Patients with a hematologic malignancy increasingly prefer to be actively involved in treatment decision-making. Shared decision-making (SDM), a process that supports decision-making in preference-sensitive decisions, fits well with this need. A decision is preference sensitive when well-informed patients considerably differ in their trade-offs between the pros and cons of one option, or if more equal treatment options are available, including no treatment. SDM involves several steps: the first is choice talk, where the professional informs the patient that a decision needs to be made between the various relevant options and that the patient's opinion is important. The second is option talk, where the professional explains the options and their pros and cons. In the third step, preference talk, the professional and the patient discuss the patient's preferences. The professional supports the patient in deliberation. The final step is decision talk, where the professional and patient discuss the patient's decisional role preference, make or defer the decision and discuss possible follow-up.
Climate change is undermining the importance and sustainability of cooperatives as important organizations in small holder agriculture in developing countries. To adapt, cooperatives could apply carbon farming practices to reduce greenhouse gas emissions and enhance their business by increasing yields, economic returns and enhancing ecosystem services. This study aimed to identify carbon farming practices from literature and investigate the rate of application within cooperatives in Uganda. We reviewed scholarly literature and assed them based on their economic and ecological effects and trade-offs. Field research was done by through an online survey with smallholder farmers in 28 cooperatives across 19 districts in Uganda. We identified 11 and categorized them under three farming systems: organic farming, conservation farming and integrated farming. From the field survey we found that compost is the most applied CFP (54%), crop rotations (32%) and intercropping (50%) across the three categorizations. Dilemmas about right organic amendment quantities, consistent supplies and competing claims of residues for e.g. biochar production, types of inter crops need to be solved in order to further advance the application of CFPs amongst crop cooperatives in Uganda.
MULTIFILE
from the article: Abstract Based on a review of recent literature, this paper addresses the question of how urban planners can steer urban environmental quality, given the fact that it is multidimensional in character, is assessed largely in subjective terms and varies across time. The paper explores three questions that are at the core of planning and designing cities: ‘quality of what?’, ‘quality for whom?’ and ‘quality at what time?’ and illustrates the dilemmas that urban planners face in answering these questions. The three questions provide a novel framework that offers urban planners perspectives for action in finding their way out of the dilemmas identified. Rather than further detailing the exact nature of urban quality, these perspectives call for an approach to urban planning that is integrated, participative and adaptive. ; ; sustainable urban development; trade-offs; quality dimensions
Het doel van Goed Verpakt is om bij te dragen aan de integrale verduurzaming van product-verpakkingscombinaties in de voedingsindustrie. Een vierde van het voedsel wordt jaarlijks verspild in Nederland en voedselverspilling is in Europa verantwoordelijk voor 6% van de totale uitstoot van broeikasgassen door menselijke activiteit. Tegelijkertijd leidt een groot deel van de wereldbevolking nog steeds honger en is het dus eigenlijk schandalig hoe onverantwoord we met ons voedsel omgaan. Slim verpakken kan leiden tot het verminderen van voedselverspilling, maar ook tot meer verpakkingsafval. Vandaag de dag vragen consumentenbehoeftes om nieuwe verpakkingen (bv. handzamere sluitbaarheid voor ouderen, kleinere portieverpakkingen, kant-en-klaarmaaltijden) die bijna altijd minder duurzaam zijn. Echter; slechts 10% van de klimaatimpact van product-verpakkingscombinaties is gerelateerd aan de verpakking van voedsel - mits deze op verantwoorde wijze wordt ingezameld - terwijl het achtergebleven voedsel (afval) een impact heeft van 90%. Daarom is het zaak om (voedsel)product en verpakking niet los van elkaar te zien, maar integraal naar product-verpakkingscombinaties te kijken. State-of-the-art onderzoek laat zien dat op deelonderwerpen kennis beschikbaar is - onder meer kennis van theoretische verduurzamingstrategieën met betrekking tot recycling van materialen, van het berekenen van de klimaatimpact van verpakkingen en het mogelijke onderdeel van achterblijvend voedsel - echter het ontbreekt aan integrale kennis waarmee mkb-bedrijven een goede afweging kunnen maken bij de ontwikkeling van product-verpakkingscombinaties. Om die kennis kloof te dichten richt ons onderzoek zich allereerst op het achterhalen van tegen welke trade-offs zoals houdbaarheid, materiaal gebruik en consumentenperceptie bedrijven aanlopen. Daarna bekijken we welke ontwerpstrategieën als Reuse, Reduce en Recycle bijdragen aan het omgaan met de trade-offs bij het verduurzamen van (bestaande) product-verpakkingscombinaties in twee verschillende voedingsketens/sub-sectoren. Als laatste verkennen we hoe de voedingsindustrie en de verpakkingsbranche samenwerken om tot vernieuwende systemische oplossingen voor het verpakken van voedsel te komen (ontwerpstrategie Rethink).
