijn.
DOCUMENT
Ieder kind is in principe talentvol, mits als talentvol benaderd. Om het potentieel om te kunnen ontwikkelen aan te spreken, is het belangrijk dat professionals die werkzaam zijn in het onderwijs (leerkrachten, onderwijsassistenten, zorgverleners, etc.) oog hebben voor tekenen van talentvol gedrag, bijvoorbeeld enthousiasme, nieuwsgierigheid, exploratiegedrag, diepte van verwerking, creatief denken en het ontlokken van steun aan de omgeving.
LINK
In workshops digitaal componeren lijken basisschoolleerlingen de muzikale taal te kunnen leren gebruiken en daarmee hun muzikale creativiteit te kunnen ontwikkelen. Daarnaast lijken ze bij het componeren op de tablet ook op een intuïtieve manier gevoeligheid voor de onderliggende structuren in muziek te kunnen ontwikkelen. Dit ontwikkelingsproces vindt plaats in de interactie tussen workshopleider, muzikale taak en leerlingen. Het verlenen van autonomie, van speelruimte om zelf te mogen bedenken, kiezen en creëren, lijkt daarbij een belangrijke rol te spelen. Workshopleiders deden dit in de workshops door ruimte te bieden voor muzikale expressie en creatie, en door vragen te stellen. Naast ruimte boden workshopleiders de leerlingen adaptieve ondersteuning (scaffolding) en structuur. Workshopleiders leken daarbij gebruik te maken van door ervaring ontwikkelde ‘pedagogical content knowledge’ en een eigen creatieve pedagogische stijl.In het kader van promotieonderzoek naar creativiteitsontwikkeling in muzieklessen op de basisschool heeft explorerend onderzoek plaatsgevonden naar de interactie in workshops digitaal componeren. De uitkomsten worden gebruikt voor de ontwikkeling van een coachingstraject voor leerkrachten basisonderwijs gericht op het stimuleren van creativiteitsontwikkeling in de muziekles.
DOCUMENT
Bundel bij het achtjarig bestaan van het lectoraat Integraal Jeugdbeleid. Overzicht van a) de opbrengsten b) toelichting op de onderzoeksthema’s Leren & Gedrag, Kind, Taal & Ontwikkeling; toekomstig talent, leefwerelden verbinden en Gezonde & Actieve leefstijl. c) prikkelende columns van onderzoekers en lectoren.
DOCUMENT
Introductie in Kunstzone, het vaktijdschrift voor cultuureducatie, op het onderzoeksprogramma Curious Minds - Kunsteducatie.
DOCUMENT
Dit artikel richt zich op het formuleren van een visie op het gebied van diversiteit in gedrag en talentontwikkeling.Hoe de school een visie kan ontwikkelen en bijhouden, wordt toegelicht aan de hand van een concreet voorbeeldvan een dagelijkse situatie in de groep. Dit voorbeeld gaat over leerkracht Joep en leerlingen Zarah en Joke (sectie 1).De centrale vraag in het artikel is:Hoe kan een schoolbrede visie worden opgesteld waarbij leerkrachten worden ondersteund om talentgericht te werken met alle leerlingen?In de tweede sectie wordt ingegaan op wat diversiteit is en wat de samenhang is met inclusie en met het opzetten van een talentgerichte bril in het handelen in de klas enop school. In sectie 3 wordt de achterliggende theorie (een model over leren en ontwikkeling) besproken. Daarbij komen drie pijlers naar voren: 1. Uitgaan van diversiteit, 2. Kijken en handelen en 3. Werken aan een positieve spiraal. In sectie 4 worden drie stellingen gepresenteerd, die gebaseerd zijn op de drie theoretische pijlers. Ze zijn bruikbaar om samen met het schoolteam te werken aan een visie. Ze zijn de basis voor een aantal concrete handvatten die voor het werken in de eigen groep als leerkracht kunnen worden gebruiken (beschreven insectie 5, praktische handvatten). Deze handvatten zijn ook bruikbaar voor het werken in het schoolteam en in relatie met ouders en andere professionals.Het artikel draagt hiermee hopelijk bij aan het werken vanuit een visie op diversiteit in gedrag en talentontwikkeling, waarbij de school samen de schouders zet onder het bieden van kansen voor alle leerlingen.
