Niet klein en fijn, maar groot en goedkoop is volgens Martien Visser nodig voor een succesvolle energietransitie.
LINK
Hoofdstuk 2 in Klinisch redeneren voor verpleegkundigen L. van Straalen & M. Schuurmans (redactie) Het boek geeft inzicht in het klinisch redeneerproces van de verpleegkundige, en helpt de verpleegkundige bij het kritisch leren gebruiken van verschillende soorten kennis in specifieke patiëntsituaties. Dit boek legt uit waarom het belangrijk is dat zowel studenten als verpleegkundigen aandacht besteden aan klinisch redeneren. Klinisch redeneren voor verpleegkundigen beschrijft hoe je klinisch redeneren kan leren en toepassen en hoe je daarbij gebruik maakt van kennis, ervaring en reflectie. Klinisch redeneren voor verpleegkundigen laat ook zien hoe je van gegevens tot een probleemstelling en interventies komt en waarom standaard diagnoses niet altijd passen. Als laatste gaat klinisch redeneren voor verpleegkundigen in op de relatie tussen indirecte zorg en klinisch redeneren. Ook het belang van continue professionele ontwikkeling voor het klinisch redeneren komt aan de orde
LINK
Hoofdstuk over professionalisering van de samenwerking tussen onderwijs en sport binnen het bewegingsonderwijs. Gepubliceerd in 'Onderwijs in bewegen, basisthema´s bewegingsonderwijs en sport op school' van Stegenman, Brouwer en Mooij.
LINK
Diëtisten en mondhygiënisten hebben de HAN en de HU benaderd met de vraag hen te helpen bij het tijdig signaleren van problemen op het raakvlak mondgezondheid en voeding. Veel thuiswonende ouderen ervaren problemen met mondgezondheid en voedingsinname. Er is samenhang tussen beide problemen; bijv. pijn bij het kauwen kan leiden tot slechte voedingsinname. Tijdige signalering en aanpak van problemen t.a.v. voeding of mondgezondheid dragen bij aan betere kwaliteit van leven van ouderen en aan betere zorg. Mondhygiënisten en diëtisten zijn zich bewust van de samenhang tussen voeding en mondgezondheid, maar herkennen onvoldoende wanneer doorverwijzing naar de andere discipline wenselijk is en welke informatie deze discipline dan nodig heeft. In een consortium van praktijken van mondhygiënisten en diëtisten en betreffende beroepsverenigingen wordt daarom onderzocht welke vragen mondhygiënisten kunnen stellen aan patiënten om risico’s en/of problemen op het terrein van voedingsinname in kaart te brengen en welke vragen diëtisten kunnen stellen aan patiënten om risico’s en/of problemen met mondgezondheid te signaleren. Hiertoe worden risicofactoren voor slechte mondgezondheid in relatie tot voeding en vice versa in kaart gebracht (wp1), worden vragenlijsten ontwikkeld die de mondhygiënist en de diëtist kunnen toepassen om risico’s te identificeren (wp2), wordt dezelfde vragenlijst landelijk uitgezet om inzicht te krijgen in de prevalentie van risicofactoren op het kruispunt van voedingsproblemen en mondgezondheid (wp3) en wordt middels focusgroepen en interviews onderzocht hoe optimale samenwerking er uit ziet tussen mondhygiënisten en diëtisten en tussen mondhygiënisten/diëtisten en andere zorgprofessionals en hoe optimale zorg rond voeding en mondzorg er volgens ouderen uit zou moeten zien (wp4). Het project sluit af met een symposium (wp5). In dit onderzoek combineren HAN en HU complementaire disciplines: Voeding & Diëtetiek (HAN) en Mondzorgkunde (HU). Resultaten worden gedissemineerd via kanalen zoals het Netwerk Voeding en Mondgezondheid, de beroepsverenigingen van mondhygiënisten en diëtisten en de Stuurgroep Ondervoeding.
De zeven Nederlandse onderwijsinstellingen voor mondzorg- en tandheelkunde hebben hun krachten gebundeld in ORANGEHealth. Deze zeven partners zijn initiatiefnemers van een meerjarig programma waarin zij samen met publieke en private partijen de toekomst van (mond)zorg en (mond)gezondheid vormgeven, met speciale aandacht voor preventie, de juiste zorg op de juiste plek, interprofessionele samenwerking en aandacht voor kwetsbare groepen. Orange FORCE is een kickstart project van het consortium Orange Health en richt zich op de (mond)gezondheid van ouderen.
In het PRIMa mond CARE project wordt onderzocht in hoeverre de mondgezondheid bijdraagt aan de voorspelling van kwetsbaarheid bij thuiswondende ouderen.Doel Het doel van het PRIMa mond CARE project is te onderzoeken in hoeverre mondgezondheid bijdraagt aan de voorspelling van kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen. Resultaten Voor het onderzoek zijn 1202 ouderen geïncludeerd, waarvan 45% mannen. De gemiddelde leeftijd van de participanten was 73 jaar. De eerste resultaten laten verbanden zien tussen kwetsbaarheid en onderstaande gezondheidsfactoren: • het bezoeken van de tandarts voor een spoedconsult; • het ervaren van ongemakken in de mond; • het aanpassen van de voeding als gevolg van ongemakken in de mond en • het dragen van een gebitsprothese. De volgende artikelen over dit onderzoek zijn inmiddels gepubliceerd: 'Probing problems and priorities in oral health among community dwelling elderly in the Netherlands' in het International Journal of Health Sciences and Research. In het International Journal of Health Services is het artikel 'Needs in Sevice Provision for Older People: An comparison Between Greater Manchester (United Kingdom) and Utrecht (the Netherlands)' gepubliceerd. Recentelijk verscheen ‘’Measurement properties of oral health assessments for non-dental professionals in older people: a systematic review’’ in het BMC Geriatrics. Looptijd 01 november 2016 - 01 juli 2020 Aanpak De huisarts brengt met een softwareprogramma genaamd ‘’U-PRIM’’ de groep potentieel kwetsbare ouderen in kaart. De mensen uit deze screening komen in fase twee: U-CARE. Zij ontvangen een vragenlijst: de Groningen Frailty Indicator. Met de uitkomsten van de vragenlijsten worden de domeinen van kwetsbaarheid gedefinieerd. Deze mensen krijgen huisbezoek van een praktijkverpleegkundige die een zorgplan op maat maakt. De verpleegkundige screent tijdens dit bezoek de oudere ook op mondgezondheidsproblemen, naast de algemene gezondheidscontrole. Daarnaast zijn de gegevens uit het tandartsenbestand gekoppeld aan de gegevens van de huisarts. Ook zijn twee vragen over mondgezondheid toegevoegd aan de Groningen Frailty Indicator. Aan de deelnemers van het onderzoek is toestemming gevraagd om de tandartsgegevens op te vragen bij de tandarts en deze te koppelen aan de huisartsgegevens. Daarnaast zijn alle gegevens anoniem verwerkt.