Dit rapport bevat de resultaten van een kwantitatief onderzoek naar tijdsbesteding van docenten in het HBO. Dit in relatie tot ervaren werkdruk en de mate waarin docenten hun werk af kunnen krijgen. Het onderzoek is in opdracht van de cao-partijen uitgevoerd door Zestor in samenwerking met het lectoraat organisatieontwerp- en verandering de Hanzehogeschool
DOCUMENT
Begin mei hebben alle studenten van Inholland een uitnodiging gehad om deel te nemen aan een grote internationale studie naar de impact van de coronacrisis op hun leven en studie. In deze poster heeft de onderzoekslijn Studiesucces de belangrijkste resultaten, ingedeeld in vier thema’s, verwerkt. Deze thema's zijn studentenwelzijn, student engagement, tevredenheid en het coronavirus. Bij studentenwelzijn is gevraagd naar gevoelens en contacten. Bij student engagement vroegen we naar tijdsbesteding en betrokkenheid. Bij tevredenheid is gekeken zaken als ICT-faciliteiten, onderwijskwaliteit en informatievoorziening. Natuurlijk vroegen we ook of studenten corona hadden (gehad) en in hoeverre zij de maatregelen naleefden.
DOCUMENT
Verpleegkundige middenmanagers verkeren in een ideale positie om patiëntgecentreerde zorg te faciliteren. Hun bijdrage is echter onderbelicht inde literatuurd, omdat dit in de praktijk moeilijk te verwoorden is. In dit artikel wordt bestudeerd hoe in ziekenhuizen middenmanagers aan de patiëntgecentreerde zorg bijdragen. Hierbij werd een combinatie gebruikt van analyse van tijdsbesteding an etnografisch werk, om op microniveau de bijdrage van de middenmanagers aan patiëntgecentreerde zorg te bekijken. Zestien managers werden gedurende 560 uur geschaduwd tijden hun werk in vier ziekenhuizen.
DOCUMENT
In het dagelijks leven ben je voortdurend, alleen en vaak met anderen, betrokken in activiteiten, ook als je ‘vrij’ bent en eigenlijk niets hoeft te doen. Alle activiteiten die mensen op een dag doen worden binnen ergotherapie ingedeeld in handelingsgebieden. In dit boek hanteren we de volgende handelingsgebieden: ‘wonen en zorgen’, ‘leren en werken’ en ‘spelen en vrije tijd’. Dit hoofdstuk gaat over deze handelingsgebieden en beschrijft ook andere mogelijkheden om het dagelijks handelen in te delen. Het gaat in op het onderzoek naar tijdsbesteding (time-use) in België en Nederland. Verder beschrijft het de positieve of negatieve waarde en de betekenis die dagelijkse activiteiten voor mensen hebben, een belangrijk aspect van het kerndomein van ergotherapie. Daarnaast wordt ingegaan op de balans die mensen ervaren in het dagelijks handelen (occupational balance) en het hoofdstuk eindigt met het uitgesloten zijn van het dagelijks handelen (occupational deprivation) op basis van externe factoren.
MULTIFILE
Dit rapport beschrijft de uitkomsten van een kwalitatief onderzoek naar de opbrengsten van het mentorproject Take 2. Het onderzoek heeft plaatsgevonden onder jongeren, die vijf tot negen jaar geleden meededen aan het dit mentorproject. Het beschrijft de opbrengsten die zij zelf toeschrijven aan hun deelname in dit project. Het project is gestart in juli 2000 in de Utrechtse wijken Pijlsweerd, Ondiep en Zuilen door de Welzijnsstichting Portes en bestaat inmiddels tien jaar. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling (PMO) van de Hogeschool Utrecht (HU) in samenwerking met Portes (welzijnstichting) en Two Get There (initiatiefnemer van het project). Voorafgaand aan het onderzoek is een literatuurstudie uitgevoerd en op grond van deze studie ben ik tot de onderstaande vragen gekomen. De twee hoofdvragen die ik wilde beantwoorden met dit onderzoek waren: 1. Welke opbrengsten, in de zin van betekenis voor de mentee, op de persoonlijkheid (emotioneel kapitaal), omgang met anderen, sociaal netwerk (sociaal kapitaal), schoolloopbaan (academisch kapitaal) en vrije tijdsbesteding (cultureel kapitaal) kennen oud-deelnemers van Take 2 toe aan het maatjesproject waaraan ze zes tot negen jaar geleden deelnamen, en in hoeverre zien we deze toekenning in (objectieve) gegevens bevestigd? 2. Welke voorwaarden dragen bij aan het succes van Take 2?
