BACKGROUND: This paper reports a study about the effect of knowledge sources, such as handbooks, an assessment format and a predefined record structure for diagnostic documentation, as well as the influence of knowledge, disposition toward critical thinking and reasoning skills, on the accuracy of nursing diagnoses.Knowledge sources can support nurses in deriving diagnoses. A nurse's disposition toward critical thinking and reasoning skills is also thought to influence the accuracy of his or her nursing diagnoses.METHOD: A randomised factorial design was used in 2008-2009 to determine the effect of knowledge sources. We used the following instruments to assess the influence of ready knowledge, disposition, and reasoning skills on the accuracy of diagnoses: (1) a knowledge inventory, (2) the California Critical Thinking Disposition Inventory, and (3) the Health Science Reasoning Test. Nurses (n = 249) were randomly assigned to one of four factorial groups, and were instructed to derive diagnoses based on an assessment interview with a simulated patient/actor.RESULTS: The use of a predefined record structure resulted in a significantly higher accuracy of nursing diagnoses. A regression analysis reveals that almost half of the variance in the accuracy of diagnoses is explained by the use of a predefined record structure, a nurse's age and the reasoning skills of `deduction' and `analysis'.CONCLUSIONS: Improving nurses' dispositions toward critical thinking and reasoning skills, and the use of a predefined record structure, improves accuracy of nursing diagnoses.
Het lectoraat Transmurale Ouderenzorg is onderdeel van het kenniscentrum ACHIEVE van de faculteit Gezondheid. ACHIEVE heeft ‘Complex Care’ als focus. De complexiteit van de acute zorg voor oudere patiënten, waarin samenwerking en coördinatie van essentieel belang zijn, sluit hier naadloos op aan.
BACKGROUND: It is difficult to diagnose constipation for people with severe or profound intellectual disabilities. Definitions for this are ambiguous, and the symptoms and signs are often unnoticed. The aim of this study is to identify clear definitions of constipation for people with different levels of intellectual disabilities and to identify signs and symptoms.METHOD: Guided by the PRISMA statement, a systematic review of the literature was conducted within electronic databases MEDLINE, Embase, CINAHL, Cochrane, and PsycINFO. Definitions, signs, and symptoms were extracted and the quality of definitions was assessed.RESULTS: In total, 24 studies were included. Quality of definitions ranged from poor to good quality. Standard and referenced definitions were used in ten studies, a self-composed definition was employed in eleven studies; and three studies did not refer to a source of the definition. The self-composed definitions had not been evaluated after being used for the target group, and no scientific substantiation was available. A broad range of signs and symptoms were described.CONCLUSIONS: No substantiated definition has been ascertained for constipation for people with severe or profound intellectual disabilities. Further research will be necessary to identify which signs and symptoms are important for defining constipation in this target group.
Het aantal mensen in Nederland met en na de diagnose kanker neemt toe. Door de aanwezigheid van vroege en late gevolgen van kanker groeit ook de behoefte aan nazorg. In de fase na behandeling hebben patiënten minder intensief contact met oncologieprofessionals en staan consulten in het teken van nacontrole. Nazorg is in veel mindere mate onderwerp van gesprek; een structurele aanpak ontbreekt. Met het oog op de toekomst zal nazorg steeds meer plaats gaan vinden in de eerste lijn. Bij huisartsen en praktijkondersteuners is nog maar weinig kennis en ervaring aanwezig op dit gebied. Nazorg is maatwerk, behoeften verschillen van patiënt tot patiënt, kunnen betrekking hebben op verschillende klachten (lichamelijk, psychosociaal, leefstijl) en kunnen variëren over tijd. We willen in deze aanvraag verkennen welke informatie nodig is om patiëntprofielen te identificeren en hoe het gebruik van patiëntprofielen de verwijzing naar kankernazorg in de eerste en tweede lijn kan optimaliseren. Om tot patiëntprofielen te komen is een verkenning nodig van kenmerken die mogelijk een rol spelen en de manier waarop deze variabelen onderling samenhangen bij (combinaties van) klachten en voorkeuren voor nazorg. Hiervoor gaan we in gesprek met voormalige kankerpatiënten en zorgprofessionals (specialisten, huisartsen en verpleegkundigen), waarbij eveneens aandacht is voor behoeften en randvoorwaarden om het gebruik van patiëntprofielen duurzaam te implementeren in de zorgpraktijk. Daarnaast gaan we na of datamining technieken toegepast kunnen worden om inzicht te krijgen in de rol en samenhang van variabelen, hetgeen ons mogelijk in staat stelt om algoritmes te bouwen waarmee we (combinaties) van klachten en voorkeuren voor nazorg kunnen voorspellen. In deze aanvraag bundelen we de krachten en werken we nauw samen met professionals vanuit verschillende disciplines.
Value-based healthcare (VBHC) kent een aandoening-specifieke aanpak, gericht op een zorgpad na diagnose en start van behandeling. De aanpak is nog sterk ziekenhuiszorg- georiënteerd en zou zich meer op de volledige zorgcyclus moeten richten. In dit project gaan we onderzoeken hoe preventie geïntegreerd kan worden in de VBHC-benadering. Hiervoor gaan we voor hartrevalidatie in kaart brengen hoe uitkomstinformatie, inclusief patiënt-gerapporteerde uitkomsten, ingezet kan worden bij het samen beslissen over gepersonaliseerde zorg en preventie. Het consortium bestaat uit MKB-partner PRO-F (e-health hartrevalidatie), praktijkpartners Medisch Spectrum Twente (Santeon-Ziekenhuis, thoraxcentrum) en Santeon (samenwerkingsverband zeven topklinische ziekenhuizen), Saxion lectoraten Verpleegkunde en Waarde van Reclasseren (maatschappelijke impact) en Hanzehogeschool lector Waardegedreven Zorg. Door middel van literatuuronderzoek en kwalitatief onderzoek wordt verkend waar de kansen liggen voor het integreren van secundaire preventie in de VBHC-benadering in de hartrevalidatie. Aan de hand van drie focusgroepen met patiënten, verpleegkundigen/artsen en experts worden de voor de patiënt relevante zorguitkomsten verhelderd. Op basis hiervan wordt de vertaalslag gemaakt naar gepersonaliseerde zorguitkomsten en hoe e-health oplossingen dit proces kunnen ondersteunen. Hiermee bieden we (1) inzicht in de mogelijkheden voor preventie binnen de VBHC-werkwijze, (2) kennis over hoe gepersonaliseerde zorg en samen beslissen gefaciliteerd kunnen worden, (3) inzicht in de rol die e-health oplossingen kunnen spelen, (4) kennis over de rol van de verpleegkundige in dit vraagstuk, en (5) een kwalitatief beeld van de impact hiervan.