Wijkteams jeugd en gezin vormen de spil van de nieuwe gemeentelijke jeugdzorg. Hoe werken en ontwikkelen deze teams zich? Deze praktijk is door middel van interviews en participerende observatie in Amsterdam in kaart gebracht. Drie centrale leerprincipes komen in dit artikel aan de orde: leren als teamleren; leren in dialoog; en leren van (zelf)monitoring. Het onderzoek wijst op een verandering in het veld van zorg en welzijn: van regelgestuurd naar waardegericht werken en leren. Niet regels en protocollen met betrekking tot handelen staan daarin centraal, maar de vraag wat met de zorg en steun wordt gerealiseerd voor cliënten.
LINK
Veel organisaties in met name de publieke sector kampen met bureaucratie, medewerkers die hun passie kwijt zijn en cliënten of burgers die zich een nummer voelen. Hoe kan een organisatie de bedoeling centraal stellen en weer wendbaar worden, waardoor zij weer oog krijgt voor de mensen die zij bedient? Hoe kan een organisatie voor sterke teams, coachend leiderschap en betekenisvol werk zorgen en het werkplezier van medewerkers vergroten? Een 'bottom-up'-aanpak van integrale organisatievernieuwing leidt in de praktijk tot goede resultatenDoel In dit ontwerpgerichte onderzoek wordt op participatieve wijze gewerkt aan een organisatieontwerp waarin de klant centraal staat en teams de bouwsteen vormen van de organisatie. Middels een methodiek ontwikkeld door het lectoraat werken professionals zelf aan het ontwerp van deze platte en eenvoudige organisatie en geven vorm aan hun teams waarin hun professionele autonomie groot is. Er wordt gekeken naar de aanpassingen van de organisatie die nodig zijn om teams te versterken, zoals een passende besturingsfilosofie, coachend leiderschap, ondersteunende diensten en systemen. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Zelforganisatietool De door het lectoraat ontwikkelde zelforganisatietool biedt inzicht in de teamvorming en teamontwikkeling en geeft teams en hun leidinggevenden handvatten voor hun ontwikkelpad. Afstudeeratelier Organiseren van waardig werk Studenten van het Institute for People & Business die bezig zijn met hun afstudeeronderzoek rondom het thema Ontwerpen & Veranderen van organisaties vormen tezamen een afstudeeratelier. Zij verdiepen aan de hand van expertcolleges hun kennis en maken de kennis die zij opdoen vervolgens overdraagbaar naar andere organisaties en het onderwijs door de resultaten van hun onderzoek te delen. Aanpak De ontwerp- en verandermethodiek die in het praktijkgericht onderzoek wordt toegepast, is gebaseerd op een experiment in de ouderenzorg. De aanpak staat beschreven in de handreiking ‘Sociale innovatie in de ouderenzorg: samenwerken aan goede zorg, op reis met de client als kompas’ (Handreiking Sociale Innovatie). In dit artikel (Artikel Organisatieverandering van onderop) worden de resultaten van dit experiment toegelicht. Deze ontwerp- en verandermethode is vervolgens in diverse organisaties toegepast (Edward Lawler – High-Involvement Management). Momenteel wordt een soortgelijke participatieve methode ontwikkeld voor, en toegepast in het hoger onderwijs (https://www.hu.nl/onderzoek/projecten/naar-een-teamgerichte-organisatie). Onderwijsteams binnen de HU gebruiken de aanpak om zelforganiserend te worden en een teamgerichte organisatie te bouwen. Er wordt gelijktijdig onderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in de verbetering van het organisatieontwerp, in de ontwikkeling van het zelforganiserend vermogen van teams en wat de lessons learned zijn ten behoeve van een handreiking voor het ontwerpen van een teamgerichte organisatie in het hoger onderwijs.
