In het Surinaamse regenwoud ligt een groot potentieel voor duurzame waardecreatie via non-timber forest products (NTFP’s) – bosproducten zoals vruchten, kruiden, oliën en zelfs toeristische diensten. Studenten van Hogeschool Inholland onderzochten samen met Surinaamse partners hoe deze producten bijdragen aan ecologische, economische en sociaal-culturele waarde. NTFP’s zijn cruciaal voor het levensonderhoud van inheemse en marrongemeenschappen. Ze leveren voeding, medicijnen en inkomsten. Echter, de sector kampt met uitdagingen: overharvesting, gebrek aan ketenregie, beperkte lokale verwerking en infrastructuur, en een fragiele institutionele context. Studenten ontdekten dat veel waardevolle producten onbenut blijven, of zonder toegevoegde waarde de markt op gaan. Ondertussen verdwijnen traditionele kennis en biodiversiteit door gebrekkig beheer. Het onderzoek richtte zich op kansen voor meervoudige waardecreatie. Voorbeelden zijn duurzame voedselproducten voor diaspora-doelgroepen, community-based toerisme en circulaire non-food innovaties zoals zeep. Initiatieven zoals in Bigi Poika en Cassipora laten zien hoe ondernemerschap, cultuur en natuur samen kunnen floreren. Cruciaal daarbij is samenwerking: tussen lokale gemeenschappen, overheden, onderwijs en ondernemers – ook wel de ‘triple helix’. Belangrijk inzicht: het bos is geen voorraadkast, maar een levend ecosysteem. Verantwoorde benutting van NTFP’s vereist beheerplannen, kennisdeling, certificering en infrastructuur. Praktijkgericht onderzoek en co-creatie – onder andere in het Living Lab JSOOC – vormen de sleutel tot duurzame ontwikkeling. Het project toonde aan dat studenten met Surinaamse roots een unieke brugfunctie vervullen tussen culturen. Zij brengen kennis, identiteit en innovatie samen in een gezamenlijke missie: waarde creëren met én voor het Surinaamse bos.
DOCUMENT
Dit reflectieve artikel kijkt terug op de rijke schakering aan perspectieven, benaderingen, aggregatieniveaus en casussen die in dit themanummer aan de orde komen. Het legt de nadruk op het verder ontwikkelen van het perspectief van meervoudige waardecreatie. Wat betekent dit nu voor onderwijs en voor managers? In het onderwijs is veel meer aandacht nodig voor samenwerking en creatieve dialogen. Voor managers is goed opdrachtgeverschap cruciaal. Zo is een goede voorbereiding op dialogen met de architect en andere belanghebbenden van groot belang. Waar staat je organisatie bedrijfskundiggezien, waar ga je en wil je heen, en welk ontwerp van werkprocessen hoort daarbij? Denk ook aan verbindingen met praktijkgerichte onderzoekers. Laat hen voor- en nametingen doen en laat hen inbrengen wat bekend is uit ‘evidence-based design’. Verder is (ver)bouw te zien als organisatieverandering. Waarborg de gebruikersparticipatie en manage de kennisverschillen tussen expert en leek. Gebruikers zijn daarbij de werknemers; betrek ook mensen in staffuncties bij ruimte en operationele uitvoering, zoals facilitymanagement en onderhoudsprofessionals. Wees ten slo…tte alert op kwetsbaarheid van het proces, die kan optreden door personele wisselingen. Borg de inhoudelijke continuïteit tijdens het ontwerpproces en registreer steeds de beslissingen.
