Background:: Neuropsychiatric symptoms (NPS) are common in affected individuals and can be challenging for (in)formal caregivers. Therefore, they are also referred to as challenging behaviors (CBs). Sensor technology measuring context and behavior can be assistive to effectively manage CBs in an objective fashion. Sensors can help support healthcare professionals, such as nurses, by enabling remote monitoring and alarming on early-stage behavioral changes associated with CBs. This might/ will improve the quality of life (QoL) for both caregivers and clients living in a nursing homes (NH). Methods:: The first research question will be examined with a set of experiments in the field (in NH) with an iterative approach. Insights from previous experiments on usability and added value of sensors will be used to improve successive experiments. During each experiment, multiple participants (clients with dementia and CBs) are monitored with both ambient and wearable sensors. For the second research question a qualitative approach is employed, using focus groups (FG) and consensus methods. These FGs will be held amongst nursing staff who are involved in daily care tasks for people with dementia. Subsequently, consensus methods are used to align behavioral descriptors/labels. Results:: early findings will be presented at the symposium Discussion:: Within this project we expect to find precursors of challenging behavior in a personalized fashion based on nurse’s expert knowledge and sensor data. In order to develop a monitoring system that can be embedded within NH’s, real-time alarming, in-situ behavior recognition and trustworthiness are part of our technological requirements. Just-in-time interventions may then be deployed to prevent behavior escalation or the persistence of undesirable situations.
LINK
Beschrijving van inhoud en resultaat van het project 'Ageless jazz", waarin studenten concerten ontwikkelden voor ouderen in verzorgingshuizen.
Deze bijdrage brengt op basis van de cijfers van 2002 en eerdere gegevens uit Eindhoven een aantal aspecten van de omvang en aard van eenzaamheid in de stad in beeld. De oorzaken en gevolgen van eenzaamheid en de rol die sociale netwerken daarbij spelen worden in beeld gebracht.
De wereld heeft te maken met een steeds grotere groep ouderen met dementie, zo ook in Nederland. Deze groep heeft extra zorg en aandacht nodig, hetgeen extra druk legt op de zorg, zowel voor professionele zorg als voor de mantelzorg. Sociale robots hebben de potentie om daarin ondersteuning te bieden, bijvoorbeeld door het geven van enige structuur in de dag. We zien dan ook steeds meer verzorgingstehuizen die een sociale robot aanschaffen om dergelijke ondersteuning te implementeren. Echter, als gevolg van technologische beperkingen is de communicatie tussen robot en de oudere gebruiker vaak inadequaat. Daarbovenop is het gebruik van de robots voor zorgmedewerkers dermate complex en ontbreken heldere werkprotocollen. Om deze problemen aan te pakken heeft de creatieve industrie meer inzicht nodig in de volgende aspecten: 1) hoe de robots met bestaande technologie voldoende betrouwbaar met ouderen kunnen communiceren; 2) hoe de zorgverlener de robots efficiënt en effectief kunnen bedienen; en 3) hoe deze activiteiten zouden moeten worden opgenomen in het werkprotocol.In dit project doen we, samen met Smartrobot.Solutions, onderzoek hoe we dit kunnen realiseren. Op alle vlakken wordt dit onderzoek uitgevoerd in co-creatie met alle stakeholders: de robot-ontwerper, ouderen, professionele verzorgers (inclusief hun managers) en mantelzorgers. Doel is om een geëvalueerd prototype te ontwikkelen dat implementeerbaar is in de zorg. Kennis die we op deze wijze ontwikkelen biedt de creatieve industrie handvaten om robots te ontwerpen die daadwerkelijk een meerwaarde kan geven aan ouderen met dementie doordat ze hen op een gepersonaliseerde en effectieve wijze structuur aan de dag geeft, en waarbij de zorglast wordt vermindert. Hierdoor wordt de acceptatie en daarmee de duurzame inzet van dergelijke sociale robots gewaarborgd. Er zal daarna echter nog meer doorontwikkeling en onderzoek noodzakelijk zijn voor hun inzetbaarheid op grotere schaal. Om dit laatste te realiseren, zullen we een vervolgonderzoek schrijven.
De wereld heeft te maken met een steeds grotere groep ouderen met dementie, zo ook in Nederland. Deze groep heeft extra zorg en aandacht nodig, hetgeen extra druk legt op de zorg, zowel voor professionele zorg als voor de mantelzorg. Sociale robots hebben de potentie om daarin ondersteuning te bieden, bijvoorbeeld door het geven van enige structuur in de dag. We zien dan ook steeds meer verzorgingstehuizen die een sociale robot aanschaffen om dergelijke ondersteuning te implementeren. Echter, als gevolg van technologische beperkingen is de communicatie tussen robot en de oudere gebruiker vaak inadequaat. Daarbovenop is het gebruik van de robots voor zorgmedewerkers dermate complex en ontbreken heldere werkprotocollen. Om deze problemen aan te pakken heeft de creatieve industrie meer inzicht nodig in de volgende aspecten: 1) hoe de robots met bestaande technologie voldoende betrouwbaar met ouderen kunnen communiceren; 2) hoe de zorgverlener de robots efficiënt en effectief kunnen bedienen; en 3) hoe deze activiteiten zouden moeten worden opgenomen in het werkprotocol. In dit project doen we, samen met Smartrobot.Solutions, onderzoek hoe we dit kunnen realiseren. Op alle vlakken wordt dit onderzoek uitgevoerd in co-creatie met alle stakeholders: de robot-ontwerper, ouderen, professionele verzorgers (inclusief hun managers) en mantelzorgers. Doel is om een geëvalueerd prototype te ontwikkelen dat implementeerbaar is in de zorg. Kennis die we op deze wijze ontwikkelen biedt de creatieve industrie handvaten om robots te ontwerpen die daadwerkelijk een meerwaarde kan geven aan ouderen met dementie doordat ze hen op een gepersonaliseerde en effectieve wijze structuur aan de dag geeft, en waarbij de zorglast wordt verminderd. Hierdoor wordt de acceptatie en daarmee de duurzame inzet van dergelijke sociale robots gewaarborgd. Er zal daarna echter nog meer doorontwikkeling en onderzoek noodzakelijk zijn voor hun inzetbaarheid op grotere schaal. Om dit laatste te realiseren, zullen we een vervolgonderzoek schrijven.