Toe-eigening versterkt de leefbaarheid van de buurt. De woonstraten van Amsterdam Nieuw-West bieden door de open verkavelingsstructuren en dichte plinten minder vanzelfsprekende aanknopingspunten voor toe-eigening. Op basis van ons tweejarig empirisch veldonderzoek staat in MIJN STRAAT de rijkdom aan ontwerpoplossingen die in Nieuw-West besloten liggen, centraal. Hiermee beogen we bij te dragen aan het debat over de stedelijke vernieuwing en de opgave van de woonstraat in Nieuw-West. Juist op dit schaalniveau wordt dagelijks de sociale stad gemaakt.Het boek is een handboek met ontwerpoplossingen op de schaalniveaus van het bouwblok, de straat en de subtiele overgangszones tussen het private en publiek domein. De beelden zijn ook inzetbaar voor de workshopmethode van MIJN STRAAT waarin bewoners als buurtexperts bij de planvorming betrokken worden. We hopen dat in de hedendaagse nieuwe ronde van stedelijke vernieuwing de woonstraat de aandacht krijgt die het verdient. En dat in de planvorming gebruik wordt gemaakt van de rijke reeks van beproefde en gerijpte ontwerpoplossingen die dikwijls al om de hoek van het plangebied te vinden zijn.
DOCUMENT
Met de intrede van het postindustriele tijdperk hebben de logo's van de maakindustrie in Eindhoven plaatsgemaakt voor een nieuwe generatie beeldmerken. De herbestemming van Strijp S vormt het brandpunt van deze hernieuwde toe-eigening van de stad.
DOCUMENT
Een circulair bedrijfsmodel vraagt veelal om een andere financieringsconstructie. Zo hebben producten die worden hergebruikt of op hoogwaardige wijze worden gerecycled altijd een financiële restwaarde. Deze dient inzichtelijk te zijn en afgestemd te worden met de verschillende ketenpartners en met financiers. De financieringsbehoefte van een onderneming verandert ook als een bedrijf ervoor kiest om producten niet te verkopen, maar via een overeenkomst beschikbaar te stellen aan gebruikers. Dit onderzoek richt zich op de volgende praktijkvragen: 1. Hoe kunnen we de financiële (rest)waardes van onze producten bepalen en verbinden aan zakelijke afspraken over hergebruik en recycling? 2. Hoe kunnen we financiële contracten opstellen met ketenpartners waardoor gebruikers worden gefaciliteerd en gestimuleerd om producten opnieuw te gebruiken en te recyclen? 3. Hoe kunnen we financiering aantrekken en wat betekent dit voor onze onderneming en samenwerking binnen de logistieke keten? In september 2017 is een groep van onderzoekers van de hogescholen Windesheim en NHL Stenden in samenwerking met de Universiteit van Aruba en Circle Economy begonnen aan dit grootschalige onderzoeksproject. Het onderzoeksproject is een vorm van co-creatie waarbij er geleerd wordt van en met bedrijven. Dit onderzoeksrapport doet verslag van de dataverzameling, interpretatie en aanbevelingen. We beginnen met een inleiding vanuit de theoretische rationale, leidende tot de onderzoeksvragen. Hoofdstuk twee beschrijft de bestaande kennis binnen het domein vanuit de literatuur. Aansluitend is hoofdstuk drie gewijd aan de methodologie. De bevindingen zijn te lezen in hoofdstuk vier en worden besproken in hoofdstuk vijf. Het afsluitende hoofdstuk trekt conclusies en stelt aanbevelingen.
DOCUMENT
In het interdisciplinaire CIRC-PEB project wordt het Product Architecture Mapping (PAM) instrument − een Lean methode die een systematische ontwikkeling van de productarchitectuur ondersteunt − in nauwe samenwerking met drie MKB (maak)bedrijven en één grootbedrijf verder ontwikkeld en toegepast in de richting van duurzaamheid en circulariteit. Hierbij is ook aandacht voor nieuwe product-dienst combinaties. Tevens richt CIRC-PEB zich op een sterkere koppeling van PAM, wat zich vooral richt op de ‘waarde-propositie’ van een bedrijf, met de andere bedrijfsmodel componenten: ‘waarde creatie’, ‘waarde netwerk’, en ‘waarde toe-eigening’ of verdienmodel. Deze koppeling is van belang omdat PAM keuzes direct invloed hebben op de mogelijkheden en onmogelijkheden voor andere bedrijfsmodel componenten. Het resultaat is een meer holistisch en toekomstbestending analyse-instrument voor circulaire bedrijfsmodellen wat past bij het toenemende belang van duurzaamheid in de maakindustrie. Na een eerste toepassing van het vernieuwde instrument in de consortiumbedrijven worden inzichten verder verspreid onder andere MKB maakbedrijven en studenten.