Nieuw-Zeelandse spinazie is een kansrijk gewas voor de teelt op brak (grond)water of op verzilte gronden. Deze teelthandleiding bevat informatie voor telers die geïnteresseerd zijn om met het gewas aan de slag te gaan. Nieuw-Zeelandse spinazie, zilte teelt, proeftuin, landbouw meerdere smaken
DOCUMENT
Sopropo wordt ook wel bitter gourd, balsempeer, karela of bittermeloen genoemd en is lid van de komkommerfamilie (Cucurbitaceae). Het is een eenhuizige, eenjarige, snelgroeiende en kruidachtige klimplant. De gerimpelde vrucht van de bitter gourd wordt in Azië, Oost-Afrika, Zuid-Amerika en India geconsumeerd als groente en medicijn. Alhoewel de sopropo nog niet bekend is in de Nederlandse keuken, kan dit zeker een aanwinst zijn in de huidige trend om voeding te gebruiken als medicijn. Het doel van deze teelthandleiding van sopropo is het toegankelijk maken van deze teelt voor Nederlandse telers en op deze wijze te kunnen voldoen aan de marktvraag. Daarnaast heeft deze teelthandleiding als doel inzicht te geven in de gestandaardiseerde productie van de medicinale inhoudsstoffen in de vrucht.
DOCUMENT
Uitspoeling van nutriënten uit landbouwpolders heeft een negatieve invloed op de waterkwaliteit in de Friese boezem. Deze diffuse bron levert een aanzienlijk deel van de nutriëntenbelasting op de Friese boezem. Mede hierdoor heeft Wetterskip Fryslân grote moeite de door haar gestelde doelen voor de Kaderrichtlijn Water te realiseren. Dit rapport beschrijft de uitkomsten van een theoretische verkenning van de (on)mogelijkheid om deze nutriëntenstroom af te vangen in zuiverende moerassen. Voor deze moerassen gaan we uit van gewassen die ook interessant zijn voor hun biomassaproductie, zodat de nutriënten na te zijn omgezet in biomassa weer terug kunnen worden gebracht in de agrarische productieketen, of als apart product kunnen worden vermarkt.
DOCUMENT
Deze presentatie is ontwikkeld op verzoek van Delphy voor een workshop tijdens de landelijke informatiebijeenkomst pioenroos. In deze presentatie schets ik op basis van literatuuronderzoek een beeld van de problemen met Phytophthora cactorum in de pioenrozenteelt. Na een kort historisch overzicht worden de kenmerken en omstandigheden van deze oömyceet toegelicht. Vervolgens worden de levenswijze en de symptomen toegelicht en de mogelijkheid om zede ziekten met andere problemen te verwarren. Aan het eind van de presentatie verken ik de mogelijkheden om via een weerbaar teeltsysteem de problemen emt Phytophthora te verminderen.
MULTIFILE
Nederland is de haver vergeten. Dat betoogt akkerbouwer Bianca van der Bos (40) uit Damwâld. Met haar project HaVerHaal hoopt ze haver uit de vergetelheid te halen en producenten en verwerkers opnieuw enthousiast te maken over degraansoort.Om de graansoort uit de vergetelheid te halen is ze twee jaar geleden met voedselketenspecialist Janco Heida, wetenschapper op het gebied van voeding Anouk Willems en Hogeschool Van Hall Larenstein het project HaVerHaal begonnen.Net voor het inzaaien van de tweede partij haver, in het voorjaar van 2023, startte het onderzoek aan Hogeschool Van Hall Larenstein. Van der Bos wilde een wetenschappelijke onderbouwing voor haar verhaal, en lector eiwittransitie Martina Sura van Van Hall Larenstein wilde haar studenten laten kennismaken met de praktijk van gezonde voeding.
LINK
“Nederlandse tuinders moeten zich gaan onderscheiden op kwaliteit, tegen de bulk uit Spanje valt niet te concurreren.” Inholland-lector Duurzame Verbindingen Olaf van Kooten brengt onderzoekers en telers samen om van elkaar te leren om zo de concurrentieslag te winnen. “Om dat voor elkaar te krijgen heb je tovenaars nodig.”
