Deze publicatie is gemaakt om een overzicht te geven van de mogelijkheden van het toepassen van coatings op dunne metaalplaat. Naast deze publicatie verschijnen in het kader van het project "Nieuwe coatingtechnieken voor het MKB" nog vier andere publicaties die gezamenlijk een, zij het niet volledig, beeld geven van coatingtechnologie in het algemeen en de vele aspecten die daarmee samenhangen.
Voor u ligt de voorlichtingspublicatie "Onder poeder lassen". Dit blad is een update van het NIL-voorlichtingsblad "Onder poeder lassen" dat in 1988 is opgesteld als onderdeel van het gelijknamige onderzoeksproject dat uitgevoerd is onder supervisie van het Nederlands Instituut voor Lastechniek. Daar er in de periode tussen verschijning van de eerste uitgave en nu een aantal belangrijke ontwikkelingen op het gebied van het onder poeder lassen is geweest, was een aanpassing aan de huidige stand der techniek noodzakelijk. De Nederlandse overheid heeft geld ter beschikking gesteld om een aantal verouderde voorlichtingspublicaties aan te passen aan de stand der techniek; de FME heeft de coördinatie daarvan op zich genomen. Voor de aanpassing van deze publicatie heeft zij het NIL de opdracht gegeven. De oude voorlichtingspublicatie vormt de basis van deze update, zodat verwijzingen naar geraadpleegde literatuur aanvullend aan de oude publicatie zijn.
De markt voor smart materials, een andere naam is dynamische materialen, groeit gestaag. Het Kenniscentrum Design en Technologie van Saxion helpt het midden- en kleinbedrijf met het toepassen van smart materials in producten. Saxion doet dit in het innovatieprogramma „Materialen in Ontwerp?, waarin wordt samengewerkt met de Verenigde Maakindustrie Oost, Industrial Design Centre, ontwerpbureau D 'Andrea en Evers en Syntens. Het innovatie-programma Materialen in Ontwerp staat onder leiding van de Saxion-lectoren Karin van Beurden, lector Product Design, en Ger Brinks, lector Smart Functional Materials en is gericht op het creëren van praktisch toepasbare kennis in door bedrijven aangedragen vragen en onderwerpen. Daartoe organiseert Saxion specifieke workshops en projecten, waarbij het experts, deskundigen en studenten inzet. Het innovatieprogramma wordt mogelijk gemaakt door gelden van RAAK SIA (Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie).
MULTIFILE
Alle auto's, windmolens en o.a. houten kozijnen hebben één ding gemeen. Ze moeten gecoat worden om het materiaal te beschermen. Alleen al in Nederland wordt ruim 1 miljard euro omzet gerealiseerd met coatings. Er is dringend behoefte aan verduurzaming en innovatie. Aan het einde van de levensduur wordt de coating meestal verbrand, dit leidt tot meer CO2 omdat coatings veelal van fossiele grondstoffen zijn gemaakt. Het maken van een biobased coating is daarom essentieel. Echter, één belangrijk ingrediënt mist, de aromaat. Het zijn de aromaten die de coating glanzend, krasvast en uv-bestendig maken. De coatingindustrie heeft geprobeerd het fossiele ingrediënt ftaalzuuranhydride (PA) in de hars te vervangen, maar er is tot op heden geen goede oplossing gevonden. Relement ontwikkelde als eerste bedrijf wereldwijd een bio-aromaat, te weten biobased 3-methylftaalzuuranhydride (bio-MPA). Een showmodel van een coating gebaseerd op bio-MPA ontbreekt en dat is precies wat samen met Fontys Hogeschool onderzocht gaat worden in dit KIEM Go-Chem project. Het doel van het project Alchemist is om een biobased alkyd coating showmodel te realiseren gebaseerd op bio-MPA i.p.v. fossiel PA. De eigenschappen van de coating worden getest en vergeleken met een alkyd coating gebaseerd op fossiel PA. Er worden betere eigenschappen verwacht door het vervangen van PA door MPA.
