The report from Inholland University is dedicated to the impacts of data-driven practices on non-journalistic media production and creative industries. It explores trends, showcases advancements, and highlights opportunities and threats in this dynamic landscape. Examining various stakeholders' perspectives provides actionable insights for navigating challenges and leveraging opportunities. Through curated showcases and analyses, the report underscores the transformative potential of data-driven work while addressing concerns such as copyright issues and AI's role in replacing human artists. The findings culminate in a comprehensive overview that guides informed decision-making in the creative industry.
MULTIFILE
De opkomst van Chat GPT laat zien hoe AI ingrijpt in ons dagelijks leven en het onderwijs. Maar AI is meer dan Chat GPT: van zoekmachines tot de gezichtsherkenning in je telefoon: data en algoritmes veranderen de levens van onze studenten en hun toekomstige werkveld. Wat betekent dit voor de opleidingen in het HBO waar voor wij werken? Voor de inspiratie-sessie De maatschappelijke impact van AI tijdens het HU Onderwijsfestival 2023 hebben wij onze collega’s uitgenodigd om samen met ons mee te denken over de recente AI-ontwikkelingen. We keken niet alleen naar de technologie, maar juist ook naar de maatschappelijke impact en wat de kansen en bedreigingen van AI zijn voor een open, rechtvaardige en duurzame samenleving. Het gesprek voerde we met onze collega’s (zowel docenten als medewerkers van de diensten) aan de hand van drie casussen met. De verzamelde resultaten en inzichten van deze gesprekken zijn samengebracht op een speciaal ontwikkelde poster voor de workshop (zie figuur 1). We hebben deze inzichten gebundeld en hieronder zijn ze te lezen.
DOCUMENT
From the article: The ethics guidelines put forward by the AI High Level Expert Group (AI-HLEG) present a list of seven key requirements that Human-centered, trustworthy AI systems should meet. These guidelines are useful for the evaluation of AI systems, but can be complemented by applied methods and tools for the development of trustworthy AI systems in practice. In this position paper we propose a framework for translating the AI-HLEG ethics guidelines into the specific context within which an AI system operates. This approach aligns well with a set of Agile principles commonly employed in software engineering. http://ceur-ws.org/Vol-2659/
DOCUMENT
Recently, the job market for Artificial Intelligence (AI) engineers has exploded. Since the role of AI engineer is relatively new, limited research has been done on the requirements as set by the industry. Moreover, the definition of an AI engineer is less established than for a data scientist or a software engineer. In this study we explore, based on job ads, the requirements from the job market for the position of AI engineer in The Netherlands. We retrieved job ad data between April 2018 and April 2021 from a large job ad database, Jobfeed from TextKernel. The job ads were selected with a process similar to the selection of primary studies in a literature review. We characterize the 367 resulting job ads based on meta-data such as publication date, industry/sector, educational background and job titles. To answer our research questions we have further coded 125 job ads manually. The job tasks of AI engineers are concentrated in five categories: business understanding, data engineering, modeling, software development and operations engineering. Companies ask for AI engineers with different profiles: 1) data science engineer with focus on modeling, 2) AI software engineer with focus on software development , 3) generalist AI engineer with focus on both models and software. Furthermore, we present the tools and technologies mentioned in the selected job ads, and the soft skills. Our research helps to understand the expectations companies have for professionals building AI-enabled systems. Understanding these expectations is crucial both for prospective AI engineers and educational institutions in charge of training those prospective engineers. Our research also helps to better define the profession of AI engineering. We do this by proposing an extended AI engineering life-cycle that includes a business understanding phase.