LINK
In dit artikel leggen we de nadruk op het belang van het begrijpen van gedrag vanuit het perspectief van leerlingen met kenmerken van autisme. Door het dynamische karakter van ontwikkeling te benadrukken, wordt de focus verlegd van de diagnose van de leerling naar het interpreteren van gedrag vanuit de perceptie en ervaringen van de leerling zelf. Centraal in dit artikel staat: Hoe kan de leerkracht leerlingen met kenmerken van autisme talentgericht ondersteunen? Het doel is enerzijds om de lezer te inspireren om te kijken vanuit de ogen van de leerlingen. Anderzijds beogen we de lezer een aantal inzichten te geven in hoe de begeleiding van de leerling meer passend gemaakt kan worden. Door talentgericht te kijken en te handelen kunnen deze leerlingen gaan sprankelen en tot ontwikkeling komen. We gaan in op gedragingen die leerlingen met autisme kunnen vertonen in verschillende contexten. We moedigen leerkrachten aan om door de ogen van de leerling te kijken en begrip te hebben voor de basisbehoeftes. Door het bieden van structuur, ruimte en flexibele ondersteuning, kunnenleerkrachten hun onderwijs ook daadwerkelijk afstemmen op de behoeftes van leerlingen. Tot slot benadrukken we het belang van interprofessioneel samenwerken. Dit biedt mogelijkheden om het onderwijszorgaanbod voor leerlingen met autisme te verbeteren en inclusiever onderwijs te realiseren.
LINK
1e alinea column: Life happens to you while you are busy making other plans, J. Lennon Hoe komen succesvolle innovaties in de internettijd tot stand? Toeval, geluk, reputatie en timing blijven een rol spelen, maar social media en 24*7 wereldwijd verbonden maken het spel wel anders dan vroeger.
LINK
Nederlands is als sportland groot geworden door zijn verenigingen. Meer dan 20.000 sportverenigingen maken dat miljoenen Nederlanders gaan en blijven sporten, en elkaar op het veld of in de zaal ontmoeten en leren kennen. De honderdduizenden betrokken vrijwilligers hebben een imposante sportinfrastructuur opgebouwd, waarvan de historie in voorkomende gevallen meer dan honderd jaar terug gaat. Internationaal behoort Nederland daarmee tot de absolute wereldtop.
DOCUMENT
Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en onderzoekend, maar hoe haal je het beste uit een kind? Recente (inter)nationale studies wijzen uit dat leerprocessen dynamisch van aard zijn; leren komt in interactie tot stand en de uitkomst is niet voorspelbaar. Een statische opvatting over talent of ontwikkeling, zoals “je hebt een wiskunde knobbel”, blijkt niet langer houdbaar. Wat is talent? Hoe stimuleer ik het? Hoe ga ik om met diversiteit? Centrale vragen die aan de orde komen in dit brede, vakoverstijgende handboek. Vanuit een vernieuwende dynamische visie op talentontwikkeling leert het je met andere ogen te kijken naar kinderen en het maximale uit alle leerlingen te halen. Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool introduceert een procestheorie die praktische handvatten biedt voor het herkennen en stimuleren van talentvol gedrag. In deze theorie wordt uitgelegd hoe alle kinderen binnen hun eigen mogelijkheden kunnen excelleren. Het boek gaat in op vijf principes van talentontwikkeling en de rol van de leerkracht in de talentdriehoek – de interactie tussen leerkracht, leerling en leeromgeving. De ondersteunende website bevat opdrachten en links naar verdiepende bronnen en filmpjes. Voor docenten zijn er Powerpoints en een docentenhandleiding beschikbaar.Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool is bedoeld voor (aankomende) leerkrachten, en is ook interessant voor alle andere professionals in het basisonderwijs.
DOCUMENT