In de openbare les van mijn collega lector Raymond Pieters, is het domein van het lectoraat ‘Innovative Testing in Life Sciences & Chemistry’ toegelicht. Kort samengevat richt dit lectoraat zich op de ontwikkeling en toepassing van innovatieve teststrategieën om geneesmiddelen, voedingsmiddelen of chemicaliën (stoffen) te beoordelen op hun werkzaamheid (effectiviteit) en veiligheid. De nadruk ligt op de ontwikkeling van snelle, kosteneffectieve testmethoden die een relevante voorspelling van effecten op de gezondheid van de mens en het milieu opleveren én waarbij geen of minder proefdieren worden gebruikt. In mijn les zal ik u laten zien waar proefdieren voor gebruikt worden. Hierbij zal ik mij voornamelijk richten op de Nederlandse situatie. Ik zal ingaan op de wetenschappelijke en maatschappelijke wens om minder proefdieren te gebruiken en op de vraag wat we verstaan onder ‘alternatieven voor dierproeven’. Daarna zal ik bespreken waarom er in Nederland en Europa recentelijk meer aandacht is voor dit onderwerp. Het overzicht zal niet uitputtend zijn, maar zal u een goede indruk geven van het landschap. Ook zal ik stil staan bij de vraag: Waarom zijn we tot nog toe zo weinig succesvol geweest op het gebied van alternatieven voor dierproeven? Wat zijn de obstakels en wat kunnen we hier van leren? Hoe zouden we in de praktijk de toepassing van alternatieven kunnen stimuleren? Wat moet er beter, en hoe gaan we dat doen? Als we slimmer willen testen moeten we de huidige grenzen verleggen, of beter over de grenzen van ons vakgebied heen kijken. Ik zal aangeven waar prioriteiten liggen en hoe we de meeste ‘winst’ kunnen behalen in termen van proefdiervermindering in relatie tot productinnovatie. Tot slot zal ik aangeven welke bruggen we moeten bouwen en wat de rol is van de Hogeschool Utrecht
In deze publicatie wordt ingegaan op het verbinden van dunne plaat en buis met behulp van de diverse lijmprocessen. Deze publicatie is er een uit een serie van vijf die naast de algemene publicatie (TI.03.13) tevens drie andere verbindingstechnieken behandelen, zoals lassen (TI.03.14), mechanisch verbinden (TI.03.16) en solderen (TI.03.17).
In het Saxion Project Materialen in Ontwerp 1 is gebleken dat lijmen een veel voorkomend onderwerp of zelfs probleem is. Daarom is dit thema onderdeel geworden van het project Materialen in Ontwerp 2. In het kader van dit thema is een triatlon georganiseerd. Dit is een werkvorm waarbij deelnemende bedrijven bij toerbeurt gastbedrijf zijn en de gelegenheid krijgen zich te presenteren en hun vraagstuk op het gebied van lijmen in te brengen. Naast de triatlon is dit boekje opgesteld om bedrijven praktische informatie te bieden over lijmen. In de inleiding wordt een algemeen beeld geschetst over lijmen met de voor- en nadelen. Vervolgens is er in hoofdstuk 3 te lezen in welke producten en markten de technologie lijmen veelvuldig wordt toegepast. In hoofdstuk 4 wordt een overzicht van leveranciers en een praktijkvoorbeeld gegeven. Hoofdstuk 5 biedt uitgebreidere informatie over lijmindelingen, lijmkeuze, voorbehandeling en mogelijke aanbrengmethoden. Hoofdstuk 6 geeft tips voor het ontwerpen van lijmverbindingen. Tot slot wordt in hoofdstuk 7, misschien wel het belangrijkste item, de veiligheid rondom het werken met lijmen behandeld. Bijlage 3 op pagina 49 geeft uitgebreide informatie over diverse lijmsoorten.
MULTIFILE
In TOX FLOW ontwikkelen we proefdiervrije methoden om de invloed van giftige stoffen en complexe mengsels op de voortplanting en ontwikkeling van embryo's te bestuderen.
