Er bestaan talloze verschillende benaderingen en uitwerkingen van de onderzoeksstrategie gevalsstudie. Al deze verschillende benaderingen hebben met elkaar gemeen dat we met een gevalsstudie een sociaal verschijnsel bestuderen door ons te concentreren op één geval. Een uitgebreide beschrijving luidt als volgt: een gevalsstudie is een intensief kwalitatief onderzoek van één geval dat in al zijn complexiteit wordt onderzocht. De nadruk ligt op het proceskarakter van het te onderzoeken geval in de natuurlijke setting waarbij de onderzoeker vaak participatief en explorerend te werk gaat. Deze explorerende werkwijze als ook het procesmatige karakter van het geval resulteren in het vervlechten van waarnemen en analyse gedurende een langere waarnemingsperiode en leiden tot een gedetailleerde beschrijving van het verschijnsel. Het geval kan bestaan uit een individu, gebeurtenis, organisatie, cultuur of samenleving. Algemene methodische principes van zowel de gevalsstudie als de meervoudige gevalsstudie zijn: aandacht voor leefwereld/praktijk van de betrokkene(n); concrete handelingspraktijken vanuit leefwereld/intenties/begrippen; triangulatie als kwaliteitscontrole voor de verzamelde data.
DOCUMENT
De afgelopen periode is er een afname geweest in de trek naar duurzame wijken.Onderzocht moet worden welke motieven kopers en huurders van duurzame woningen hebben. Hier kan de bouw dan rekening mee houden in de toekomst en kan eventuele leegstand worden voorkomen. De vraagstelling die centraal staat in dit onderzoek luidt: Wat zijn de beweegredenen redenen van de huidige en/ of oorspronkelijke bewoners om zich te vestigen in de duurzame wijk de Meanderhof te Zwolle?Ook de opdrachtgever heeft een doel bij dit onderzoek; zij wil in het kader van wonen en duurzaamheid weten wat kopers beweegt om een energiezuinige en duurzame woning te kopen. Aan de hand van negen deelvragen zal er een gedegen antwoord worden geven op deze probleemstelling. De Meanderhof is een duurzame wijk, bestaande uit 53 woningen; 33 koop woningen en 20 huurwoningen inclusief buurthuis.Voor het onderzoek naar de bewegingsredenen zal ‘triangulatie’ als onderzoeksmethode worden gehanteerd. Er is gekozen voor een gestructureerde dataverzamelingsmethode in de vorm van een enquête. De inwoners van de Meanderhof zijn de onderzoekseenheden.In totaal was er een respons van 56%. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de Meanderhof voornamelijk is opgebouwd uit gezinnen met kinderen. De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 42 jaar. Een belangrijke reden om naar de Meanderhof te verhuizen was voor veel van de respondenten het mens- en milieuvriendelijk wonen, daarnaast het sociale aspect en de flexibiliteit in aanpassing van de woning. Het zijn vooral de eerste bewoners van de Meanderhof welke de hoge sociale betrokkenheid en de gezamenlijke tuin en activiteiten hoog in het vaandel hebben staan. Tot slot is er een verband tussen het opleidingsniveau en de bewuste keuze voor duurzaamheid.Studentenonderzoek in het kader van het thema Duurzaam bouwen
DOCUMENT
Toetsen wordt vaak ingezet als afsluiting van het leerproces. Dat is jammer, omdat hiermee ook het leren stopt. Door toetsing en leren (meer) met elkaar te integreren kan ‘het toetsen’ worden ingezet om zicht te krijgen op het leerproces, en om het leren te sturen en stimuleren. Programmatisch toetsen is een van de onderwijsconcepten waarbij het leren en toetsen wordt geïntegreerd. In deze masterclass vertellen experts Liesbeth Baartman, Tamara Schilt-Mol en Bas Agricola hoe je het concept ‘programmatisch toetsen’ kunt toepassen in je eigen onderwijscontext.
DOCUMENT
Deze beschouwing beschrijft de empirische evidentie over het effect van kunst als interventie op de sociale cohesie en leefbaarheid. Het doel van deze beschouwing is inzicht krijgen in de effecten van kunst op de sociale cohesie en leefbaarheid van de stad Utrecht en hoe de gemeente Utrecht kunst toepast in het veiligheidsbeleid. Modellen en grafieken die in deze beschouwing aan bod komen zijn een middel om de effectiviteit van kunstinterventies in te schatten voor het werkveld.
DOCUMENT
In opdracht van de Gemeente Den Haag en de faculteit ‘Astronomy and Society’ van de Universiteit Leiden, presenteren wij hierbij de evaluatie van het project ‘Studenten voor Educatie’ (hierna te noemen: 'het project'). De evaluatie beoogt bij te dragen aan een duurzame en strategisch partnerschap tussen de gemeente, de basisscholen en Stichting Brede Buurtschool als ook studenten. Samenwerking tussen deze partners staat centraal in het project. Dit project beoogt met gerichte inzet van tutoring door studenten, basisscholen te ondersteunen bij verschillende uitdagingen die zijn veroorzaakt en/of verergerd door de COVID19 -pandemie met langdurige gevolgen, zoals: 1. Leerachterstand—veel leerlingen raken steeds verder achterop in hun academische, creatieve en emotionele ontwikkeling; 2. Werkdruk — de werkdruk voor leerkrachten neemt tegelijkertijd exponentieel toe.
