Als gevolg van nieuwe wetgeving zoals Sarbanes-Oxley en gedragscodes als die van de commissie Tabaksblat is het de expliciete verantwoordelijkheid van de directie om te zorgen voor een adequaat en effectief risicomanagement en intern beheersingssysteem. Het is opvallend dat deze nieuwe interne-controlevereisten de kredietcrisis niet hebben kunnen voorkomen in een zo streng gereguleerde bedrijfstak als die van de financiële dienstverlening. De grote vraag is dan ook hoe dit allemaal heeft kunnen gebeuren en welke mogelijke lessen er te trekken zijn.
In physiotherapy practice, the use of Artificial Intelligence (AI) is becoming increasingly common. For instance, you may be familiar with STarT Back Tool, a decision-support model designed for individuals with low back pain.1 This model can assess risks and recommends the most appropriate treatment while enhancing clients’ self-management. However, the use of AI also raises ethical questions. In this editorial we explore these ethical questions through a moral case deliberation that, while still futuristic, is rapidly approaching reality. n this editorial, we explore ethical issues regarding AI in physiotherapy. We do so through the lens of the sports medicine dialogue, a method for moral case deliberation that supports a care-ethical approach for physiotherapists and sport physicians.3 This method employs the metaphor of a sports match: itandapos;s about winning and losing, the players on the field, as well as the broader context in which the game takes place. In this method, we evaluate the perspectives of all those involved in the sport match regarding a central question. The central question that is deliberated is: “What is at stake?”.3 By use of the sports metaphor we are invited to look at an ethical question from multiple perspectives, delay our primary reactions and simplify difficult ethical problems such as the usage of AI.
MULTIFILE
In dit systematische literatuuronderzoek is kennis uit empirisch onderzoek in kaart gebracht over de werkzaamheid van werkwijzen voor reclasseringstoezicht. Werkzaamheid is daarbij gedefinieerd als: bijdragen aan recidivevermindering, beter functioneren van cliënten op verschillende gebieden of voorkomen van overtreding van voorwaarden en uitval. Op grond van een systematische verkenning van de (inter)nationale literatuur zijn 141 artikelen en rapporten geselecteerd en geanalyseerd. Van de volgende werkwijzen is voldoende empirische onderbouwing om te stellen dat deze werkzaam zijn in reclasseringstoezicht: • Hybride werken: combinatie van monitoring en begeleiding. • Inzetten van de zogenoemde RNR-principes als basis voor reclasseringstoezicht: ➢ Intensiviteit van de aanpak sluit aan bij het recidiverisico; ➢ Focus op dynamische criminogene factoren; ➢ Een cognitief-gedragsmatige aanpak, die is afgestemd op de krachten, motivatie, mogelijkheden, beperkingen en situatie van de cliënt. • Continuïteit in de relatie tussen reclasseringswerker en cliënt. • Een goede relatie / werkalliantie tussen reclasseringswerker en cliënt. • Prosociaal modelleren: voorbeeldgedrag laten zien, positief waarderen van prosociale uitingen en gedragingen door de cliënt, en afkeuren van procriminele uitingen en gedragingen. • Inzetten van cognitief gedragsmatige technieken. • Cliënten ondersteunen bij het versterken van hun vermogen om problemen op te lossen. • Ondersteunen bij het aangaan en onderhouden van prosociale bindingen en het doorbreken van sociale contacten die delictgedrag bevorderen.
In dit onderzoek brachten we actuele kennis in kaart over effectief reclasseringstoezicht.Doel Doel van het project was om een systematisch overzicht te maken van werkzame elementen voor reclasseringstoezicht. Dit zijn elementen die aantoonbaar bijdragen aan het verminderen van recidive, voorkomen van uitval, versterken van motivatie voor verandering en verbeteren van het functioneren van delinquenten op verschillende leefgebieden. Resultaten Een onderzoeksrapportage met een overzicht van werkzame elementen voor reclasseringstoezicht. Een Engelse versie van de onderzoeksrapportage: Effective practices in probation supervision: a systematic literature review. Een publieksversie van het onderzoeksrapport waarin de belangrijkste bevindingen zijn samengevat. Een artikel voor een wetenschappelijk tijdschrift (in ontwikkeling). Looptijd 01 oktober 2019 - 31 augustus 2020 Aanpak Er is in de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar reclasseringstoezicht, in Nederland maar vooral ook in het buitenland. Onderzoekers voerden een systematisch literatuuronderzoek uit van de nationale en internationale onderzoeksliteratuur over reclasseringstoezicht vanaf het jaar 2000 en beoordeelden hoe onderbouwd de conclusies zijn. Relevantie voor werkveld en onderwijs Het overzicht van bewezen werkzame elementen voor toezicht op delinquenten is bijzonder nuttig, voor het werkveld en voor hbo-opleidingen die toekomstige forensisch sociale professionals opleiden. Het kan richting geven aan deskundigheidsbevordering, aan beleidsontwikkeling van de reclassering, en ondersteunt keuzes die reclasseringswerkers dagelijks moeten maken in hun begeleidingscontacten met reclasseringscliënten.
De reclassering wil voorkomen dat hun cliënten opnieuw in de fout gaan. De werkalliantie tussen reclasseringswerker en cliënt speelt hierbij een belangrijke rol. Wat is de relatie tussen de kwaliteit van de werkalliantie en terugval in crimineel gedrag? Dit onderzoek is een voortzetting van het project ‘De werkalliantie in (semi-) gedwongen kader effectief versterkt’