Voor het begeleiden van studenten met psychische beperkingen bestaat geen standaardprocedé. Iedere student is uniek en brengt zijn eigen mogelijkheden en belemmeringen met zich mee. Dit geldt zeker voor jongeren met een bipolaire stoornis. In dit artikel formuleert HBO-docent Helmut Boeijen, mede op basis van zijn eigen ervaringen met een bipolaire student, handvatten voor hun begeleiding.
Het Europese project Sport Empowers Disabled Youth (SEDY) heeft als doel een bijdrage te leveren aan het verhogen van sportparticipatie van kinderen met een beperking door de sportwens en het aanbod beter bij elkaar te brengen. De sportparticipatie van kinderen met een beperking blijft achter bij hun leeftijdgenoten zonder beperking (Von Heijden et al, 2013). Deelnemen aan sportactiviteiten heeft een positief effect op de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen met een beperking (Crawford, 2015). Voor dit kwantitatieve onderzoek is een enquête afgenomen op drie sportdagen in Nederland voor cluster 3 en 4 scholen (n=89). Gemiddelde leeftijd was 14 jaar (SD 2,2). 65% tevreden is over het huidige sportaanbod, 48% zegt genoeg keus te hebben en 54% zegt dat sporten meer zelfvertrouwen geeft. Als ze een sport zouden willen doen in je vrije tijd dan blijkt dat 62% in een groep wil sporten en 55% wil sporten voor het plezier.
Verschillende onderzoeken laten een verband zien tussen de toegenomen keuzemogelijkheden om online gebruik te maken van alternatieve nieuwsbronnen en wantrouwen tegenover de journalistiek. Ondanks dat alternatief mediagebruik geen nieuw fenomeen is weten we nog heel weinig over de nieuwsgebruikers van deze media.
Veel mensen met een spierziekte, ook wel neuromusculaire aandoeningen (NMA) genoemd, hebben een hulpvraag over conditie, en worden hiervoor begeleid door een fysiotherapeut. Door een gebrek aan richtlijnen ervaren fysiotherapeuten problemen met toepassing van aerobe training in de dagelijkse praktijk en is er een grote steunbehoefte m.b.t. het voorschrijven van training. De B-FIT trainingswijzer voorziet in deze behoefte door fysiotherapeuten praktische handvatten te bieden voor het voorschrijven van gepersonaliseerde aerobe training in de eigen leefomgeving. Na een succesvolle pilotstudie wordt de B-FIT trainingswijzer gebruikt in academische ziekenhuizen en revalidatiecentra in de 3e en 2e lijn in Nederland. B-FIT wordt echter beperkt toegepast door fysiotherapeuten in de 1e lijn, waar veel mensen met een NMA onder behandeling zijn. Er zijn verschillende mogelijke oorzaken, waaronder een gebrek aan kennis over NMA in de 1e lijn (door de zeldzaamheid van aandoeningen), en moeizame kennisoverdracht van de 2e/3e lijn naar de 1e lijn en vice versa. Er is meer inzicht nodig in mogelijke andere belemmerende en bevorderende factoren voor betere implementatie van B-FIT in de eigen leefomgeving onder begeleiding van een fysiotherapeut in de 1e lijn. Met een Community of Practice zullen deze factoren in kaart worden gebracht. Vervolgens wordt de B-FIT trainingswijzer doorontwikkeld voor optimale toepassing in de 1e lijn, en in een pilotstudie onderzoeken we de bruikbaarheid en evalueren we de tevredenheid onder fysiotherapeuten en patiënten. In dit project wordt een bestaand consortium met onderzoekers, revalidatieartsen en fysiotherapeuten vanuit universitair medische centra en revalidatiecentra en vertegenwoordigers van de patiëntenvereniging (Spierziekten Nederland) en beroepsvereniging (KNGF), verder uitgebreid met fysiotherapiepraktijken in de 1e lijn (MKB) en docenten van hogescholen. Dit project draagt bij aan verbeterde NMA zorg en verbeterde samenwerking tussen fysiotherapeuten in de 1e lijn en zorgprofessionals in de 2e/3e lijn (juiste zorg op de juiste plek), die hier allen van profiteren.
In het Groningse aardbevingsgebied moeten de komende jaren volgens de contourenschets van de Nationaal Coördinator Groningen tussen de 35.000 en 100.000 woningen worden versterkt. Er is geen regio in Nederland waar ineens, op zo?n korte termijn en in zo?n grote omvang, de noodzaak van grootschalig aardbevingsbestendig bouwen is ontstaan. De Groningse mkb-bouwbedrijven werken samen om via bedrijfsinterne verbeteringen deze opdracht te realiseren. De praktijkvragen van de betrokken bouwbedrijven zijn: " Hoe kan ik mijn bedrijfscapaciteit optimaal managen, gezien de kansen rondom aardbevingsbestendig bouwen, maar zodanig dat de orderportefeuille en het personeelsbestand in balans zijn? " Hoe richt ik mijn bedrijfsprocessen zodanig op de verwachte groei in, dat de werkzaamheden binnen acceptabele doorlooptijden en naar tevredenheid van bewoners en opdrachtgevers duurzaam kunnen worden uitgevoerd? De kern van het consortium bestaat uit 10 mkb-bouwbedrijven, Bouwend Nederland regio Noord en de Hanzehogeschool Groningen. Het lectoraat Flexicurity is penvoerder, daarnaast is het lectoraat Arbeidsorganisatie en ?productiviteit en het lectoraat Ruimtelijke Transformaties betrokken. Vanuit het onderwijs participeren de Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek en EPI-kenniscentrum. EPI-kenniscentrum is een samenwerkingsverband van de Hanzehogeschool Groningen, Alfa College en Rijksuniversiteit Groningen ? en andere publieke en private partners. Het bundelt onderwijs en scholing op het terrein van aardbevingsbestendig bouwen voor de regio. Het doel van het consortium is om: " Kennis te ontwikkelen over capaciteitsmanagement en slim organiseren (binnen en tussen bedrijven) van het aardbevingsbestendig bouwproces, en de (arbeids)marktwerking daaromheen. " Deze kennis en inzichten te vertalen in voor het mkb bruikbare producten zoals tools, startcondities en randvoorwaarden (Handboek capaciteitsmanagement- en procesverbetering voor mkb-bouwbedrijven). " De verworven praktijkkennis om te zetten in onderwijsproducten zoals een nieuwe minor in het HG bouwonderwijs en innovatie van onderwijs en scholing via EPI-kenniscentrum. " Te komen tot een structurele en intensieve samenwerking tussen mkb-bouwbedrijven, onderwijs en praktijkgericht onderzoek aan de Hanzehogeschool Groningen (en andere onderwijsinstellingen).