“De hulpverlening was grenzeloos: er was geen kader, geen bescherming en geen respect.” Prangende vragen blijven over. Er is vakinhoudelijk en analytisch gereedschap nodig om de op het proces en de communicatie gerichte stijl van hulp te verbeteren. De huidige focus van professionals pakt slecht uit voor een deel van de ingewikkelde scheidingen. Er is te weinig erkenning voor de verschillende posities. Passende hulp vraagt om verdieping, begrenzing, bemiddeling en herstel. Allereerst kan passende hulp differentiëren en maatwerk leveren. Er is geen standaardbenadering. Het probleem is niet op te lossen aan de oppervlakte. De grondige analyse gaat in op wat er in dat geval nodig is. Ten tweede wordt actief gewerkt aan herstel van veiligheid voor kinderen en ex-partners. Dat betekent: benoemen en erkennen van het vroegere geweld en attent zijn op huidig geweld. Heftige emoties herkennen en er op ingaan. Schadelijk gedrag begrenzen, alert zijn op macht, intimidatie en controle, normen stellen en letten op de naleving ervan. Veiligheid vergroten, want veiligheid maakt sterk. Door empowerment neemt de polarisatie af en slijten de scherpe randjes van het slachtoffer- en daderschap. Normaliseren waar het kan, afhechten wanneer het moet. Soms is eenhoofdig gezag de beste optie (Dijkstra, 2014). Ten derde kunnen bemiddeling en herstel een rol spelen. Verbetering van de communicatie en respectvol omgaan met elkaar. Beweging brengen in stagnerende conflicten door bijvoorbeeld de positieve escalatiemethode waarin op basis van veiligheid ruimte is om te groeien naar een nieuw wij door onder andere normen en verbindende waarden te onderzoeken (Melcherts & Stamm, 2016).
De lectoraten Maatschappelijke Veiligheid en Weerbare Democratie van hogeschool Saxion zijn medio 2022 een onderzoekslijn naar moreel gedrag op het internet gestart (met als huidige werktitel Digitaal Samenleven: Naar een samenhangende omgang met maatschappelijke spanningen). De Koninklijke Bibliotheek (KB) ziet meerwaarde in deze onderzoekslijn vanwege de rol die bibliotheken kunnen spelen bij het vaardiger en weerbaarder maken van burgers (jong en oud), zodat zij beter kunnen meedoen in en bijdragen aan de digitaliserende samenleving. Het onderzoek is daarmee onderdeel van het programma digitaal burgerschap dat de KB samen met bibliotheken en provinciale ondersteuningsinstellingen uitvoert in opdracht van Stichting Pica. Op basis van een gedeelde financiering door hogeschool Saxion en het programma digitaal burgerschap is er een verkennend onderzoek uitgevoerd om de richting van de onderzoekslijn nader te preciseren, en de bibliotheeksector en het onderwijs in algemene zin te ondersteunen bij hun positionering en inbreng rondom het thema. Centraal in de verkenning staat het online gedrag van jongeren dat publieke waarden onder druk zet. Het is verbonden met het vraagstuk hoe we online op een ethische en democratische manier met elkaar samenleven. In de verkenning wordt een globaal beeld geschetst van de thematiek, zijn aanknopingspunten voor vervolgonderzoek in kaart gebracht en adviezen voor het onderwijs en de bibliotheeksector opgesteld. Diverse publieke instellingen kunnen een betekenisvolle rol spelen bij het creëren van een online omgeving waar jongeren zich niet inlaten met fenomenen zoals desinformatie, discriminatie en intimidatie. Het is belangrijk om te komen tot een gedeelde visie op het vraagstuk en duidelijkheid te creëren over de rollen van publieke instellingen. De verkenning vormt een inhoudelijke basis die in toekomstige projecten kan worden uitgediept.
MULTIFILE
Hoofdstuk 17 uit Sociale innovatie in beeld. In de media verschijnen met enige regelmaat berichten over de vermeende toename van het aantal verwarde personen. Een korte bloemlezing van berichten die verschenen in de eerste weken van 2016. Op 1 januari bericht de Volkskrant: ‘A28 dicht vanwege verwarde man in ondergoed’. Automobilisten zagen op de snelweg een verwarde persoon en belden de politie. Een week later, op 9 januari, verscheen in de krant ‘Gooi en Vechtstreek’ het bericht ‘Verward persoon dreigt van woning af te springen’. Op 13 januari meldt een andere lokale krant dat een man een explosie dreigde te veroorzaken in een huis in Den Haag. Een arrestatieteam kwam in actie om de man te overmeesteren en de omliggende huizen werden ontruimd. Het bleek – opnieuw - te gaan om een verwarde man. Achter deze berichten gaan grote menselijke drama’s schuil.
Slaap is essentieel voor het herstellen van ziekte en om verwardheid te voorkomen en verminderen. Ernstig zieke patiënten, op de Intensive Care (IC), Medium Care (MC) of Cardiac Care Unit (CCU), slapen vaak onvoldoende door de aanwezigheid van veel externe prikkels (licht, geluid, alarmen, aanwezigheid personeel). Hierdoor is de leefomgeving op deze afdelingen erg onrustig. Patiënten vinden deze onrust en het gebrek aan privacy een groot probleem. Voor verpleegkundigen veroorzaken patiënten die ’s nachts wakker zijn een verhoging van de werkdruk. De startup Micro-Cosmos wil ernstig zieke patiënten in staat te stellen om een ‘micro-omgeving’ te creëren, waarin zij in eigen regie externe prikkels zoals licht en geluid buiten kunnen sluiten. Dit gebeurt via een innovatieve kap, de Maya, die aan het hoofdeinde van het bed wordt geplaatst. De Maya heeft als doel de slaapkwaliteit te verbeteren, en verwardheid, angst en stress te reduceren. Ook maakt de Maya het mogelijk om te ‘cocoonen’ en zorgt daarmee voor comfort en privacy. Door de ziekenhuis leefomgeving positief te beïnvloeden draagt de Maya bij aan een verbetering van de kwaliteit van zorg voor kritisch zieke en kwetsbare patiënten. In een pilot studie gaan we de haalbaarheid, de effecten (effect size) en de ervaringen van 20 patiënten en van zorgverleners in een gerandomiseerde cross-over design studie op de IC, MC en CCU testen. Hierbij wordt de Maya om de dag ingezet waarbij de volgorde gerandomiseerd is. Op de dagen dat de Maya niet wordt gebruikt, wordt standaard zorg geleverd. Objectieve en subjectieve informatie wordt gebruikt voor verdere optimalisatie van het Maya prototype en voor effectmaat bepaling voor aanvullend onderzoek. De netwerken van het Radboudumc en Micro-Cosmos worden gebruikt voor kennisverspreiding en toekomstig aanvullend onderzoek in groter verband. Opgedane resultaten worden door het Radboudumc na afloop overgedragen aan Micro-Cosmos.