Eindadvies van de commissie Tieneropvang. In het advies worden de volgende vragen beantwoord: Hoe kan de opvang van tieners buiten schooltijd worden vormgegeven? Hoe ziet de leefwereld en met name de vrijetijdsbesteding van moderne tieners eruit? Wat willen tieners zelf met betrekking tot buitenschoolse opvang en - activiteiten? Welke behoeften hebben ouders? Welke maatschappelijke doelstellingen worden met tieneropvang nagestreefd? Wat kan de plaats en functie zijn van tieneropvang in het Nederlands stelsel van kinderopvang, welzijnswerk en onderwijs? Hoe kan de financiering worden geregeld?
LINK
In deze factsheet lees je waarom en hoe netwerkondersteuning ingezet kan worden in de maatschappelijke opvang.
DOCUMENT
Hoofdstuk 4 van 'Domeinbeschrijvingen Werken in (semi)gedwongen kader'. Verkenning van het domein ‘Maatschappelijke opvang’: Een beschrijving van enkele kenmerken van de sector ‘Maatschappelijke opvang’, ten behoeve van het onderzoek ‘Meerwaarde gebruik alliantiemonitor in (semi) gedwongen kader’. Het Kenniscentrum voor Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht ontwikkelde voor verschillende domeinen binnen het werkveld gedwongen kader de ‘alliantiemonitor in (semi)gedwongen kader’. Dit instrument biedt professionals en cliënten een handvat om te spreken over hun beleving van de onderlinge doelgerichte samenwerking, met als doel deze samenwerking te verbeteren. In het vervolgonderzoek ‘Meerwaarde gebruik alliantiemonitor in (semi) gedwongen kader’ wordt bij cliënten en professionals nagegaan hoe zij het werken met de Alliantiemonitor Gedwongen Kader ervaren en of het gebruik hiervan bij kan dragen aan een beter verloop van het traject. Het gebruik van de monitor wordt getoetst bij cliënten en professionals in de reclassering, de jeugdbescherming, de arbeidstoeleiding en de woonbegeleiding. Om de verschillen en overeenkomsten in de verschillende contexten beter te begrijpen is eerst een beknopte verkenning gedaan van de domeinen waarin het onderzoek plaatsvindt. Dit zijn: reclassering, jeugdbescherming, arbeidsintegratie, maatschappelijke opvang, schuldhulpverlening en reclassering België – Vlaamse Justitiehuizen. De opbouw van de tekst per sector is als volgt. Eerst is er een algemene beschrijving van de sector, waarin onder meer de omvang en de grootste opgaven aan bod komen. Daarna volgt een beschrijving van de organisaties binnen de sector waar de ontwikkeling van de alliantiemonitor zal plaatsvinden, hoe deze organisaties werken, en wat de kenmerken zijn van de huidige samenwerking tussen professional en cliënt. Bijvoorbeeld: hoe vaak zien ze elkaar, welke regels zijn van toepassing op de samenwerking en welke discretionaire ruimte heeft de professional in de begeleiding?
DOCUMENT
Zelfbeheer in de maatschappelijke opvang bestaat in Nederland ongeveer 20 jaar. In dit artikel wordt een praktijkbeschrijving gegeven van een van deze woonvoorzieningen in zelfbeheer, namelijk over Je Eigen Stek. Er worden zes principes geformuleerd die belangrijk zijn voor een ieder die een zelfbeheervoorziening wil oprichten of ondersteunen.
DOCUMENT
Bij maatschappelijke opvang in zelfbeheer dragen de bewoners zelf meer verantwoordelijkheid en hebben ze meer zeggenschap dan in reguliere opvang. Doel hiervan is dat de bewoners vorderingen maken in hun herstel. In een onderzoek van de Wmo-werkplaats Amsterdam geven (oud-)bewoners en betrokken professionals aan dat het verblijf in een zelfbeheerde voorziening bijdraagt aan het herstel en empowerment van bewoners. Ander onderzoek levert aanwijzingen dat zelfbeheerde voorzieningen per bed goedkoper zijn en voldoende presteren op uitstroom, maatschappelijke participatie en re-integratie.
DOCUMENT
Op basis van een kwalitatief onderzoek onder 124 kinderen, 80 ouders van deze kinderen en 66 professionals in de buitenschoolse voorzieningen waar zij gebruik van maken wordt een vergelijking gemaakt van de visies van kinderen, hun ouders en professionals op a. het functioneren van de opvang en de pedagogische begeleiding van kinderen buiten school en b. de dagindeling van ouders en die van de verschillende buitenschoolse voorzieningen gebruik maken. In het boek worden de verschillende opvangarrangementen en opvangtrajecten beschreven waarvan ouders en kinderen gebruik maken. Aan de hand van casebeschrijvingen worden de overeenkomsten en verschillen in visies en wensen van ouders, kinderen en (semi)professionals voor het voetlicht gebracht. Kinderen blijken in het algemeen tevreden met de opvang buiten schooltijd, mits zij daar niet elke dag naartoe hoeven en zij niet te lange dagen maken. Ouders wensen vooral continuiteit, flexibiliteit en bereikbaarheid in de opvang. Er wordt vooralsnog niet voorzien in de basisbehoefte van ouders en kinderen aan een sluitend aanbod aan buitenschoolse voorzieningen op wijkniveau, waar kinderen rust en veiligheid vinden, en waar tevens flexibel tegemoet wordt gekomen aan de diversiteit van educatieve en recreatieve vrijetijdswensen.