DOCUMENT
In deze bijdrage aan het vierjaarlijkse SURF trendrapport wordt nader ingegaan op de wijze waarop digitale innovaties als computers en internet zich ingevoegd hebben in de levens van studenten en docenten cq. Onderzoekers in het Nederlandse hoger onderwijs. Verschillende thema s worden daarbij nader beschreven. In de eerste plaats wordt ingegaan op de invloed van digitalisering op het aanbod, met name de wetenschappelijke informatievoorziening en de veranderende rol van tijdschriften en bibliotheken. Het spiegelbeeld van dat aanbod is de vraagzijde, de mate waarin studenten (en medewerkers) toegang hebben tot nieuwe media. Daarbij stelt zich meteen de vraag naar sociale ongelijkheid in het bezit en gebruik van deze technologiekn. Die vraag is rechtstreeks gerelateerd aan diffusiepatronen van innovaties, zowel in huishoudens, studentenhuizen als in organisaties. Vervolgens wordt aandacht besteed aan het bereik: wie maakt er gebruik van de nieuwe mogelijkheden en wat betekent dit voor de tijdsbesteding. De tekst wordt afgesloten met aandacht voor een specifieke groep studenten, te weten studenten met functiebeperkingen, en het omschrijven van onze rol in de vraag of digitalisering van het hoger onderwijs voor hen een zegen of een vloek is.
DOCUMENT
Gezamenlijke activiteiten, vooral culturele activiteiten, zijn geen luxe tijdsbesteding maar een must om de samenleving gezond te houden. Hoe zorgen we ervoor dat burgers hieraan gaan of blijven deelnemen, nu de verzorgingsstaat verandert? Eltje Bos, lector Culturele en Sociale Dynamiek aan de Hogeschool van Amsterdam, legt in haar Lectorale Rede van 13 januari 2015 uit hoe sociaal-culturele professionals moeten luisteren naar verschillende burgers in deze tijd van verandering.
LINK
Het Nieuwe Werken concept (HNW) kenmerkt zich onder andere door de grote mate van vrijheid voor medewerkers om tijd- en plaatsonafhankelijk te werken. Microsoft Nederland was in 2007 één van de eerste organisaties die dit concept vergaand doorvoerde. Zeven jaar na dato hebben wij onderzoek gedaan naar de mate waarin de vrijheid ten aanzien van werktijden het leef- en werkritme van de medewerkers heeft beïnvloed. Als eerste hebben we een klein kwantitatief onderzoek uitgevoerd om na te gaan in hoeverre medewerkers er nieuwe ritmes op nahielden. Daaruit bleek onder andere dat er op dit gebied geen grote veranderingen hebben plaatsgevonden. Naar aanleiding hiervan hebben we interviews gehouden om te achterhalen welke motieven er spelen bij het vasthouden aan traditionele werktijden. Uit het onderzoek bleek dat medewerkers weliswaar zeer tevreden zijn met de geboden vrijheid, maar dat verbindende factoren als familie, klanten en collega’s belangrijke factoren zijn bij het handhaven van een traditioneel leef- en werkritme.
DOCUMENT
Shoppen voor een gezonde leefstijl De gemiddelde puber beweegt veel te weinig. Slechts 15 % van scholieren tussen de twaalf en zeventien jaar haalt de gezondheidsnorm van minstens één uur bewegen per dag. Gelukkig is de oplossing nabij. Shoppen blijkt bij pubermeisjes een enorme bijdrage te leveren aan hun gezondheid. Het door de stad sjouwen vormt, samen met het heen en weer fietsen naar huis, maar liefst 30% van de wekelijkse lichaamsbeweging. Aangezien meiden van vijftien jaar gemiddeld onvoldoende bewegen ligt het voor de hand om deze vrije tijdsbesteding te subsidiëren. Mocht dit onvoldoende succes opleveren dan kunnen we de niet-shoppers altijd nog verplichten om buiten hun eigen postcode gebied naar school te laten gaan. Daarmee is de jeugd grotendeels gered van hun ongezonde leefstijl...
DOCUMENT