DOEL: Deze studie onderzoekt de mogelijke invloed van gender op de historische dynamiek rond verpleegkundig leiderschap. METHODE: Gebruikmakend van een historische onderzoeksbenadering voert deze studie een bronnenanalyse uit met gender als analytische lens, gericht op de ontwikkeling van het verpleegkundig directeurschap in het Sint Radboudziekenhuis vanaf de oprichting van de medische kliniek (1956) tot de uitsluiting van de verpleegkundig directrice uit de directie (1971). RESULTATEN: Er worden zes gendergaps geïdentificeerd, namelijk verschillen in vermeende capaciteiten en kwaliteiten, werk-privébalans, opleiding, salarisstructuur, ondersteuning en gebruik van retoriek. Dit wijst op betrokkenheid van stereotype denkbeelden bij het vormen van de genderasymmetrie binnen het verpleegkundig beroep en de perceptie ervan op de werkplek en daarbuiten. DISCUSSIE: Een geleidelijke uitsluiting van verpleegkundigen op basis van geslacht op strategisch niveau in directies wordt benadrukt. Deze asymmetrie en vooroordelen creëerden een onevenwichtig speelveld, wat de onderhandelingen over de status van het verpleegkundig beroep bemoeilijkte en belemmeringen opwierp voor verpleegkundig leiderschap. CONCLUSIE: Het zichtbaar en bespreekbaar maken van deze vooroordelen kan het bewustzijn vergroten over de wijze waarop historisch gegroeide ideeën en overtuigingen hedendaags verpleegkundig leiderschap beïnvloeden.
LINK
Pianist Misha Mengelberg (79) wordt beschouwd als de meest invloedrijke jazzmusicus binnen de Nederlandse jazzmuziek. Maar Mengelberg heeft dementie en kampt de laatste jaren met toenemende geheugen- en taalproblemen. Al zal de rol van muziek in zijn leven nooit veranderen, ook niet nu hij de ziekte van Alzheimer heeft. Psycholoog Frans Hoogeveen beaamt dit: “Muziek brengt herinneringen en emoties tot leven. Daar kunnen mensen met dementie ook nog steeds van genieten.”
Het Raak-pro project ‘Zorg voor het welzijn van ouderen’ heeft een bijdrage geleverd aan het antwoord op de vraag van de praktijk hoe met het oog op de dubbele vergrijzing, ontgroening en kostenbeheersing een duurzame bijdrage geleverd kan worden aan de verhouding tussen de personele samenstelling enerzijds en veiligheid en welbevinden van ouderen anderzijds. Het project heeft tot grote tevredenheid van het management van de betrokken instellingen inzicht gegeven in de uitvoering van het werk door de verschillende niveaus verzorgenden en verpleegkundigen voor wat betreft hun activiteiten, hun tijdbesteding en de kwaliteit van de schriftelijke rapportage. Het project heeft ook gezorgd voor een goede samenwerkingsrelatie met deze betrokken zorginstellingen. Om zicht te krijgen op de activiteiten van het verzorgend en verpleegkundig personeel is een meetinstrument ontwikkeld genaamd de Groningen Observational Instrument for Long Term Institutional Care (GO-LTIC). Hiermee is het tijdsbestedingonderzoek gedaan. De kwaliteit van de rapportage is beoordeeld met behulp van een bestaand meetinstrument, de D-Catch (ook ontwikkeld in Groningen). De D-Catch meet de accuraatheid van de rapportage in termen van opname gegevens, verpleegkundige diagnostiek, interventies, voortgang en uitkomsten. Het meetinstrument is gevalideerd voor de ziekenhuis setting en nu in het bovengenoemde Raak-pro project ook voor gebruik in de langdurige zorg. Nationaal en internationaal is er belangstelling voor de toepassing van de GO-LTIC van bijvoorbeeld van managers van collega-zorginstellingen van de direct bij het project betrokken instellingen. Ook deze managers willen inzicht in het werk van hun verzorgend en verpleegkundig personeel ten behoeve van de personele planning. De GO-LTIC is echter vrij arbeidsintensief doordat het afgenomen moet worden door observatoren die een bepaalde periode met het personeel mee moeten lopen. De D-Catch beoordeelt de kwaliteit van de rapportage maar laat de vraag onbeantwoord of de rapportage ook daadwerkelijk een weergave is van de activiteiten die de verzorgenden en verpleegkundigen hebben ondernomen. Beide instrumenten kunnen echter worden verbeterd met behulp van de TOP-up subsidie We kunnen de vraag of de rapportages daadwerkelijk activiteiten van verzorgenden en verpleegkundigen gaan beantwoorden doordat we de beschikking hebben over datasets van de D-Catch en GO-LTIC die in het Raak-pro project ‘Zorg voor het welzijn van ouderen’ zijn verzameld. Door koppeling van deze datasets wordt duidelijk of het verplegend personeel ook daadwerkelijk de zorg uitvoert die zij gerapporteerd heeft en of zij de zorg rapporteert die ze heeft uitgevoerd. De toepassing van de GO-LTIC wordt dan eenvoudiger omdat dan vanuit de rapportage de tijdsbesteding van verzorgend en verpleegkundig personeel gemeten kan worden. De toepassing van de D-Catch wint aan waarde omdat het ook ingezet kan gaan worden om de betrouwbaarheid van rapportages te meten als daadwerkelijke afspiegeling van uitgevoerde activiteiten. Managers hebben daar belang bij omdat zij deze gebruiken voor het beoordelen van de zorgzwaarte van de bewoners, waar weer de financiering van afhankelijk is.