DOCUMENT
Waterlinzen is een ondergewaardeerd gewas. Ondanks dat het al sinds jaar en dag als “watereitjes”op het menu staat in Zuidoost Azië en ondanks dat de FAO in haar rapporten regelmatig heeft gewezen op de potentie van waterlinzen als hoogwaardig en voedzaam eiwitgewas, is de teelt en het gebruik hiervan in het dieet voor mens en dier in Europa nooit echt van de grond gekomen. Dat is jammer, omdat waterlinzen met een opbrengst (onder Nederlandse omstandigheden) van 20 ton droge stof per hectare en een eiwitgehalte van tot 30 à 40% per hectare per jaar bijna 10 x zoveel eiwit oplevert als soja, het nu meest bekende eiwitgewas. En dat terwijl we in Europa, maar zeker ook in de rest van de wereld, een sterk groeiende marktvraag naar (plantaardig) eiwit zien. Dit boekje geeft als aanloop op een bredere (her)introductie van dit gewas alvast een aantal heerlijke recepten op basis van waterlinzen, inclusief een handleiding om waterlinzen voor eigen gebruik op een voedselveilige manier te telen.
DOCUMENT
Bij het klimaatrobuust inrichten van een beekdallandschap ontstaan er plaatsen waar agrarische percelen natter worden. Op deze percelen is dan een andere bedrijfsvoering nodig. Natte landbouw (paludicultuur) kan een oplossing bieden waar zowel de agrariër als de natuur een voordeel hebben. Uit dit onderzoek blijkt dat er veel soorten natte teelten geschikt zijn. Lisdodde heeft de meeste potentie om een rendabele teelt te worden vanwege de teeltmogelijkheden en groeiende afzetmarkt. Er komen steeds nieuwe toepassingen op de markt, zoals de verwerking tot duurzame, veenvrije potgrond. De business case voor lisdodde is nu nog niet sluitend. Teelt wordt rendabeler als de markt volwassener wordt en ecosysteemdiensten worden beloond. Hoe de biodiversiteit versterkt kan worden met een slimme landschappelijke inpassing van natte teelten wordt momenteel nog onderzocht. Zo kunnen in de toekomst landbouw en natuur nog meer baat hebben bij een klimaatrobuuste water- en landinrichting.
DOCUMENT
Dit artikel gaat over de mogelijke introductie van micro-aardappelen, ofwel microtubers, op de Europese markt en de uitdagingen met betrekking tot alkaloïden. Aardappelen zijn wereldwijd essentieel voor voedselzekerheid, maar microtubers, kleine aardappelknollen, blijven relatief onbekend. Nederlandse producenten overwegen deze kleine knollen te gebruiken voor voedselproducten, maar de aanwezigheid van alkaloïden is een belangrijk aandachtspunt. Alkaloïden zijn natuurlijke stikstofhoudende verbindingen die in veel planten voorkomen, waaronder aardappelen (Solanum tuberosum L.). Sommige alkaloïden, zoals solanine en chaconine, kunnen schadelijk zijn bij inname in grote hoeveelheden, terwijl andere gunstige effecten kunnen hebben, zoals antioxidanten-eigenschappen. De regulering en etikettering van alkaloïden in voedsel variëren, wat de uitdagingen voor producenten benadrukt. Hoewel er interesse lijkt te zijn in microtubers in de Europese fine dining sector, zijn er momenteel weinig aanwijzingen voor een aanzienlijke markt voor consumptie van deze kleine aardappelen in Europa. In Oost-Aziatische landen worden microtubers voornamelijk gebruikt als pootgoed, wat de huidige beperkte kennis over het marktpotentieel in Europa benadrukt. Dit artikel benadrukt het belang van zorgvuldige teeltpraktijken en marktonderzoek voordat er grootschalige investeringen worden gedaan in de commerciële teelt van microtubers voor consumptie in Europa. De wetgeving met betrekking tot alkaloïden is momenteel nog niet concreet, en verder onderzoek is nodig om de gezondheidseffecten en mogelijke risico's beter te begrijpen. Samengevat, dit artikel biedt inzichten in de potentie van microtubers op de Europese markt, waarbij rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van alkaloïden en hun impact op gezondheid en voeding. Het stimuleert producenten en onderzoekers om de mogelijkheden van microtubers verder te verkennen en te benutten.
