Het is opmerkelijk om te zien hoe met de verschuiving van de rol van de provincie het begrip 'ruimtelijke kwaliteit' is opgekomen als sleutelterm in het ambtelijk jargon. Het kwaliteitsbegrip wordt daarbij in toenemende mate in stelling gebracht om twee vormen van taalgebruik te verbinden die eigen zijn aan de manier waarop planning de ruimte benadert.
DOCUMENT
De markt van groepsvakanties en groepsuitjes is sterk in beweging. Mensen gaan steeds meer in groepsverband op pad in wisselende samenstelling. Het aanbod kent steeds meer spelers naast de traditionele groepsaccommodaties. Ook op het gebied van marketing is de sector in beweging met een veelheid aan boekingsplatforms en groepsaccommodatie-ondernemers die het heft in eigen hand nemen. En tot slot kent ook de belangenbehartiging een roerige tijd met de oprichting van de stichting Groepsaccommodaties Nederland (GAN). GAN is een jonge brancheorganisatie die staat voor de belangenbehartiging en promotie van de op dit moment ca. 100 leden, allemaal ondernemers met één of meerdere groepsverblijven. Gelet op al deze ontwikkelingen heeft GAN het initiatief genomen om te komen tot een nieuwe strategische visie voor de groepsaccommodaties. Waar staat deze bedrijfstak voor, wat komt er op de ondernemers af en hoe kunnen ze hierop inspelen? Voor de ontwikkeling van deze visie heeft GAN samenwerking gezocht met het Centre of Expertise Leisure, Tourism and Hospitality (CELTH) en de Hogescholen Breda University of Applied Sciences (BUas; voorheen bekend als NHTV) en NHL Stenden, die hiervoor ook haar European Tourism Futures Institute heeft ingezet. De onderwijsinstellingen hebben met inzet van docenten en studenten diverse deelonderzoeken uitgevoerd die als ‘bouwstenen’ voor het proces op weg naar de visie beschouwd kunnen worden. Aanvullend is nog een schriftelijke enquête gehouden onder (450) groepsaccommodaties in Nederland (respons 34%).
DOCUMENT
In 41x Peter de Bois / Vitale Stad 2009- 2014 worden 41 columns van Peter de Bois gepubliceerd. Deze zijn verschenen vanuit zijn rol als hoofdredacteur van Vitale Stad. Dit vakblad biedt hoogwaardige en onafhankelijke kennis over de stad en beschrijft wat er gebeurt op het snijvlak van fysiek en sociaal. Vitale Stad duidt niet alleen de problemen, maar zoekt nadrukkelijk naar de oplossingen. Dit boek vormt een naslagwerk en inspiratiebron voor professionals die zich bezighouden met stedelijke vernieuwing en leefbaarheid. De inhoud speelt in op de sociale, fysieke én economische vraagstukken waar onze steden mee kampen
DOCUMENT
In Nederland worden vakken zoals aardrijkskunde, geschiedenis en economie soms apart van elkaar gegeven, maar regelmatig ook geïntegreerd. In het primair onderwijs wordt gesproken van 'zaakvakken', in het voortgezet onderwijs van 'Mens- en Maatschappijvakken'. Redenen om deze vakken te integreren en manieren waarop dat gebeurt, zijn heel divers. De onderzoeksgroep doet onderzoek naar wat werkt als wordt samengewerkt.
Ik wil onderzoeken wat het naoorlogse proces van verstedelijking heeft betekend voor de ruimtelijke ontwikkeling, de inrichting en het karakter van de noordelijke regio. In het bijzonder ben ik benieuwd naar de opvattingen over de gewenste relatie tussen stad en land die daarin bepalend zijn geweest, hoe deze zijn terug te vinden in beleidsuitgangspunten en ruimtelijke concepten, maar vooral ook in gerealiseerde stedenbouwkundige plannen. Deze kennis van het (historisch) verloop van het voortgaande verstedelijkingsproces, van de (verschuivende) percepties op de stad-land relatie en hoe deze zich vertaalden in wat er daadwerkelijk is gebouwd en aangelegd vergroot het begrip en inzicht in de huidige ruimtelijke orde van Noord-Nederland. Het onderzoek leidt niet tot pasklare antwoorden voor de omgang met het continue proces van verstedelijking, maar reikt wel suggesties aan voor mogelijke interpretaties van de noorderruimte, haar (recente) geschiedenis en haar potentieel voor de toekomst.verstedelijking, urbanisatiestad-land relatieVerstedelijkend landschapRuimtelijk ontwerpen aan de relatie tussen stad en land in Noord-NederlandNoord-Nederland is op te vatten als een cultuurlandschap dat voortdurend verandert, onder invloed van natuurlijk processen en menselijk ingrijpen. Vooral in de periode vanaf 1945 is dit ontwikkelingsproces aanzienlijk versneld. Noord-Nederland heeft in relatief korte tijd diverse transformaties ondergaan die de fysieke verschijning, het gebruik en de betekenis ervan hebben veranderd. Belangrijke drijvende krachten achter deze transformaties zijn twee maatschappelijke processen: ‘modernisering’ en ‘welvaartsontwikkeling’.Het onderzoek vergroot het inzicht in de wijze waarop deze drijvende krachten de ruimtelijke ontwikkeling van Noord-Nederland hebben bepaald; hoe ze in het landschap zijn ‘neergeslagen’, hoe ze doorwerken in de ruimtelijke perceptie en hoe ze huidig en toekomstig gebruik van de ruimte beïnvloeden. In het onderzoek gebeurt dat door de nadere bestudering van het proces van verstedelijking. Dit is een wezenlijke manifestatie van deze krachten en speelt een belangrijke rol in de naoorlogse ruimtelijke transformatie(s) van Noord-Nederland.Het onderzoek zelf bestaat uit een exploratie van de verschillende manieren waarop ruimtelijke planners en ontwerpers vanaf de jaren vijftig tot heden - in opdracht van en in samenwerking met diverse actoren (overheden, publieke en private partijen) - de verstedelijkingsopgaven van Noord-Nederland hebben benaderd en vormgegeven. Centraal staan de interpretaties van het stad-land vraagstuk. Deze worden opgevat als de maatschappelijke vraag hoe met het verstedelijkingsproces moet worden omgegaan. Kennis van dit proces en de verschuivingen in de percepties op de stad-land relatie vergroten het begrip van de huidige ruimtelijke orde van Noord-Nederland. Deze inzichten zijn van belang om te kunnen komen tot een veerkrachtige inrichting van de gebouwde omgeving en een kwalitatief hoogwaardig en duurzaam leefklimaat in Noord-Nederland.