In De Haagse Hogeschool werken de lectoraten vanuit faculteiten, dicht bij het onderwijs, nauw samen in zeven kenniscentra. Deze kenniscentra zijn de verbinding tussen de regio, met zijn actuele thema’s (vaak gelinkt aan het missiegedreven innovatiebeleid van de overheid) en het onderwijs en onderzoek van de Haagse Hogeschool. De zeven kenniscentra van De Haagse Hogeschool zijn: Cybersecurity, Digital Operations & Finance, Global & Inclusive Learning, Global Governance, Health Innovation, Governance of Urban Transitions & Mission Zero. Deze kenniscentra zijn in opstartende fase en worden ondersteund door centrale diensten. De Haagse Hogeschool kiest voor versterking van de onderzoeksinfrastructuur die centraal staat in de kenniscentra: ‘de Haagse Labs’. Praktijkgericht onderzoek vindt in deze omgevingen plaats als een vervlechting van onderwijs (studenten en docenten), onderzoek, het werkveld en maatschappelijke partners. Sommige labs hebben een tijdelijk karakter, andere, zoals de hogeschool zelf, zijn continu een omgeving waarbinnen onderzoek gedaan wordt. De Haagse Labs zijn bij uitstek de plek waarin nauw samengewerkt wordt met andere hogescholen of kennisinstellingen (veelal zijn ze ontstaan uit een samenwerking zoals The Green Village, of het Basalt SmartLab). De keuze voor de Haagse Labs geeft verdieping aan regionale samenwerkingen en bijbehorende speerpunten. De huidige, meer informele inrichting, kan met behulp van Impuls 2020, verder structuur krijgen, leiden tot een betere kennisdeling tussen de kenniscentra heen en de regionale netwerkvorming versterken. Naast het formaliseren van ‘de Haagse Labs’ zetten we in op zichtbaarheid van de Hogeschool in de regio door te investeren in communicatie (denk bijvoorbeeld aan het opzetten van podcasts, en digitale middelen in Corona-tijd). Die profilering van ons onderzoek wordt verder ondersteunt door een traject rond visievorming en strategische positionering. De kenniscentra zullen begeleid worden om einde 2021 een visie te ontwikkelen met bijbehorende acties om de rol van de hogeschool in de regio te versterken.
De sectoren zorg en techniek staan onder invloed van snelle technologische en maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de veranderende kijk op zorg en de Coronacrisis. Dat vraagt om wendbaarheid van (aanstaande) professionals. Daarom zien we in deze sectoren een fors stijgend aantal samenwerkingen tussen het middelbaar en hoger beroepsonderwijs en het werkveld in de vorm van leerwerkomgevingen. In deze leerwerkomgevingen wordt samengewerkt om een betere verbindingen te leggen tussen leren, werken en innoveren. Bij deze samenwerkingen zijn meerdere organisaties betrokken. Samenwerkingen hebben een interorganisationeel, interprofessioneel en fluïde karakter, dat door (aankomende) professionals als een uitdaging wordt ervaren. In dit onderzoek staat cross-boundary teaming in leerwerkomgevingen gericht op wendbaarheid centraal. Cross-boundary teaming wordt gezien als de manier waarop een team over de grenzen van meerdere organisaties heen samenwerkt. Het doel van dit project is om beter te begrijpen hoe cross-boundary teaming er in de praktijk uit kan zien en zicht te krijgen op de concrete mogelijkheden om cross-boundary teaming te versterken. De centrale onderzoeksvraag luidt: Hoe ziet cross-boundary teaming in leerwerkomgevingen gericht op wendbaarheid eruit en hoe kan die worden versterkt? Het consortium bestaat uit twee kennisinstellingen en vier praktijklocaties, met structurele inbreng van twee denktanks. Op de vier praktijklocaties werken mbo of hbo nauw samen met zorginstellingen of technische industrie in leerwerkomgevingen gericht op wendbaarheid. De opgave is om vanuit de bestaande samenwerking tot verdere teamontwikkeling te komen. Complicerende factor voor teamontwikkeling is dat het niet gaat om vaststaande, vastomlijnde teams, maar om meer flexibele samenwerkingsstructuren tussen betrokken docenten, bedrijfs- en instellingspartners en ook studenten. Door de inzichten over effectieve teams te combineren met kennis over leerwerkomgevingen en wendbaarheid van (aanstaande) professionals, beogen we robuuste vormen van cross-boundary teaming te identificeren en onderzoeken we samen hoe vormen van cross-boundary teaming kunnen worden versterkt en welke praktische handvatten hiervoor nodig zijn