Home care patients often use many medications and are prone to drug-related problems (DRPs). For the management of problems related to drug use, home care could add to the multidisciplinary expertise of general practitioners (GPs) and pharmacists. The home care observation of medication-related problems by home care employees (HOME)-instrument is paper-based and assists home care workers in reporting potential DRPs. To facilitate the multiprofessional consultation, a digital report of DRPs from the HOME-instrument and digital monitoring and consulting of DRPs between home care and general practices and pharmacies is desired. The objective of this study was to develop an electronic HOME system (eHOME), a mobile version of the HOME-instrument that includes a monitoring and a consulting system for primary care.
Introduction: Retrospective studies suggest that a rapid initiation of treatment results in a better prognosis for patients in the emergency department. There could be a difference between the actual medication administration time and the documented time in the electronic health record. In this study, the difference between the observed medication administration time and documentation time was investigated. Patient and nurse characteristics were also tested for associations with observed time differences. Methods: In this prospective study, emergency nurses were followed by observers for a total of 3 months. Patient inclusion was divided over 2 time periods. The difference in the observed medication administration time and the corresponding electronic health record documentation time was measured. The association between patient/nurse characteristics and the difference in medication administration and documentation time was tested with a Spearman correlation or biserial correlation test. Results: In 34 observed patients, the median difference in administration and documentation time was 6.0 minutes (interquartile range 2.0-16.0). In 9 (26.5%) patients, the actual time of medication administration differed more than 15 minutes with the electronic health record documentation time. High temperature, lower saturation, oxygen-dependency, and high Modified Early Warning Score were all correlated with an increasing difference between administration and documentation times. Discussion: A difference between administration and documentation times of medication in the emergency department may be common, especially for more acute patients. This could bias, in part, previously reported time-to-treatment measurements from retrospective research designs, which should be kept in mind when outcomes of retrospective time-to-treatment studies are evaluated.
Mkb-bedrijven in de maakindustrie vragen steeds meer om de-assemblage oplossingen, voor het uit elkaar halen van producten als deze End-of-Life zijn. De wens van bedrijven om ‘het goede’ te doen voor mens en klimaat, speelt een rol, maar duurzaamheid wordt natuurlijk ook steeds meer afgedwongen door CSRD, CSDDD, ESPR en andere regelgeving. Gezien de tekorten op de arbeidsmarkt zal dit (deels) geautomatiseerd en m.b.v. digitalisering aangepakt moeten worden. Veel bestaande producten zijn ontwikkeld zonder aandacht te besteden aan de-assemblage (ook wel demanufacturing). Werkvoorbereiding voor demanufacturing is nog niet geprofessionaliseerd. ‘Disassemblability’ ofwel de mate waarin een product gemakkelijk uit elkaar gehaald kan worden is een belangrijke variabele (Turkbay Romano et al., 2024). Kennis hierover, die wel door praktijkervaring aanwezig is, is niet geparametriseerd of gekoppeld aan specifieke producteigenschappen, waardoor elk demanufacturing plan ‘to-order’ gemaakt moet worden. Ook triage (Moeten we dit doen? Hoe gaan we het doen?) bij intake van productseries of individuele producten is belangrijk, maar criteria om te bepalen of hergebruik op product, component of materiaalniveau de moeite waard is ontbreken vaak. De stakeholders van dit project zien de noodzaak om stappen te zetten richting het vormgeven van de ‘demanufacturing guide’ in een productpaspoort, en het slim vullen hiervan, zodat ze benodigde de-assemblage handelingen en tools ‘smart’ kunnen bepalen, op basis van de -nu vaak beperkte- beschikbare productinformatie. Het doel van het project is dan ook te komen tot een gestandaardiseerde beschrijving voor de-assemblage, op basis van o.a. het fysieke product zelf, als onderdeel van een digitaal productpaspoort. Zo’n aanpak draagt bij aan hogere productiviteit, maar ook aan het beter voorspellen van de-assemblage kosten en daarmee het selecteren van producten met een interessante circulaire business case.
