Het zwaartepunt van de ingenieursopleiding is aan het verschuiven. De Utrechtse ingenieur zal zijn werk en toegevoegde waarde steeds meer vinden op het terrein van ontwerpen. Aan het ontwerpproces zelf worden steeds zwaardere eisen gesteld. Constructie en productie vinden in toenemende mate elders in de wereld plaats. Gelet op deze outsourcing zal de ontwerper ook in staat moeten zijn het maakproces op afstand te besturen, zowel wat betreft kwaliteit en geld als qua tijd. Ontwerpen kan vanuit verschillende perspectieven beschouwd worden: vanuit de conceptuele fase, de realisatiefase (verdere aanpassingen) of de gebruiksfase (upgrading, bediening et cetera). Bij onderzoeksinstellingen als TNO, maar ook bij vooraanstaande bedrijven als OCE, Philips en ASML zien we dat steeds meer sprake is van een integrale ontwerpaanpak. Het tijdperk van massaproductie evolueert naar een tijdperk van maatwerk, waarin de behoeften van de gebruiker centraal staan. De interactie tussen de technologie en de gebruiker zal een steeds belangrijker plaats in gaan nemen, en juist op dit vlak zal de Utrechtse ingenieur zich onderscheiden.
In het Utrechts Archief is er een zaal waarin een film wordt vertoond van het straatleven aan het begin van de vorige eeuw. Als bezoeker word je bij binnenkomst gescand en vervolgens geprojecteerd in de filmbeelden. In het fotomuseum kunnen bezoekers middels fysieke hendels de selectie manipuleren van de 80.000 digitale fotos uit de collectie. Het Rijksmuseum biedt via een zogenaamde widget de mogelijkheid iedere dag een ander kunstwerk op je desktop te hebben. In TwentseWelle is een digitaal panorama gebouwd waar je als bezoeker middenin staat, kijkend naar een landschap vanuit het perspectief van opgejaagd wild. Stuk voor stuk zijn dit voorbeelden waarin nieuwe technologie en nieuwe media worden ingezet om het publiek te bedienen in hun interesse voor cultuur en kennis. In die zin zijn ze exemplarisch voor de ontwikkeling waarin technologie en nieuwe media door cultureel erfgoed instellingen worden ingezet om een belangrijke taakstelling in te vullen, namelijk die van cultuur- en kennisoverdracht naar het publiek.
Integrating culture into the behavioural models of virtual characters requires knowledge from very different disciplines such as cross-cultural psychology and computer science. If culture-related behavioural differences are simulated with a virtual character system, users might not necessarily understand the intent of the designer. This is, in part, due to the influence of culture on not only users, but also designers. To gain a greater understanding of the instantiation of culture in the behaviour of virtual characters, and on this potential mismatch between designer and user, we have conducted two experiments. In these experiments, we tried to simulate one dimension of culture (Masculinity vs. Femininity) in the behaviour of virtual characters. We created four scenarios in the first experiment and six in the second. In each of these scenarios, the same two characters interact with each other. The verbal and non-verbal behaviour of these characters differs depending on their cultural scripts. In two user perception studies, we investigated how these differences are judged by human participants with different cultural backgrounds. Besides expected differences between participants from Masculine and Feminine countries, we found significant differences in perception between participants from Individualistic and Collectivistic countries. We also found that the user’s interpretation of the character’s motivation had a significant influence on the perception of the scenarios. Based on our findings, we give recommendations for researchers that aim to design culture-specific behaviours for virtual characters.
LINK
Deze aanvraag betreft de productie van een viertal experimenten, uitgevoerd in samenwerking met MKB partners, op gebied van interactive storytelling voor 360 graden media. In deze video-experimenten gaat het om het testen van elementen voor de nieuwe beeldtaal, die vereist is voor 360 graden film. Gedurende de looptijd van het project worden drie symposia georganiseerd waarop alle betrokkenen de studies bespreken. Naast MKB hebben ook de omroepen VPRO en AVRO/TROS zich aan dit voorstel verbonden, alsmede de VU, UvA,TU Delft en de Nederlandse Filmacademie.