Hoofdstuk in boek “Multidisciplinaire aspecten van digital security“, uitgeverij deLex
DOCUMENT
Verschillende politieke partijen streven naar een solidaire economie waarbij de lasten eerlijk verdeeld zijn . Aan de hand van enkele voorbeelden wordt aangetoond dat de politieke en economische praktijk juist het tegendeel bewijst. Wie meer geld heeft krijgt meer rente voor zijn spaargeld dan mensen met een kleine beurs. De kleinverbruiker op energiegebied betaalt een hogere prijs dan de grootverbruiker. Voor microkredieten worden veel hogere rentepercentages gerekend dan voor consumptieve kredieten.
DOCUMENT
De overgang van WW naar bijstand vraagt om een andere houding ten opzichte van het zoeken naar werk. De eisen waar de werkloze aan moet voldoen in beide activeringsregimes verschillen behoorlijk. Dit onderzoek werpt licht op deze vraag. In een landelijke gespreksronde en vijf case-studies zijn succesfactoren opgespoord in regionale samenwerking, waarbij 'de reis van de klant' door de twee activeringsregimes is gevolgd. Het onderzoek levert concrete aanbevelingen op voor de periode van overgang tussen de verschillende regimes en algemene aandachtspunten voor de gesprekken in de arbeidsmarkregio's over het soepeler laten verlopen van deze periode.
DOCUMENT
Mensen willen meedoen en niet aan de kant blijven staan. Velen hebben best ideeën om mee te doen. Om die ideeën te verwezenlijken is naast kennis, informatie enruimte om te ondernemen ook geld nodig. Juist aan de onderkant van de samenleving wil men kunnen lenen, verzekeringen kunnen afsluiten, de mogelijkheid hebben om geld over te maken en om spaargeld weg te kunnen zetten. Tegen redelijke prijzen en graag vlakbij. Steeds meer mensen grijpen die kansen om mee te doen die door microfinancieringsinstellingen mogelijk gemaakt worden. Een netwerk van gespecialiseerde organisaties verstrekt heden ten dagen in veel landen allerlei diensten, variërend van microleningen (microkrediet), microverzekeringen, microsparen tot micropensioenen. Al die diensten worden op een andere manier aangeboden dan banken gewend waren te doen. Een nieuwe manier is ontstaan om met geld om te gaan en mensen met geld in aanraking te brengen. Een netwerk van nieuwe organisaties is tot ontwikkeling gekomen en dat stelsel is zichtbaar geworden. Die zichtbaarheid leidt ook tot vragen. Eerst werd alleen het succes van microkrediet en microfinanciering belicht, maar de kritiek volgde snel. Worden de juiste mensen wel bereikt? Waarom zijn de rentes zo hoog? Wie profiteert eigenlijk? Waarom worden private investeerders door de programma's aangetrokken? En waarom worden ideële organisaties verkocht aan privé-investeerders? Het succes van microkrediet kreeg de aandacht die zij verdiende. Microfinanciering komt nu onder kritiek. En er wordt nu over financial inclusion gesproken. Om mee te praten en een mening te vormen, moet men wel weten wat microkrediet of microfinanciering nu eigenlijk inhoudt. Wat wordt eronder verstaan? Waar heeft men het over? Dit boek is een vervolg op "Microfinanciering dat kennen...". Het maakt 'de wereld van microfinanciering' toegankelijk en kan tot verrassende inzichten leiden. Het is bedoeld voor iedereen die mee wil praten over microkrediet, microfinanciering en financial inclusion. En voor iedereen die bereid is vragen te stellen en naar antwoorden op zoek te gaan. Wij behandelen in dit boek onderwerpen die vaak aan de orde komen in het debat, maar geven geen pasklare antwoorden. Wij hopen dat het boek uitdaagt om actief naar antwoorden op zoek te gaan. En dat de gebruiker antwoorden vindt die tot een nog effectievere inzet van microfinanciering leiden. De mensen die van microfinanciering gebruik maken en zo mee kunnen doen in de samenleving hebben daar recht op.
DOCUMENT
Onderzoeksrapport van het Honourstalent-programma Financieel Economisch Management van de Hanzehogeschool Groningen.Welke toegevoegde waarde kan MVO hebben voor verzekeringsmaatschappijen in Noord-Nederland en in hoeverre zijn ze ermee bezig?De thema’s die ISO 26000 hanteert zijn: behoorlijk bestuur, mensenrechten, arbeidsomstandigheden, het milieu, eerlijk zakendoen, klant/consument-aangelegenheden en betrokkenheid bij en ontwikkeling van de gemeenschap. Met betrekking tot de verzekeringsmaatschappijen speelt verantwoord beleggen ook een grote rol. Dit omdat het doen van beleggingen één van de kernactiviteiten is van een verzekeringsmaatschappij.MVO kan wel degelijk toegevoegde waarde leveren voor verzekeringsmaatschappijen in Noord-Nederland. Dit kan voornamelijk door als verzekeringsmaatschappij stil te staan bij People, Planet en Profit. Hierdoor wordt duidelijk dat een verzekeringsmaatschappij niet alleen streeft naar winst, maar ook naar een duurzame samenleving. Daarnaast kan MVO ook winstgevend zijn voor een verzekeringsmaatschappij door bijvoorbeeld het energieverbruik te verminderen. Hierdoor zijn er minder kosten met betrekking tot de energiekosten. Ook is het belangrijk voor verzekeringsmaatschappijen in deze tijd het vertrouwen met de klant/consument op te bouwen.