Fontys University of Applied Science’s Institute of Engineering, and the Dutch Institute for Fundamental Energy Research (DIFFER) are proposing to set up a professorship to develop novel sensors for fusion reactors. Sensors are a critical component to control and optimise the unstable plasma of Tokamak reactors. However, sensor systems are particularly challenging in fusion-plasma facing components, such as the divertor. The extreme conditions make it impossible to directly incorporate sensors. Furthermore, in advanced reactor concepts, such as DEMO, access to the plasma via ports will be extremely limited. Therefore, indirect or non-contact sensing modalities must be employed. The research group Distributed Sensor Systems (DSS) will develop microwave sensor systems for characterising the plasma in a tokamak’s divertor. DSS will take advantage of recent rapid developments in high frequency integrated circuits, found, for instance, in automotive radar systems, to develop digital reflectometers. Access through the divertor wall will be achieved via surface waveguide structures. The waveguide will be printed using 3D tungsten printing that has improved precision, and reduced roughness. These components will be tested for durability at DIFFER facilities. The performance of the microwave reflectometer, including waveguides, will be tested by using it to analyse the geometry and dynamics of the Magnum PSI plasma beam. The development of sensor-based systems is an important aspect in the integrated research and education program in Electrical Engineering, where DSS is based. The sensing requirements from DIFFER offers an interesting and highly relevant research theme to DSS and exciting projects for engineering students. Hence, this collaboration will strengthen both institutes and the educational offerings at the institute of engineering. Furthermore millimeter wave (mmWave) sensors have a wide range of potential applications, from plasma characterisation (as in this proposal) though to waste separation. Our research will be a step towards realising these broader application areas.
Een persisterende infectie met hoog-risico humaan papillomavirus (hrHPV) is de belangrijkste factor voor de ontwikkeling van afwijkingen in de baarmoederhals en het ontstaan van baarmoederhalskanker. Ongeveer 80% van de vrouwen loopt in haar leven een HPV infectie op, toch is het risico op kanker relatief laag. hrHPV infectie is noodzakelijk maar niet de enige factor die bijdraagt aan de ontwikkeling van baarmoederhalskanker. Er zijn aanwijzingen dat vaginoom afwijkingen, zoals een disbalans van micro-organismen in de vagina, cofactoren kunnen zijn voor een persisterende hrHPV infectie. Een eerste analyse van een kleine 1000 uitstrijken (waarvan de helft hrHPV-positief) die in het HPV expertisecentrum van het Jeroen Bosch ziekenhuis getest werden op aanwezigheid van een beperkt aantal verschillende bacteriesoorten liet zien dat dat in het hrHPV-positieve cohort statistisch significant meer vaginoom afwijkingen voorkwamen dan in het hrHPV-negatieve cohort. Dit motiveert ons een haalbaarheidsonderzoek te starten met als doel te bepalen of het vaginoom (het geheel van bacteriën, schimmels en virussen in de vagina) kan dienen als triagemarker voor een persisterende hrHPV infectie, die kan leiden tot baarmoederhalskanker. In dit onderzoek willen we het gehele vaginoom in kaart te brengen van een subgroep van vrouwen met en zonder hrHPV infectie. Sequencing technologieën zijn bij uitstek geschikt voor het in kaart brengen van een diversiteit aan micro-organismen op basis van hun genoom, maar kunnen arbeidsintensief zijn en genereren complexe data waardoor er een IT structuur voor (beveiligde) opslag en analyse nodig is. Samen met het HPV expertisecentrum en MKB partners willen we onderzoeken welke sequencing methode de meest betrouwbare resultaten geeft en het best bruikbaar is in een diagnostische laboratoriumsetting. Daarnaast zal onderzocht worden hoe we om moeten gaan met de gegenereerde data en opslag daarvan.