Voor u ligt de rapportage van het tweede deel van een onderzoek naar dakloosheid van gezinnen na huisuitzettingen. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de staatssecretaris van VWS naar aanleiding van Kamervragen over berichten in de media die lijken te wijzen op een verontrustende toename van het aantal dakloze gezinnen. Het eerste deelonderzoek was gericht op een inventarisatie van het aantal gezinnen in Nederland dat in de periode 2006-2007 dakloos is geworden na huisuitzetting en het aantal van deze gezinnen dat zich aanmeldt bij een instelling voor de maatschappelijke opvang. Dit onderzoek resulteerde in het rapport: Het stereotype beeld van een dakloze is dat hij een alleenstaande man is, opvang van gezinnen na huisuitzetting (Kloppenburg, Akkermans, de Graaf & van Doorn, 2009). De onderhavige studie is een verdiepend onderzoek naar de preventie en aanpak van dakloosheid bij gezinnen in de vier centrumgemeenten: Amsterdam, Utrecht, Leeuwarden en Oss.
OBJECTIVES: To examine the effectiveness of critical time intervention (CTI)-an evidence-based intervention-for abused women transitioning from women's shelters to community living.METHODS: A randomized controlled trial was conducted in nine women's shelters across the Netherlands. 136 women were assigned to CTI (n = 70) or care-as-usual (n = 66). Data were analyzed using intention-to-treat three-level mixed-effects models.RESULTS: Women in the CTI group had significant fewer symptoms of post-traumatic stress (secondary outcome) (adjusted mean difference - 7.27, 95% CI - 14.31 to - 0.22) and a significant fourfold reduction in unmet care needs (intermediate outcome) (95% CI 0.06-0.94) compared to women in the care-as-usual group. No differences were found for quality of life (primary outcome), re-abuse, symptoms of depression, psychological distress, self-esteem (secondary outcomes), family support, and social support (intermediate outcomes).CONCLUSIONS: This study shows that CTI is effective in a population of abused women in terms of a reduction of post-traumatic stress symptoms and unmet care needs. Because follow-up ended after the prescribed intervention period, further research is needed to determine the full long-term effects of CTI in this population.
Bij maatschappelijke opvang in zelfbeheer dragen de bewoners zelf meer verantwoordelijkheid en hebben ze meer zeggenschap dan in reguliere opvang. Doel hiervan is dat de bewoners vorderingen maken in hun herstel. In een onderzoek van de Wmo-werkplaats Amsterdam geven (oud-)bewoners en betrokken professionals aan dat het verblijf in een zelfbeheerde voorziening bijdraagt aan het herstel en empowerment van bewoners. Ander onderzoek levert aanwijzingen dat zelfbeheerde voorzieningen per bed goedkoper zijn en voldoende presteren op uitstroom, maatschappelijke participatie en re-integratie.