DOCUMENT
Op verzoek van de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft het Lectoraat Weerbare Democratie van Hogeschool Saxion verdiepend onderzoek gedaan naar ervaren regeldruk bij mkb-bedrijven. Doel van het onderzoek is: -Een verdiepend inzicht in de beleving van regeldruk bij mkb-bedrijven; -Een nadere specificatie van knelpunten bij regeldruk binnen te onderscheiden managementgebieden; en -Een inventarisatie van door mkb-ondernemers aangedragen mogelijkheden tot vermindering van ervaren regeldruk. Verdeeld over 10 branches zijn 4 ondernemers per branche geselecteerd om hen te interviewen. Op basis van het onderzoek zijn de nodige onderwerpen geïdentificeerd ten aanzien waarvan regeldruk wordt ervaren. Van de 26 vooraf in kaart gebrachte onderwerpen werden (o.a.) de volgende het vaakst genoemd (in willekeurige volgorde): • ziekte en verzuim(-beleid)• uitstroom van personeel (opzegging, ontbinding van arbeidsovereenkomsten)• ICT-informatiebeveiliging en bescherming van persoonsgegevens• overheidsvergunningen• verzekeringen• contacten met de belastingdienst en regels omtrent belastingen• regels omtrent aanbestedingen, staatssteun en subsidies Door ondernemers genoemde oorzaken voor ervaren regeldruk en mogelijke oplossingen om regeldruk te verminderen worden in rapport toegelicht.
MULTIFILE
This relationship between external knowledge providers, e.g. consultants and academic institutions, and small and medium enterprises (SMEs) is a difficult one. SME entrepreneurs think external advice is expensive, not required and/or not useful. In this paper these arguments are explored against the specific characteristics of SMEs. The argument of price probably tells more about the consultants inability to quantify the returns on their advice than about the cost of their services. Support policies enable free consults for SMEs on numerous topics, but the use of these facilities is relatively low. The suggestion that SME entrepreneurs do not need external knowledge is contradicted by their own assessment of their qualities. Typically the entrepreneurs lack expertise in supporting business functions like HR, IT, Finance and Legal. In SMEs these blank spots are not compensated by specialist staff members because the of the scale of the organization. The argument that the advice of an external consultant is generally not useful raises the question whether the insights gained in several business sciences only apply to large companies. This seems unlikely. Given the characteristics of SMEs the difference is probably more the context in which the insights are applied than the content of the insights itself. From the analysis of the characteristics of SMEs the dominant influence of the person of the owner/director, together with the absence of specialist staff, appeared as two of the most significant differences between SMEs and large companies. Given the personal profiles of these owners/directors as studied by Blom (Blom, 2001), the external knowledge providers should realize the three ways in consulting. The first way is the way of thinking. For this way it was stated already that the content of business sciences is not likely to differ for SMEs. The second way, the way of working, represents for the way information is gathered and the entrepreneur and his staff is involved in the process of developing the advice. In this way the consultant should allow for interaction and should make it fun for the participants. In this aspect, the process approach of consulting shows promising. The third way, the way of communicating, represents the way the knowledge is transferred from the advisor to the entrepreneur. In this way it is crucial to acknowledge the different personal profiles of SME entrepreneurs and consultants and to adjust the communication accordingly. Taking the three ways into account, the conclusion could be that the transfer of knowledge should be more the sharing of experiences. The Chair of Management Consulting will adjust her activities to explore this insight further.
DOCUMENT
Het samenwerkingsverband van a.s.r., Kropman, Hogeschool van Amsterdam en Venema E-mobility heeft een pilot DC Nanogrid ontworpen waarin de betrouwbaarheid en veiligheid gewaarborgd zijn. Speciale aandacht tijdens dit project is besteed aan zwerfstromen, kathodische bescherming en autonome aansturing van het living lab op het a.s.r. verzekeringen parkeerdek. Een autonome systeembalans wordt gevonden door een Droop Rate Control (DrC) regeling. In het actieve DC-net heeft ieder component in het systeem een “gedragscode”: een eenvoudige regelstrategie die bepaalt wat het apparaat doet bij welke netspanning uitgaande van een nominale spanning (opwek en verbruik zijn in balans een hogere spanning (er is meer opwekvermogen aanwezig) of een lagere spanning (er is opwekvermogen te kort). Venema E-mobility heeft in dit project drie DC/DC laders ontwikkeld die zelfstandig met een drooprate control gestuurd worden. Het living-lab is getest en gekoppeld aan het bij a.s.r. aanwezige duurzame PV-opweksysteem en is onderdeel geworden van het grotere laadsysteem in het parkeerdek inclusief energiemanagement en beheeromgeving in InsiteSuite. De onderzoeks- en testresultaten zijn omgezet in conceptrichtlijnen en actief ingebracht in de Nederlandse normalisatie werkgroepen (NEN TC 64 en TC 81).
DOCUMENT
Beschrijft de risico's die banken lopen ten aanzien van het sponsoren van bepaalde sporten en door een te groot belang in het sponsorobject
MULTIFILE