Binnen dit project zal de initiatiefnemer Paques Biomaterials B.V., in samenwerking met de MKB-ondernemingen Maan Glueing Technologies, Senbis Polymer Innovations en de kennisinstellingen Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool Groningen en NHL Stenden Hogeschool werken aan het verbeteren van de aantrekkelijkheid van PHA’s als biobased en biodegradeerbaar polymeer voor tal van toepassingen. Binnen dit JTF-project wordt een deze mismatch tussen vraag en aanbod opgelost waardoor het potentieel van PHA’s voor hoogwaardige toepassingen ontsloten wordt. Er zal hiervoor nieuwe kennis worden ontwikkeld en uitgewisseld op zowel labschaal als een grotere onderzoekschaal van de fermentatie- en extractieprocessen die kunnen sturen op de geselecteerde hydroxyvaloraat-gehalte (HV-gehalte) en molecuulgewicht/viscositeit voor de betreffende applicaties. Paques Biomaterials richt zich binnen dit JTF-project op een gepatenteerd groen oplosmiddelextractieproces voor PHA dat een hoge mate van kwaliteitscontrole mogelijk maakt, vooral bij het gebruik van PHA-biomassa van verschillende herkomst en met verschillende kwaliteiten. Het project zal grotendeels uitgevoerd worden op de nieuwe bedrijfslocatie van Paques Biomaterials, te Emmen. Daarnaast zullen enkele activiteiten ook plaatsvinden op de vestigingslocaties van de samenwerkingspartners, welke overwegend gevestigd zijn in het Noorden.
Aanleiding Klimaatverandering door overmatig gebruik van fossiele brandstoffen bedreigt onze planeet. Mondiaal zoekt men daarom naar alternatieven om de CO2-uitstoot te verlagen. Een aantal bedrijven heeft HAN BioCentre benaderd om hen te helpen een alternatieve olie te vinden als basis voor hun kleurstof-concentraten, verven en bitumineus materiaal. Vanwege de nadelen van plantaardige olie als grondstof, zijn de bedrijven specifiek geïnteresseerd in de mogelijkheden van microbiële olie (tweedegeneratie bio-olie). Doelstelling Hoofddoelstelling van het project is om te komen tot een duurzame en economisch rendabele productie van microbiële olie met een samenstelling die voldoet aan de eisen van de bedrijven. Hiervan afgeleid heeft het onderzoek 3 subdoelen: " het met gist ontsluiten van biomassa (afvalstromen, o.a. papierpulp) naar een tweedegeneratie bio-olie; " de samenstelling van de olie op maat maken door de gist genetisch aan te passen en de groeicondities te optimaliseren; " het verhogen van de olieopbrengst en isolatie-efficiëntie om het proces economisch rendabel te maken. Het onderzoek is georganiseerd in 6 werkpakketten (WP) waarbij ieder werkpakket eigen 'deliverables' en een specifieke expertise heeft. De werkpakketten starten gelijktijdig, ieder onder leiding van een domeinexpert. Daarbij bevat WP1 de in silico-activiteiten (bio-informatica en 'comparative genomics'), WP2 de moleculaire biologie (mutagenese en qPCR), WP3 de chemische analyse (GC en LC/MS) en WP5 de bioraffinage. De centrale werkpakketten zijn WP4, de productie van bio-olie met stam HBC025 (fermentatie van biomassa), en WP6, het testen van de gezuiverde olie in de praktijk. Beoogde resultaten 1) De ontwikkeling van een microbiële olie die men economisch rendabel en maatschappelijk verantwoord kan produceren en die in samenstelling aangepast kan worden aan verschillende producttoepassingen. 2) Het uitbreiden en verduurzamen van het bestaande netwerk rond gistenolie. Hiertoe wordt een consortium gevormd van onderwijsinstellingen, bedrijven en brancheorganisaties dat de hele keten van grondstof tot aan toepassing dekt, zowel op het gebied van kennis als op economische activiteit. Het project is geïntegreerd in het bestaande curriculum Biologie & Medisch, Chemie en Bio-Informatica. De HAN vernieuwt de chemieminor 'Discovery, analysis and production of bio-molecules' en ontwikkelt een minor bio-informatica en een onderwijsmodule voor professionals (i.s.m. consortiumpartners). Brancheorganisatie MVO rapporteert de voortgang van het onderzoek aan bedrijven die zich bezighouden met duurzame productie. Na afloop van het onderzoek zal de betrokken promovendus vakinhoudelijk onderwijs verzorgen. De communicatie- en disseminatieactiviteiten worden in het tweede projectjaar nader uitgewerkt.