DOCUMENT
Inhoud van dit nummer ‐ Symposium ‘100 jaar Opvang en wat nu?’ Met officiële lancering van de Canon Maatschappelijke Opvang 1 ‐ BètaVersie Canon Maatchappelijke Opvang online 1 ‐ Twee nieuwe maatschappelijk aandeelhouders 2 ‐ BètaVersie Canon Zorg voor de Jeugd Online 3 ‐ Nieuwe canons in voorbereiding 4 ‐ 100 jaar Kesslerstichting: opvang, onderdak en begeleiding van daklozen 4 ‐ Niks geteisem! Het legendarische clubhuis De Mussen 6 ‐ Bezuinigingen treffen sociale sector, niet voor het eerst 7 ‐ Geschiedenisles over sociale werkplaatsen 8 ‐ Bronnen voor de geschiedenis van de verzorgingsstaat 9 ‐ Canon Geschiedenis Nederlandse Gezondheidzorg 10 ‐ Canon van de Geneeskunde in Nederland 10 ‐ 100 jaar orthopedagogiek: alweer een schatkamer 10 ‐ De markt van welzijn en geluk: achteraf bezien 11 ‐ In Memoriam Marinus Traas 11 ‐ Bezoekersaantallen aan de canons
DOCUMENT
Voor u ligt een tussenrapportage van een onderzoek naar de opvang van gezinnen na huisuitzetting. De aanleiding hiervoor zijn berichten in de media die lijken te wijzen op een verontrustende toename van het aantal dakloze gezinnen. De staatssecretaris van VWS stelt in haar antwoord op Kamervragen over dit onderwerp eerst te willen inventariseren of er inderdaad sprake is van een toename van dakloze gezinnen en hoeveel van deze gezinnen zich wenden tot de maatschappelijke opvang. In de periode september-december 2008 is een telonderzoek uitgevoerd om een inschatting te kunnen maken van het aantal gezinnen dat in Nederland in 2006 en 2007 na huisuitzetting dakloos is geworden en het aantal gezinnen dat zich heeft aangemeld bij een opvanginstelling. Het telonderzoek bestond uit een inventarisatie van geregistreerde gegevens bij de Federatie Opvang, Aedes vereniging van woningcorporaties en de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en een enquête die is gehouden onder een groot aantal opvanginstellingen aangesloten bij de Federatie Opvang en de Federatie Evangelische Zorg-Organisaties (FEO). Het telonderzoek omvat 4 vragen. In hoeverre is er sprake van een toe- dan wel afname van het aantal gezinnen dat in 2006 en 2007 uit huis is gezet? Is er sprake van een toe- dan wel afname van het aantal gezinnen dat na of bij dreigende huisuitzetting zich aanmeldt bij een maatschappelijke opvanginstelling? Beschikken de opvanginstellingen over voldoende capaciteit voor de opvang van de gezinnen die zich hebben aangemeld? Hoeveel opvanginstellingen werken samen met ketenpartners ten behoeve van de preventie en opvang van gezinnen voor wie huisuitzetting dreigt?
DOCUMENT
Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
Veel landen in Europa zien zich voor de uitdaging geplaatst een samenhangend systeem te ontwikkelen waarin kinderopvang en onderwijs op elkaar zijn afgestemd en elkaar versterken. Ook in Nederland is een proces gaande waarbij basisonderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang naar elkaar toegroeien. Dit vraagt om een samenhangende visie op opvoeding, educatie en opvang die praktisch gestalte kan krijgen in een Integraal Kind Centrum (IKC).Voor het welslagen van het IKC als waardevolle opvoedings- en ontwikkelingsomgeving is een team van goed opgeleid, gekwalificeerd personeel een absolute vereiste. Op hbo-niveau opgeleide pedagogen werken hierin samen met leerkrachten en pedagogisch medewerkers. Sociaal-emotionele, motorische, cognitieve en creatieve ontwikkelingsgebieden en/of behoeften van kinderen vormen in deze teams steeds het uitgangspunt, waarbij pedagogen en leerkrachten de verschillende ontwikkelingsgebieden gezamenlijk vanuit hun eigen expertise stimuleren. Dit betekent dat de scheidslijnen tussen de verschillende sectoren en bijbehorende opleidingen moeten worden geherdefinieerd. Wij zien het IKC als een open leer- en ontwikkelingsgemeenschap waar kinderen, leerkrachten, pedagogisch medewerkers, pedagogen en ouders met plezier naartoe komen. Om dit te realiseren moeten we over grenzen heen durven kijken. Onderwijs is meer dan onderwijzen, en kinderopvang is zoveel meer dan het 'opvangen' van kinderen. Hiervoor is een omslag in het denken en kijken naar deze sectoren noodzakelijk.
DOCUMENT