LINK
DOCUMENT
Fire fighters operate in a dangerous, dynamic, and complex environment. Artificial Intelligence (AI) systems can contribute to improve fire fighters’ situation awareness and decision-making. However, the introduction of AI systems needs to be done responsibly, taking (human) values into account, especially as the situation in which fire fighters operate is uncertain and decisions have a big impact. In this research, we investigate values that are affected by the introduction of AI systems for fire services by conducting several semi-structured focus group sessions with (operational) fire service personnel. The focus group outcomes are qualitatively analyzed and key values are identified and discussed. This research is a first step in an iterative process towards a generic framework of ethical aspects for the introduction of AI systems in first response, which will give insight into the relevant ethical aspects to take into account when developing AI systems for first responders.
MULTIFILE
Digital surveillance technologies using artificial intelligence (AI) tools such as computer vision and facial recognition are becoming cheaper and easier to integrate into governance practices worldwide. Morocco serves as an example of how such technologies are becoming key tools of governance in authoritarian contexts. Based on qualitative fieldwork including semi-structured interviews, observation, and extensive desk reviews, this chapter focusses on the role played by AI-enhanced technology in urban surveillance and the control of migration between the Moroccan–Spanish borders. Two cross-cutting issues emerge: first, while international donors provide funding for urban and border surveillance projects, their role in enforcing transparency mechanisms in their implementation remains limited; second, Morocco’s existing legal framework hinders any kind of public oversight. Video surveillance is treated as the sole prerogative of the security apparatus, and so far public actors have avoided to engage directly with the topic. The lack of institutional oversight and public debate on the matter raise serious concerns on the extent to which the deployment of such technologies affects citizens’ rights. AI-enhanced surveillance is thus an intrinsically transnational challenge in which private interests of economic gain and public interests of national security collide with citizens’ human rights across the Global North/Global South divide.
MULTIFILE
In the book, 40 experts speak, who explain in clear language what AI is, and what questions, challenges and opportunities the technology brings.
DOCUMENT
Toenemende prevalentie van overgewicht en obesitas onder jeugd wordt, in ieder geval ten dele, veroorzaakt door te weinig fysieke activiteit. Omdat ieder kind een groot deel van zijn of haar jeugdige leven op school doorbrengt kunnen scholen een centrale rol spelen in het tegengaan van deze bewegingsarmoede. Het meest voor de hand liggende schoolvak lijkt hierbij de lichamelijke opvoeding1 (LO) te zijn. De belangrijkste doelstelling van het schoolvak LO is immers om leerlingen dusdanig te motiveren en enthousiast te maken voor sport en bewegen zodat dit uiteindelijk resulteert in een actieve leefstijl, zowel buiten school als in het verdere leven. Daarnaast is LO tevens het enige verplichte schoolvak waar fysieke activiteit een centrale plek inneemt; de les zelf is in potentie ook een structurele bron van fysieke activiteit. Globaal gezien kan LO dus op een indirecte en een directe manier bijdragen aan de fysieke activiteit van leerlingen, een tweedeling die werd geïntroduceerd in hoofdstuk 1. Waar echter tot op heden onduidelijkheid over bestaat, zeker wat betreft de Nederlandse situatie, is hoe groot de bijdrage van de LO aan dagelijkse fysieke activiteit feitelijk is. De vraag die daarom centraal staat in dit proefschrift is in hoeverre het vak LO, zoals dat op dit moment gegeven wordt op basis- en voortgezet onderwijs, een bijdrage levert aan de fysieke activiteit van kinderen en adolescenten, zowel direct (de les als bron van fysieke activiteit), als indirect (motivatie voor een actieve leefstijl). Voor de beantwoording van deze vraag zijn een aantal studies uitgevoerd. Allereerst is in hoofdstuk 2 door middel van een literatuurstudie onderzocht in hoeverre interventies met een LO-component effectief zijn in het stimuleren van fysieke activiteit. Hieruit blijkt dat er alleen