DOCUMENT
The onset of mental health problems generally occurs between the ages of 16 and 23 – the years in which young people follow post-secondary education, which is a major channel in our society to prepare for a career and enhance life goals. Several studies have shown that students with mental health problems have a higher chance of early school leaving. Supported Education services have been developed to support students with mental health problems to remain at school. The current project aims to study the effect of an individually tailored Supported Education intervention on remaining at school, study success, and satisfaction of students with mental health problems studying at an institute for intermediate vocational education and a university of applied sciences in the Netherlands.
DOCUMENT
Het TEACCH-curriculum (Mesibov, Shea, & Schopler, 2004) beschrijft autisme als een andere cultuur, zoals het de manier bepaalt waarop mensen denken, voelen en zich gedragen. In dit onderzoek heb ik dit vertaald naar ‘de wereld van autisme’. Mensen met autisme hebben ‘vertaling’ nodig om te kunnen begrijpen en begrepen te worden. Ik heb het model van de ijsberg (MCClelland) gebruikt om aan te geven dat ‘niets is wat het lijkt’. Aan het gedrag wat je ziet (de top van de ijsberg) liggen vele oorzaken ten grondslag (onder de waterspiegel). Om een leerling met autisme te kunnen ‘verstaan’, en een aansluiting te kunnen maken waar hij nodig is, moet je onder de waterspiegel kijken. Om professionals in de praktijk op het STIP VSO Utrecht deze vertaling te bieden, ben ik op zoek gegaan naar antwoord op de volgende vraag: Op welke manier kunnen de unieke behoeften, beperkingen en kwaliteiten van elke leerling met autisme en een verstandelijke beperking op het STIP VSO overzichtelijk in beeld gebracht worden, zodat deze informatie toegankelijk is voor de professionals die met deze leerlingen werken? Eén van de uitkomsten van dit onderzoek is de ontwikkeling van een pASSpoort. In de keuze voor relevante aspecten, invulling en vormgeving van dit pASSPoort heb ik, gesteund door een stevig theoretisch kader, praktijkonderzoek gedaan op vier scholen voor (V)SO-ZMLK. Op het STIP VSO Utrecht heb ik het kernteam, de leerkrachten en diverse onderwijsprofessionals, waaronder een aantal ouders van leerlingen met ASS en VB, bevraagd. Het (h)erkennen van de andere wereld, het andere (be)leven, van een leerling met ASS en VB, ondersteund door dit pASSpoort, zal veel over (of onder-)vraging, en hierdoor stress, voorkomen.
DOCUMENT
Dit onderzoek speelt zich af tegen het licht van een aantal belangrijke en veelomvattende maatschappelijke veranderingen, zoals geformuleerd in het recent verschenen rapport Meer van waarde van de Vereniging Hogescholen (2014): De door ontwikkeling van de netwerksamenleving De druk op de overheidsfinanciën De decentralisatie van sociaal beleid en de bijbehorende transities Deze veranderingen zijn van invloed op de ontwikkeling van de Social Worker en vragen om een actualisering van de professionele inzet. Met name het aansluiten bij de participatie en zelfregie van hulpvragers (zoals omschreven in ‘Meer van waarde’, 2014) vormt een aanknopingspunt voor studenten die zich vanuit eigen ervaring kunnen identificeren met hun cliënten. In toenemende mate ontstaat binnen het onderwijs ook de overtuiging dat het werken met eigen ervaring een plek moet krijgen in de beroepsopleiding. Ervaringskennis vormt een erkende derde kennisbron naast kennis uit theorie en praktijk. Deze en meer vormden de aanleiding om een verkenning te doen, welke studenten behoren tot de eerder benoemde groep (a), óf zij hun ervaringen willen inzetten in een beroeps/ opleidingskader (b) en wat zij aangeven nodig te hebben om hun ervaringen te bewerken (c).
DOCUMENT
Ouderen wonen langer zelfstandig en behouden steeds langer hun eigen dentitie. Een slechte mondgezondheid kan een negatieve invloed op de algemene gezondheid hebben. E-health heeft al zijn entree in de gezondheidszorg gemaakt en draagt bij aan de zelfzorg en gedragsverandering van patiënten. Toch wordt e-health in de mondzorgkunde nog beperkt gehanteerd. Artikel over 'Gebruik van informatietechnologie ter ondersteuning van de mondzorg van thuiswonende ouderen' verschenen in Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde. 2018; 125: 461-466
MULTIFILE