In Nederland alleen al lijden 1,4 miljoen mensen aan hart- en vaatziekten en wereldwijd worden maar liefst 45% van alle sterfgevallen gerelateerd aan hart- en vaatziekten. Leefstijlfactoren zoals voeding en beweging hebben een grote invloed op de gezondheid van het hart. Door leefstijlondersteuning als preventie en als behandeling in te zetten kan 80% van alle hart- en vaatziekten voorkomen worden. Helaas vormt leefstijlondersteuning doorgaans geen volwaardig onderdeel van de behandeling van patiënten met hart- en vaatziekten. Om effectieve leefstijlondersteuning te bewerkstelligen moet die toegespitst worden op de persoonlijke voorkeuren en sociale omgeving van het individu. In de reguliere gezondheidszorg ontbreekt het aan tijd en middelen om dit voor iedere patiënt te realiseren. In dit project wordt daarom door middel van de inzet van draagbare zelfmeettechnologie en kunstmatige intelligentie gewerkt aan een tool die automatisch gepersonaliseerde leefstijlondersteuning aanbiedt. Het onderhavige project richt zich daarbij op hart- en vaatziektepatiënten in de leeftijd van 40-70 met aangepaste leefstijladviezen, omdat vooral bij deze groep een gepersonaliseerde aanpak veel baat kan hebben op zowel korte als langere termijn. Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een AI-gedreven e-health oplossing, die deze groep hartpatiënten activeert om hun leefstijl en gezondheid te verbeteren. In het huidige project wordt een belangrijke stap gezet met het specifiek ontwikkelen van een module met doelgroep-specifieke en op de patiënt afgestemde voedings- en beweegondersteuning en manieren om dat zo aantrekkelijk en effectief mogelijk aan te bieden. Opbrengsten van dit project zijn adviezen en voorgestelde inhoud voor de beoogde tool. Deze zijn ontwikkeld voor voeding, voor bewegen -gericht op inspanning en ontspanning- en voor motiverend (game)design.
Voelen kinderen en jongeren zich voldoende gerepresenteerd en aangesproken in het kunstonderwijs dat ze aangeboden krijgen? Deze vraag stond centraal op de Hanze Kunsteducatie werkveldbijeenkomst over Re/Presentatie in Kunsteducatie van 21 november 2024. Het thema van de bijeenkomst komt voort uit een deelproject van het onderzoeksproject Re/Presenting Europe1 waarin het lectoraat Kunsteducatie participeert.
Trends in eiwittransitie kunnen regionaal verschillen. In groeiende economieën verschuiven diëten wereldwijd van plantaardige naar dierlijke eiwitten. In veel economisch ontwikkelde regio's gebeurt echter het tegenovergestelde vanwege de zorg voor milieu en gezondheid. Wij onderzochten de relatie tussen vijf drijvende krachten en eiwittransitietrends zoals deze worden ervaren door jongvolwassenen in ontwikkelde regio's in China (Shanghai) en Nederland (Amsterdam, lees: de Randstad). De onderzochte drijvende krachten waren: milieubewustzijn; het beleid; cultuur; geld; en gezondheid. De gegevens zijn verkregen door 200 vragenlijsten te laten beantwoorden in beide regio's. De resultaten geven aan dat jongvolwassenen in Shanghai meer dierlijke eiwitten consumeren dan plantaardige eiwitten, maar dat er een verandering naar plantaardige eiwitten is ingezet, terwijl de trend van jongvolwassenen in Amsterdam om plantaardig eiwit te consumeren al verder ontwikkeld is. De rangschikking van de drijvende krachten in Shanghai was Geld> Milieubewustzijn> Gezondheid> Cultuur> Beleid, en in Amsterdam Gezondheid> Milieubewustzijn> Geld> Beleid> Cultuur. Eiwitkeuzes in de voeding van jongvolwassenen worden dus in Shanghai door andere drijvende krachten bepaald dan in Amsterdam
MULTIFILE
In de transitie naar duurzame voedselsystemen is de consumptie van duurzaam geproduceerd vlees een eerste stap. Vlees eten is diepgeworteld in onze eetcultuur. Het veranderen van eetpatronen naar minder vlees (flexitariërs), geheel geen vlees (vegetariërs, veganisten) of de overstap naar vleesvervangers/kweekvlees, vraagt tijd. Om op kortere termijn een verschil te maken, zal het stimuleren van de keuze van consumenten voor duurzaam geproduceerd vlees in belangrijke mate bijdragen aan de gewenste verandering richting ‘minder en beter’. In aanvulling op hedendaagse vervangingsstrategieën van retailorganisaties, beoogt dit project consumentenpull naar duurzame vleesproducten te realiseren. Dit vraagt om specifieke tactieken, wetende dat consumenten een intention-behaviour gap vertonen met betrekking tot duurzaamheid: de wil is er, maar vertaalt zich onvoldoende in koopgedrag. Dit komt doordat een sociaal dilemma optreedt: een ego-belang in strijd met een maatschappelijk belang. Om dit te overkomen, is een combinatie van intentiebeïnvloeding, bewijsvoering en gedragsbeïnvloeding nodig. Kennis hiervan is echter gefragmenteerd, onvoldoende doorgedrongen in de praktijk en niet specifiek genoeg om consumentengroepen met een latente vraag voldoende aan te spreken. DIERZAAM zal integrale (marketing)principes ontwikkelen voor duurzame gedragsverandering, om het marktaandeel van duurzame vleesproducten te vergroten en daarmee bij te dragen aan de transitie van het voedselsysteem. Met een Design Thinking aanpak ontwikkelen we een breed en diep beeld van consumentenmotivaties en -gedrag. Vanuit dit beeld worden iteratief interventies ontwikkeld: van idee naar prototype naar test bij die consumentensegmenten waar de relevantie, en daarmee mogelijke impact, het grootst is. De centrale onderzoeksvraag luidt: “Hoe kunnen positionerings-, waarborgings- en gedragsbeïnvloedende strategieën het koopgedrag van duurzaam vlees van specifieke consumentengroepen zodanig stimuleren dat een groter marktaandeel van duurzaam vlees wordt bereikt?” Het consortium achter dit voorstel bestaat uit diverse MKB-organisaties, zoals producenten van duurzame vleesproducten, marketing- en communicatiespecialisten, ketenpartners, brancheverenigingen en kennispartners op gebied van consumentenpsychologie, gedragsverandering en agrifood & business.