Circulair ondernemen wordt in toenemende mate gezien als het antwoord op de groeiende schaarste aan grondstoffen en bijbehorende prijsstijgingen. Dit ervaren ook de bedrijven in de staalbouwketen die deelnemen aan het project ‘Hoger op de ladder’. Hoewel staal al voor nagenoeg 100% gerecycled wordt willen de bedrijven in dit project circulariteit naar een hoger niveau brengen door de stap te zetten van recycling naar hergebruik. Hierdoor komt staal hoger te staan op de Ladder van Lansink en krijgt staal een hogere en betere positie in de afvalhiërarchie. De bedrijven in de staalbouwketen signaleren echter nog veel belemmeringen waardoor hergebruik van staal nog onvoldoende plaatsvindt. Zo is veel informatie aanwezig in het staalbouwnetwerk van de bedrijven maar wordt deze zeer beperkt gedeeld en wordt maar beperkt samengewerkt. Uit de gesprekken die in de periode 2014 tot en met voorjaar 2016 zijn gevoerd met bedrijven in de staalbouwketen, de Koninklijke Metaalunie en de Vereniging Bouwen met Staal, blijkt dat er verschillende knelpunten zijn die hergebruik van staal bemoeilijken: 1. De verschillende ketenpartners denken met name vanuit hun eigen doelen, ambities en mogelijkheden en niet vanuit een algehele ketenbenadering van circulariteit; 2. omdat de uitgangspunten van circulariteit niet goed passen in de huidige inkoopstrategieën wordt beschikbare informatie (bijvoorbeeld over kwaliteitsindicatoren) niet gedeeld tussen partners, 3. met als gevolg dat het businessmodel voor de keten en verdienmodel voor de bedrijven voor circulair ontwerp nog onduidelijk en onzeker is. Om een antwoord te formuleren op deze vragen heeft het Expertisecentrum Sustainable Business van Avans Hogeschool in samenwerking met de projectpartners; 12 bedrijven in de staalbouwketen (waarvan 2 grootbedrijf), TU Delft, de Vereniging Bouwen met Staal en de Koninklijke Metaalunie een onderzoeksproject gedefinieerd. Tijdens de vraagarticulatie is focus aangebracht door het onderzoek te richten op (kantoor)gebouwen omdat hier relatief veel staal wordt gebruikt. De onderzoeksvraag luidt: “Hoe kan binnen de staalbouwketen de realisatie van kantoorgebouwen zo worden vormgegeven dat het leidt tot meer hergebruik van staal?” Om de voorwaarden voor informatiedeling en samenwerking in de keten inzichtelijk te maken, hebben de partners gekozen voor een verkennend onderzoek waarbij alle partners en relevante (keten)relaties worden betrokken. Dit moet resulteren in een model voor circulariteit in de staalbouwketen, dat als testcasus onderzocht wordt bij bedrijven. Gedurende het gehele onderzoeksproject vindt terugkoppeling plaats van praktijkkennis naar het HBO-onderwijs. Dit projectvoorstel sluit naadloos aan bij de doelstellingen van het landelijke onderzoeks- en projectenprogramma ‘Circulaire Metaalketen’ dat onder aansturing van de Koninklijke Metaalunie in 2013 is gestart. De resultaten van dit project zullen onder andere via dit programma breder worden verspreid waardoor het project een sterke doorwerking krijgt.
Kansen met logistiek vastgoed in de energietransitie Logistieke faciliteiten gaan een grote rol spelen in de energietransitie. Ten eerste als plaatsen waar een steeds verder elektrificerend wagenpark moet worden opgeladen (wat leidt tot een grotere energievraag van logistiek vastgoed); ten tweede in de opwek van duurzame energie (met bijvoorbeeld zonnepanelen, met een groot maar fluctuerend aanbod voor eigen gebruik of teruglevering). Dit vraagt fysieke investeringen, en het optimaliseren van bedrijfsprocessen om vraag en aanbod van energie slim af te stemmen. Dit levert een geheel op van aansluitende en overlappende vraagstukken en afwegingen voor eigenaren en gebruikers van logistiek vastgoed en clusters van bedrijven op bedrijventerreinen, waarvan nog niet duidelijk is welke (sets van) vragen en trade-offs de meeste impact gaan hebben, en hoe betrokken partijen de meest passende oplossingsrichtingen kunnen definiëren. Dit project levert inzicht in de kansen en uitdagingen rondom logistieke faciliteiten die de energietransitie oplevert, en hoe beheerders en gebruikers hierin prioriteiten kunnen stellen. Dit gebeurt door - Het in kaart brengen van het huidige energiegebruik van de faciliteiten op een logistiek bedrijventerrein qua type gebruik, en over tijd. - Het schatten van de toekomstige energievraag op het bedrijventerrein. Dit levert (conceptueel) inzicht in de verschillende vraagstukken met betrekking tot energiemanagement en logistieke processen en de verbanden hiertussen, en (kwantitatief, op basis van data uit de praktijk) inzicht in de relatieve ordegrootte van deze vraagstukken en dynamiek over tijd. - Het definiëren van verschillende maatregelen om hiermee om te gaan (bijv. PV-capaciteit uitbreiden, distributie-infrastructuur verzwaren, batterij-opslag, smart grid oplossingen, en afstemming van logistieke processen op energiemanagement vraagstukken). Dit levert inzicht op in de omvang en prioritering van de benodigde investeringen en eventuele tradeoffs. In het project wordt samengewerkt met de beheerder van een logistiek bedrijventerrein ABC Westland, een energie-inkoopbureau en enkele logistieke (mkb-) dienstverleners gevestigd op ABC Westland.