In TOX FLOW ontwikkelen we proefdiervrije methoden om de invloed van giftige stoffen en complexe mengsels op de voortplanting en ontwikkeling van embryo's te bestuderen.Doel We willen met het project TOX FLOW dierproefvrije methoden ontwikkelen om de invloed van giftige stoffen op de voortplanting en ontwikkeling van embryo's te kunnen voorspellen. Het kost veel tijd en geld om veel verschillende chemische stoffen te testen mbv dierproeven. Bedrijven en overheden willen daarom graag dat er betrouwbare dierproefvrije methoden worden ontwikkeld, die ook geaccepteerd worden door regelgevende instanties in Europa (en daar buiten). Resultaten We brengen de inzichten uit het onderzoek in praktijk door: Standaardprocedures voor verschillende testmethoden beschikbaar te stellen Wetenschappelijke artikelen en presentaties voor onderzokers, bedrijven en overheden Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) is daarnaast bedoeld om economische groei te stimuleren. Er is veel aandacht voor commerciele toepassing van de resultaten Protocollen en stageplaatsen voor studenten uit het bachelor onderwijs. Looptijd 01 december 2018 - 31 december 2022 Aanpak In dit project worden eerder ontwikkelde methoden (met de worm C elegans, zebravisembryo’s en stamcellen) gecombineerd met in vitro huidmodellen om de effecten van complexe verbindingen te kunnen testen. Huidmodellen worden gebruikt om de blootstelling aan deze stoffen via de huid te kunnen meten. Dit onderzoek is van belang voor bedrijven die (chemische) producten ontwikkelen of hun producten op dierproeven laten testen door contract laboratoria (CRO's). Dit onderzoek is een vervolg op het project PreDART. DART staat voor Development And Reproduction Toxicology en wordt ook wel ontwikkelings- en reproductietoxicologie genoemd.Vrijwel alle bedrijven in de chemische industrie moeten hier op verplicht hun producten testen vanwege de Europese wet REACH.
De gemeente Amsterdam en Spaak Circular Solutions willen de transitie naar een circulaire economie versnellen door woningeigenaren te helpen met een overzicht van implementeerbare circulaire materialen en technieken voor gevelrenovaties. Uit eerder onderzoek blijkt dat er al veel circulaire materialen ontwikkeld zijn maar dat kennis over het gedrag van deze materialen tgv weersinvloeden, de degeneratie, onvoldoende bekend is. Deze kennis vormt, gekeken naar impactreductie en herbruikbaarheid, een essentieel onderdeel van circulariteit en is noodzakelijk voor verdere implementatie. Het testen van deze degeneratie blijkt eveneens complex. Het gaat om nieuw ontwikkelde materialen en de beoogde levensduur in een geveltoepassing betreft (tientallen) jaren. Hierdoor kan veroudering in een werkelijke situatie niet worden getest. Kennis over onderzoeksmethoden gericht op het testen in een geconditioneerde omgeving blijkt moeilijk toegankelijk of niet aanwezig. De focus van deze KIEM ligt op dit laatste punt: het ontwikkelen van een onderzoeksmethodiek om de degeneratie van materialen in een klimaatkamer te kunnen testen. Aan de hand van interviews met experts worden verschillende methoden voor het testen van degeneratie ontwikkeld. Vervolgens worden twee innovatieve materialen getest. Naar aanleiding van de resultaten, analyse van het testproces en advies van de praktijkpartners worden de methoden aangescherpt, de proeven herhaald en wordt uiteindelijk een methodiek ontwikkeld. Hiermee kan in vervolgonderzoek nieuwe kennis over de degeneratie van circulaire materialen worden opgedaan. De methodiek levert Spaak en de gemeente mogelijkheden om in te springen op verdere ontwikkeling en implementatie van steeds beter scorende circulaire materialen. Dit is een noodzakelijk vereiste om uiterlijk 2050 daadwerkelijk volledig circulair en energieneutraal te zijn. Voor de HvA levert het onderzoek kennis mbt het ontwikkelen van testmethoden. Daarnaast kan lesstof worden ontwikkeld zodat nieuwe professionals worden opgeleid met ervaring in het testen van de voor circulariteit zo belangrijke degeneratie.