Dit rapport betreft een internationale literatuurreview naar studies over voorspellende effecten van selectie voorafgaand aan de lerarenopleiding. Er is literatuur verzameld waarin aan de hand van empirisch bewijsmateriaal wordt besproken in hoeverre bepaalde selectie-instrumenten en –procedures voorspellende waarde hebben ten aanzien van uitkomstmaten die van belang zijn voor het functioneren als leraar. Teneinde de problematiek van de lerarenopleiding in een breder kader te kunnen bespreken, is bovendien via aanvullende literatuurstudie nagegaan wat de voorspellende effecten zijn van selectieprocedures die worden gehanteerd bij enkele andere opleidingen die relevant zijn voor lerarenopleidingen. Hierbij gaat het concreet om medische opleidingen en de politieacademie omdat deze opleiden tot beroepen die, net als dat van leraar, worden gekenmerkt door (mondelinge) interactie met groepen en/of individuen, soms in stressvolle situaties. Selectieve opleidingen op het gebied van kunst of sport zijn buiten beschouwing gelaten. Hoofdconclusies is dat er weinig wetenschappelijke evidentie is ten aanzien van selectiecriteria en selectie-instrumenten voor de lerarenopleidingen. Uit de beschikbare literatuur komt het beeld naar voren dat een mix van criteria en instrumenten de grootste voorspellende waarde heeft. De in dit rapport beschrijven literatuurstudie bouwt voort op een eerder verrichte studie naar de wenselijkheid van de invoering van selectie op basis van geschiktheid voor het beroep van leraar (Snoek et al., 2014). [LINK]. Het rapport is tot stand gekomen in opdracht van NRO en op verzoek van het Ministerie van OCW.
DOCUMENT
Volgens de literatuur zijn zowel fysieke synchrone als online asynchrone participatie van groot belang voor prestaties in blended leeromgevingen. De combinatie zou kunnen leiden tot meer diepgaande interactie tijdens colleges. Tot nu toe werd echter vooral gekeken naar de effecten van individuele participatie van voltijdstudenten. In deze studie onderzochten we de rol van fysieke en online participatie van 821 deeltijd en voltijdstudenten die in 32 verschillende klassen deelnamen aan dezelfde blended leeromgeving. We onderzochten hierbij niet alleen de voorspellende waarde van individuele participatie maar testen met multilevel modellen ook de invloed van gemiddelde fysieke en online participatie van de groep. Uit de analyses komt naar voren dat fysieke participatie alleen bij voltijdstudenten testuitslagen significant voorspelt. Online participatie is bij zowel voltijd- als deeltijdstudenten een significante voorspeller van het cijfer en de slaagkans. De combinatie van online en fysieke participatie leverde geen aanvullende meerwaarde op. Gemiddelde fysieke en onlineparticipatie in de klas waren, verrassend genoeg, significante negatieve voorspellers van toetsuitslagen. Studenten scoorden hoger en slaagden vaker wanneer hun klasgenoten gemiddeld minder participeerden. Vervolgonderzoek zou verder uit kunnen wijzen of studenten die vaak aanwezig zijn in klassen met lage aanwezigheid het beter doen door meer begeleiding of dat docenten participatie al dan niet bewust meewegen bij de beoordeling van studenten.
DOCUMENT
In dit artikel zal getoetst worden of de WOZ-waarde valide en betrouwbaar is als marktwaarde-indicator van de vastgoedportefeuilles van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). De belangrijkste bijdrage van onderhavig onderzoek is dat uit de uitkomsten van het empirische onderzoek blijkt dat er in het kader van de Wet WOZ sprake is van een significante overwaardering ten opzichte van de marktwaarde (transactieprijs). Gemeenten hebben moeite om de WOZ-waarden van de objecten zoals die in de vastgoedportefeuilles van het Rijk voorkomen, correct vast te stellen. Zeker gezien de bredere toepassing van de WOZ-waarde kan dit onderzoek aanleiding zijn tot een hernieuwde afweging van het gebruik, met name waar het minder courant vastgoed betreft.
DOCUMENT
Knieprotheseplaatsingen één van de meest uitgevoerde operaties in Nederland, waarna vrijwel alle patiënten een postoperatief fysiotherapietraject in de eerste lijn doorlopen om het herstel te bevorderen. Desondanks verloopt dit herstel bij een aanzienlijke groep (20-30%) niet goed: bij hen vindt terugkeer naar dagelijks functioneren, werk en sport vertraagd of geheel niet meer plaats. Fysiotherapeuten en ook andere professionals zijn momenteel niet goed in staat om te voorspellen hoe het herstel zal verlopen. Indien fysiotherapeuten dit herstel in een zo vroeg mogelijk stadium in het revalidatietraject accuraat kunnen voorspellen, zouden zij op basis hiervan de behandeling tijdig kunnen bijstellen om daarmee het (vertraagde) herstel te bevorderen. Met dit 1-jarige KIEM-project willen wij een belangrijke stap zetten in het vroegtijdig in het revalidatietraject kunnen voorspellen van het lange termijnherstel na een knieprotheseplaatsing. Binnen een nieuw samenwerkingsverband van kennis- en praktijkpartners op dit terrein, zullen wij eerst de meest kansrijke voorspellende patiëntkenmerken (voorspellers) selecteren op basis van literatuur (werkpakket 1) en op basis van praktijkervaringen van patiënten, fysiotherapeuten en orthopedisch chirurgen (werkpakket 2). Vervolgens zal de Landelijke Database Fysiotherapie gebruikt worden om te verkennen of met deze geïdentificeerde patiëntkenmerken het lange termijnherstel voorspeld kan worden (werkpakket 3). Tenslotte zal, naast oplevering van de eindproducten (artikel, presentatie, ‘short list’ met kansrijke voorspellers), de voorbereiding voor een groot vervolgonderzoek gestart worden (werkpakket 4). Dit KIEM-project zal niet alleen nieuwe wetenschappelijke inzichten en een nieuw landelijk samenwerkingsverband van kennis- en praktijkpartners opleveren. Ook zal hieruit een groot vervolgonderzoek ‘ontkiemen’. Dit vervolgonderzoek zal als doel hebben om een accuraat voorspelmodel voor het lange termijnherstel na knieprotheseplaatsing met behandelstrategieën te ontwikkelen en in de praktijk op meerwaarde te testen. Daarmee komt vroegtijdige voorspelling en bevordering van het herstel na een knieprotheseplaatsing een stap dichterbij.