In opdracht van de ministeries van LNV en VWS geeft dit rapport een aantal aanbod- en productgeoriënteerde interventies die door overheden toegepast kunnen worden om Nederlandse consumenten te verleiden tot gezonder eet- en leefgedrag. Achterliggend doel is om met kwalitatief beter voedsel en een beter consumptiepatroon een bijdrage te leveren aan de algemene gezondheidstoestand
LINK
Het position paper verstuurd vanuit het lectorenplatform Voedsel, Voeding & Gezondheid naar de vaste kamercommissie van VWS voor het debat over de afschaffing van de btw op groente en fruit
MULTIFILE
Food is een belangrijk thema voor Nederland en de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Zowel op economisch, sociaal als logistiek niveau heeft Food een grote impact op onze samenleving. En door het toenemend aantal monden in Nederland, die steeds meer en gevarieerd eten, wordt deze impact groter en groter. Dit geldt zeker voor Amsterdam, met haar meer dan 5.000 horecazaken en 4.000 horecadistributeurs in de regio. In dit rapport wordt vanuit een analyse van de Nederlandse Agri & Food Sector, oplossingsrichtingen voor een slimmere en schonere horecadistributie voor Amsterdam en de Metropool Regio Amsterdam ontwikkeld. De horecadistributie in Amsterdam is letterlijk aan het vastlopen door de stijgende vraag naar goederen en de afnemende bereikbaarheid in de stad. Om dit structurele probleem op te lossen zullen zowel de gemeente, de horecadistributeurs en de horecondernemers moeten gaan samenwerken. De gemeente heeft hierbij ook de taak een nieuw level playing field te creëren om deze samenwerking zowel af te dwingen als te faciliteren.
Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 600.000 mensen ziek door het eten van besmet voedsel. De voedselverwerkende industrie heeft sterke behoefte aan meer grip op het bewaken van de hygiëne in de fabrieken om te voorkomen dat besmette producten in de winkels komen. In het afgeronde RAAK-mkb project “Precision Food Safety” is onderzocht wat de meerwaarde is van de toepassing van Whole Genome Sequencing (WGS) bij het achterhalen van de transmissieroutes van de pathogene bacterie Listeria monocytogenes bij voedselverwerkende bedrijven. Er is een biobank opgebouwd met bijna 600 L. monocytogenes stammen afkomstig van de fabrieksomgeving en producten van vis-, vlees- en groente-verwerkende bedrijven. Deze stammen zijn gesequenced met behulp van Nanopore sequencing. Vervolgens is de verwantschap tussen de stammen bepaald met een in het project ontwikkelde bioinformatica pijplijn. Het project bleek zeer succesvol. In “Advanced Precision in Food Safety ” wordt het onderzoek naar voedselveiligheid verbreed, door L. monocytogenes al aan het begin van de voedselverwerkingsketen (in grondstoffen en ingrediënten) te monitoren. Verder zal de WGS-methodiek worden toegepast op Salmonella enterica en zal de huidige bioinformatica pijplijn worden aangepast om transmissieroutes van dit andere belangrijke voedselpathogeen te achterhalen. Ter verdieping zal het ziekteverwekkende karakter van L. monocytogenes stammen worden bepaald op basis van het serotype en de aanwezigheid van ~60 beschreven virulentiegenen. Daarbij worden gegevens uit verschillende databases, met sequence data van zowel humane als niet humane stammen, met elkaar vergeleken. Zowel in het laboratorium als in de fabrieksomgeving zal het effect van verschillende schoonmaakmiddelen en schoonmaaktechnieken worden onderzocht op het elimineren van L. monocytogenes van oppervlaktes. Tevens wordt onderzocht of shotgun metagenomics analyse kan worden ingezet om voedsel snel en breed op voedselpathogenen te monitoren. Een prototype van een webapplicatie, waarmee bedrijven verkregen resultaten kunnen inzien en aanvullen zal verder worden ontwikkeld en door voedselverwerkende bedrijven worden getest en geïmplementeerd.
Ondanks de hygiënische voorzorgsmaatregelen heeft de voedingsverwerkende industrie te kampen met bacterieël besmette producten. Bedrijven zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van hun producten en zijn verplicht de productielijn te bewaken en te beoordelen of hun producten voldoen aan de wettelijke eisen voor veilig consumptie gebruik. Tijdige diagnose van de veroorzaker van een productbesmetting, stelt bedrijven in staat tot sneller ingrijpen en wordt voorkomen dat besmette producten in de winkelschappen terecht komen. Dit initiatief richt zich op de ontwikkeling van de SID (See, Identify, and Destroy) robot is een initiatief van de stichting TROIKA. In de robot wordt diagnostiek gecombineerd met decontaminatie, waarbij bacteriofagen worden gebruikt. Bacteriofagen zijn bacterie-specifieke virussen die deze bacterie doden. Derhalve kunnen ze als natuurlijke vijand van bacteriën gebruikt worden voor duurzame ontsmeting. Deze behandeling is uitermate geschikt voor deze industrie, waar recalls voor enorme kosten zorgen, en waar de eisen voor voedselveiligheid hoog is. Een belangrijk onderdeel is de typering van de bacteriesoort die men wil bestrijden (Identify). De typeringsresultaten kunnen worden gebruikt om de besmettingsbron op te sporen en transmissieroutes op te helderen. De oplossing voor een typeermethode wordt gezocht in de toepassing van de DNA-sequencer (MinION) van Oxford Nanopore. Met de KIEM subsidie kan met Generade Hogeschool Leiden een pilot worden gestart om de praktijktoepassing van bacterie identificatie en -typering met behulp van de MinION te testen. De methode moet in staat zijn om zowel de bacteriestam te identificeren om de juiste bacteriofaag te selecteren en de juiste preventieve maatregelen te kunnen nemen. In de pilot richten we ons op de meest voortkomende bacteriële besmetting van voedingsproducten: Listeria monocytogenes. Naast het uitvoeren van de pilot wordt de KIEM subsidie aangewend om een consortium te formeren, waarmee een gezamenlijke projectvoorstel wordt opgesteld waarin de SID-robot verder kan worden ontwikkeld.
De vraag naar het realiseren van de korte keten van voedselproductie is groot. Veel bedrijven zien hier het nut en de noodzaak van in, maar hebben nog wel uitdagingen in het kader van voedselhoudbaarheid en voedselveiligheid. Want hoe werkt het als je in een lokaal cateringbedrijf, zonder tussenkomst van allerlei grootschalige keuringsinstanties en kwaliteitssystemen, werkt met producten die rechtstreeks van de producent komen? En wat betekent het als je die dan zo duurzaam mogelijk wil verpakken? De vraag die centraal staat in dit onderzoek is: hoe kun je de voedselhoudbaarheid van een lokaal geteeld product en lokaal verwerkt product verlengen?