overtuigend bewijs bestaat voor een directe bijdrage van de les LO aan de fysieke activiteit van kinderen en adolescenten. Oftewel, in de les LO zelf wordt er matig-tot-intensief bewogen. De effecten van interventies met een LO component op de fysieke activiteit buiten school of in het latere leven zijn minder overtuigend of zelfs afwezig. In hoofdstuk 3 wordt een cross-sectionele studie beschreven waarin middels het combineren van gegevens vanuit een hartslag-versnellingsmeter met de gegevens uit een activiteitendagboek voor het eerst inzicht verkregen wordt in de daadwerkelijke bijdrage van een reguliere les LO (naast andere fysieke activiteiten zoals fietsen) aan de totale dagelijkse fysieke activiteit van middelbare scholieren. De resultaten wijzen uit dat 17% van de totale hoeveelheid beweging onder schooltijd zijn oorsprong vindt in de lessen LO en dat op dagen dat een leerling een les LO heeft, deze les verantwoordelijk is voor ongeveer 30% van de totale fysieke activiteit op die dag. Opvallend is daarnaast dat 15% van de totale fysieke activiteit op een weekdag zijn oorsprong vindt in het actief transport naar school, voornamelijk fietsen. Hoofdstuk 4 beschrijft een studie waarin de focus ligt op de intensiteit van lessen LO in het voortgezet onderwijs (VO) en het basisonderwijs (BO). Tevens is gekeken naar factoren die de intensiteit van een les beïnvloeden. De resultaten wijzen uit dat 47% en 40% van een les LO op respectievelijk het VO en het BO voldoet aan de intensiteit van bewegen zoals omschreven in de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (matig-tot-intensief fysiek actief). Dit komt overeen met ongeveer een derde van de dagelijks aanbevolen hoeveelheid beweging voor deze doelgroep. Opvallend is dat op het VO jongens significant actiever zijn tijdens de lessen LO dan meisjes. Dit verschil blijkt zijn oorsprong te hebben in lessen waarin competitieve spelvormen (basketbal, voetbal etc.) centraal staan. Mogelijkerwijs verhindert de dominantie van jongens tijdens spelvormen dat meisjes in een les even actief kunnen zijn als jongens. Dit is een serieuze beperking van de mate waarin een les LO kan bijdragen aan het totale beweeggedrag van meisjes, gezien het feit dat ongeveer 60% van het Nederlandse LO curriculum uit (veelal competitieve) spelvormen bestaat.
DOCUMENT
Background: Digital health is well-positioned in low and middle-income countries (LMICs) to revolutionize health care due, in part, to increasing mobile phone access and internet connectivity. This paper evaluates the underlying factors that can potentially facilitate or hinder the progress of digital health in Pakistan. Objective: The objective of this study is to identify the current digital health projects and studies being carried out in Pakistan, as well as the key stakeholders involved in these initiatives. We aim to follow a mixed-methods strategy and to evaluate these projects and studies through a strengths, weaknesses, opportunities, and threats (SWOT) analysis to identify the internal and external factors that can potentially facilitate or hinder the progress of digital health in Pakistan. Methods: This study aims to evaluate digital health projects carried out in the last 5 years in Pakistan with mixed methods. The qualitative and quantitative data obtained from field surveys were categorized according to the World Health Organization’s (WHO) recommended building blocks for health systems research, and the data were analyzed using a SWOT analysis strategy. Results: Of the digital health projects carried out in the last 5 years in Pakistan, 51 are studied. Of these projects, 46% (23/51) used technology for conducting research, 30% (15/51) used technology for implementation, and 12% (6/51) used technology for app development. The health domains targeted were general health (23/51, 46%), immunization (13/51, 26%), and diagnostics (5/51, 10%). Smartphones and devices were used in 55% (28/51) of the interventions, and 59% (30/51) of projects included plans for scaling up. Artificial intelligence (AI) or machine learning (ML) was used in 31% (16/51) of projects, and 74% (38/51) of interventions were being evaluated. The barriers faced by developers during the implementation phase included the populations’ inability to use the technology or mobile phones in 21% (11/51) of projects, costs in 16% (8/51) of projects, and privacy concerns in 12% (6/51) of projects.
DOCUMENT
