De geruchtmakende uitzending van Peter R. de Vries op 3 februari 2008 over de raadselachtige verdwijning van Natalee Holloway heeft naast psychologische en strafrechtelijke ook media-ethische vragen opgeroepen. Zo is er de vraag wanneer je in een informatief programma gebruik mag maken van de verborgen camera. En mag je iemand interviewen wanneer je merkt dat hij stoned is? Moet zo iemand niet tegen zichzelf in bescherming worden genomen? Wat te doen wanneer je als redactie tot de conclusie komt, dat iemand een pathologische leugenaar is? Moet je dat dan niet minstens expliciet in de uitzending melden? Zonder twijfel was er sprake van wat wel 'trial by media' genoemd wordt: los van de strafrechtelijke schuld en veroordeling is er de veroordeling door de media bij wijze van volksgericht. Voor het grote publiek is Joran van der Sloot de schuldige. De schandpaal staat niet meer op het marktplein, maar in onze huiskamers.
LINK
In 2007 is een project gestart waarin Avans Hogeschool, Rabobank, ING en Content Executive participeerden. De opzet was jonge Hbo-studenten van de voltijdopleiding Management, Economie en Recht (MER) in een driejarig duaal traject voor te bereiden op een passende functie bij een van de banken. Het project heb ik in een vorige column genoemd als voorbeeld van goede samenwerking met een heldere rolverdeling: de hogeschool leidt op, het uitzendbureau verzorgt tijdelijk de werkgeversfunctie en de bank biedt eerst stageplaatsen en vervolgens een baan aan het eind van een succesvol verlopen traject
DOCUMENT
Binnen het onderzoeksprogramma Co-makership Leven Lang Leren van hetlectoraat Flexicurity van het Kenniscentrum Arbeid (kca) van de HanzehogeschoolGroningen (hg) is een toegepast onderzoeksproject uitgevoerd naar devraag hoe uitzendbureaus en een hogeschool (zoals de hg) elkaar kunnenversterken bij hun functie op en voor de regionale arbeidsmarkt. In het bijzondergaat het daarbij om de stimulering van arbeidsmobiliteit en Leven Lang Leren(lll). Steeds snellere veranderingen op de (regionale) arbeidsmarkt nopen totarbeidsmobiliteit, en zowel individuen als organisaties zullen flexibel op dieveranderingen moeten reageren. Dit impliceert dat een initiële opleiding nietvolstaat, maar dat volwassenen later in de loopbaan verder leren. Een ‘LevenLang Leren’ wordt gezien als één van de middelen om flexibel en mobiel op dearbeidsmarkt te blijven of worden.
DOCUMENT