This study investigates the knowledge that experienced teachers draw on when fostering students’ reflections. Reflective skills are crucial for advancing students’ learning. In order to promote students’ reflection productively, extensive support and scaffolding from teachers is indispensible. However, teachers are in need of more guidance in this area. To inspire pedagogies for teacher training, this study provides insight into the knowledge that teachers employ when they are engaged with promoting their students to reflect. Video vignette interviews were administered to 36 teachers in secondary vocational education for nursing to elicit their knowledge. Interview transcripts were coded using categories for assessing teachers’ curricular, pedagogical and instructional knowledge. To investigate relations between the elements of teachers’ knowledge, we performed a lag-sequential analysis that enables statistical testing of observed sequences of categorised events. Four salient relations between elements of teacher knowledge emerged: (1) instructional knowledge as instrumental to construing pedagogical knowledge; (2) instructional knowledge contingent on pedagogical knowledge; (3) instructional knowledge and curricular knowledge related to fostering critical reflection; and (4) instructional knowledge and curricular knowledge related to fostering planning. Implications for teacher training are discussed. https://doi.org/10.1080/02671522.2016.1225790
MULTIFILE
Although it appears increasingly important yet potentially challenging to attract consumers to physical stores, location‐based messaging has been said to enable such attraction. Still, existing studies offer very limited insight into which particular location‐based persuasion approach retailers should use. This study aimed to establish and compare the potential of two discrepant persuasion strategies to influence consumers’ experiences and thereby stimulate them to visit the retailer's physical store. Drawing on persuasion theory and construal level theory, and using a vignette‐based online survey method, we determined that scarcity is a more effective persuasion strategy in the studied context than social proof; scarcity‐focused messages are experienced as more informative, more entertaining and less irritating, are therefore valued more, and are thus more likely to induce store visits. We discuss these findings and their implications for theory as well as for practice.
Vanuit de literatuur is bekend dat kanker en met name ook de behandeling van kanker invloed hebben op het seksuele functioneren (Rice, 2000, Ananth et al., 2003, Hughes, 2008, Galbraith and Crighton, 2008, Mercadante et al., 2010, Flynn et al., 2011). Er is echter veel minder bekend over wat voor (Nederlandse) kankerpatiënten en hun partners de weerslag van deze invloed is op hun beleving van seksualiteit en intimiteit (Tan et al., 2002). Ook weten we onvoldoende of deze betrokkenen over seksualiteit en intimiteit zouden willen praten met gezondheidszorgprofessionals en zo ja, op wat voor manier deze communicatie dan bij voorkeur zou verlopen (Hordern and Street, 2007a). Van (Nederlandse) gezondheidszorgprofessionals in de oncologische en palliatieve zorg is onvoldoende bekend hoe zij hun rol zien wat betreft het bespreekbaar maken van en begeleiding bieden bij veranderingen met betrekking tot seksualiteit en intimiteit gedurende het traject dat mensen met kanker doorlopen (Hordern and Street, 2007c, Hordern and Street, 2007b)
MULTIFILE
Aanleiding In Nederland blijven jaarlijks ongeveer 620.000 vermogensmisdrijven en 40.000 gewelds- en zedenmisdrijven onopgelost. Dit komt deels doordat forensische professionals niet altijd in staat zijn alle bruikbare informatie van sporen te benutten. Zo gebruikt men vingersporen traditioneel alleen voor identificatiedoeleinden aan de hand van papillairlijnen, terwijl deze sporen ook andere informatie bevatten over hun bron en de activiteiten waardoor ze zijn veroorzaakt. Effectief gebruik van deze informatie vergroot de kans op opsporing en vervolging van daders en verkleint de kans op gerechtelijke dwalingen. Professionals uit de strafrechtsketen hebben daarom behoefte aan kennis over het breder benutten van vingersporen in de opsporingspraktijk. Doelstelling Het project bestaat uit twee onderzoekslijnen, met als doel: 1) Ontwikkeling en verfijning van opsporingsmethoden waarmee men valide, betrouwbare informatie over de bron en activiteiten uit vingersporen kan afleiden. Deze lijn heeft een analytisch chemisch deel (gericht op de samenstelling van vingersporen in relatie tot eigenschappen van de bron) en een chemisch fysisch deel (gericht op de wijze waarop de sporen zijn geplaatst). 2) Ontwikkeling en toetsing van methoden waarmee professionals de opsporingstechnieken optimaal kunnen inzetten en de resultaten ervan optimaal kunnen gebruiken in het proces van opsporing, vervolging en bewijsvoering. Dit gebeurt aan de hand van analyse van dossiers, analyse van lab- en plaats-delictobservaties, interviews met rechercheurs, experimentele toetsing van aanbevelingen via virtuele plaatsen delict (3D-panoscans), vignettestudies waarin rechercheurs zich buigen over beschrijvingen van zaken, literatuuronderzoek, expertmeetings en experimenten met studenten en professionals. Beoogde resultaten Het consortium beoogt hiermee een strategie te ontwikkelen waarmee opsporingsprofessionals vingersporen optimaal kunnen benutten, doordat: 1) de politie aandacht krijgt voor de kansen die deze sporen bieden; 2) forensische instituten methoden ontwikkelen waarmee men deze sporen kan analyseren en helder over de resultaten kan rapporteren; 3) ketenpartners van de tactische recherche, het openbaar ministerie en de zittende magistratuur begrijpen hoe zij rapportages over deze sporen moeten interpreteren en hoe ze de informatie kunnen gebruiken bij het beslissen over vervolgstappen in het onderzoek. Docenten, onderzoekers en studenten van de deelnemende onderwijsinstellingen participeren in het onderzoeksprogramma. De betrokken docenten integreren de verworven kennis in het reguliere onderwijs. In samenwerking met opleidingsinstituten in het forensische veld worden gerichte (nascholings)workshops, seminars en trainingen ontwikkeld voor professionals. Verder vindt er kennisverspreiding plaats via publicaties in (inter)nationale wetenschappelijke tijdschriften en vakbladen, en door lezingen tijdens themadagen en congressen.