DOCUMENT
Het project van Aeres Hogeschool Dronten heeft als doel om via het delen en analyseren van telersdata binnen een groep van dertien telers te komen tot nieuwe inzichten, betere bedrijfsvoering en efficiëntere ketens, gericht op economische en ecologische duurzaamheid. Hiervoor wordt een data-infrastructuur gerealiseerd waarmee telers gefaciliteerd worden in het verzamelen, delen en analyseren van data en toegang krijgen tot complexere analyse technieken. Het project beoogt een groep telers op te leiden om de infrastructuur en tools te gebruiken en gezamenlijk data te delen en te analyseren om de teelt te verbeteren. Aan het einde van het project worden concrete verbeteringen verwacht op het gebied van input en opbrengst in de aardappelteelt.Het project richtte zich op het onderzoeken van hoe data van agrarische ondernemers in Flevoland gebruikt en gedeeld kan worden om economische en ecologische verbeteringen te bereiken. De landbouwsector verzamelt steeds meer gegevens over variabelen die de groei en bewaring van gewassen beïnvloeden, waarmee de benadering van landbouw verduurzaamd kan worden. Echter, het gebruik van data staat nog in de kinderschoenen en beslissingen worden vaak genomen op basis van advisering van externe commerciële partijen. Het delen van data is ook nog gevoelige materie. Het project wil deze drempels verlagen door telers meer data onderling te laten uitwisselen en met partners in de keten.De data-infrastructuur wordt gerealiseerd voor een groep van 15-20 telers die bereid zijn teelt- en/of bewaarsturing te doen op basis van beschikbare object-specifieke en actuele data. De data kunnen met elkaar gedeeld worden en zo kunnen de bedrijven verbeterd worden. De telers krijgen via de infrastructuur toegang tot complexere analyse technieken. Het project is opgedeeld in drie groepen op basis van locatie in de provincie: een groep telers rond een pilot bedrijf in Dronten, een groep rond een pilot bedrijf in Swifterbant en een groep in de NOP.De drie pilot bedrijven hebben aan het begin van het project een inventarisatie gedaan op basis van een door Aeres opgestelde vragenlijst om inzicht te krijgen in de minimale beschikbare data voor deelname aan het project. De meeste gevraagde data zijn reeds beschikbaar, behalve bij het pilot bedrijf in de NOP. De ontbrekende data kunnen worden opgevraagd bij lokale weerstations of in het project door projectpartners worden gerealiseerd.In de agrarische sector komt het vaak voor dat er ontbrekende data zijn over de factoren die bijdragen aan mislukkingen in de precisielandbouw. Dit komt doordat er vaak wordt gedacht in termen van wat wel werkt, in plaats van wat niet werkt. Een manier om dit tegen te gaan is door bewust te zijn van de ontbrekende data en deze proactief op te zoeken. Dit kan bijvoorbeeld door onderzoek te doen naar de milieu-impact van landbouw.Door dit project is beter inzicht verkregen in de effectiviteit van inputs alsmede met betrekking tot de impact op de omgeving. De volgende verbeteringen zijn gerealiseerd:• Beter inzicht in timing van teelthandelingen waardoor de bodem wordt ontzien.• Beter inzicht in effecten van teeltrotaties waardoor gekozen kan worden voor rotaties met minder impact en toch goede financiële resultaten behaald worden.• Door vergelijking kan er effectiever omgegaan worden met inputs zoals mest en gewasbeschermingsmiddelen waardoor naast minder gebruik ook minder af- en uitspoeling zal plaatsvinden.• Door effectiever gebruik van inputs zal per kg geproduceerde aardappelen minder oppervlakte, energie en chemie nodig zijn.Trefwoorden: digitalisering boerenbedrijf, data, pop3, databoeren, precisielandbouw RVO zaaknummer: 17717000042
DOCUMENT