LINK
We zitten momenteel in een transitie-periode waarin we van een lineaire economie op basis van bestaande business modellen gericht op economische waarde maximalisatie toegaan naar een circulaire economie, waar business modellen streven naar waarde behoud. De volgende stap is de overgang naar een regeneratieve of restauratieve economie, waarin niet alleen economische waarde, maar ook ecologische en sociale waarde wordt gecreëerd (meervoudige waardecreatie). Vanuit accounting perspectief is een parallelle ontwikkeling zichtbaar. Ons huidige accounting systeem is met name gericht op economische waarde. Als gevolg van de transitie van een lineaire economie naar een circulaire economie, zijn er accounting modellen en frameworks in ontwikkeling gericht op meervoudige waardecreatie. De auteurs zijn echter van mening dat in de literatuur een cruciale gap bestaat tussen de ontwikkeling van accounting en meervoudige waardecreatie, en dat huidige modellen en frameworks gericht op meervoudige waarde vooral leiden tot ‘greenwashing’. In deze bijdrage gaan wij na in hoeverre de vigerende concepten van accounting bruikbaar zijn om te sturen op meervoudige waarde. Onder sturen wordt in dit kader bedoeld het bepalen, meten en waarderen. Dit doen wij aan de hand van een conceptuele analyse waarbij we de toepassing van de vigerende accounting concepten ten aanzien van profit vergelijken met mogelijke toepassing van deze concepten in relatie tot people en planet. Wij concluderen dat deze concepten over het algemeen niet toepasbaar zijn voor people en planet. Wij stellen daarom een alternatieve benadering voor, waarbij wij menen dat vigerende accounting concepten grotendeels toepasbaar zijn op people en planet. Dit is gebaseerd op een aanpak waarin het huidige ontologische uitgangspunt van accounting wordt verlaten en waarin we een aangepast ontologisch uitgangspunt verder uitwerken aan de hand van de Triple Depreciation Line (TDL) van Rambaud & Richard (2015). Tenslotte hebben we kritiekpunten geformuleerd op de TDL systematiek en stellen we een alternatieve TDL systematiek voor. Hiermee beoogt dit paper een bijdrage te leveren aan het inzichtelijk maken van de praktische en conceptuele problemen bij de toepassing van vigerende accounting concepten in een circulaire economie, om vervolgens mogelijke oplossingsrichtingen aan te reiken, gericht op bescherming, herstel en regeneratie van natuurlijk en sociaal kapitaal.
DOCUMENT
De circulaire economie (CE) is een gedeeltelijk alternatief voor de bestaande lineaire economie en mag zich de afgelopen vijf jaar in een sterk groeiende politieke en economische aandacht verheugen. ▪ Kern van de CE is het organiseren van waardebehoud met als gevolg levensduurverlenging van producten, onderdelen en grondstoffen in kringlopen. ▪ Ambitie van de CE is een lagere negatieve impact, minder gebruik van ‘virgin’ materialen en een hogere gebruiksefficiëntie gedurende de gehele levenscyclus van producten, etc. ▪ In beginsel zou dit moeten leiden tot het kunnen gebruik van producten etc. in bestaande of refurbished vorm gedurende meerdere kringlopen. ▪ Organiseren van (een systeem van met elkaar samenhangende kringlopen vormen de centrale uitdaging. Dat realiseren leidt tot een systeemtransitie die complementair is aan een duurzame lineaire economie. ▪ Door het ministerie van EZK is in 2021 in het kader van het CESI programma onderzoek aanbesteed wat moet leiden tot een op de praktijkgerichte classificatie van bestaande en toekomstige businessmodellen voor de CE. ▪ Businessmodellen reiken de logica voor (strategische) organisatieconcepten om waardecreatie en –behoud vorm en inhoud te geven. Er is een scala aan concepten mogelijk. ▪ Onderzocht is welke businessmodellen voor de CE er (al) zijn en in hoeverre deze aansluiten bij ontwikkelingen rond toenemende producentenverantwoordelijkheid (UPV) en Producer Ownership (PO). ▪ De output van het onderzoek bestaat uit een classificatie van zeven basistypen circulaire businessmodellen (CBM), verdeeld over drie groepen (grondstoffen, gebruik en verantwoordelijkheid). Deze basistypen worden beschreven in kenniskaarten. ▪ Deze kenniskaarten vormen de basis voor een speciaal ontwikkelde QuickScan (te vinden op: https://circulairemaakindustrie.nl) en een interactieve applicatie (te vinden op: https://businessmodellab.nl/tools) ▪ Als output van dit onderzoek is er naast de Quickscan een korte video met toelichting en dit Whitepaper. Alle materialen zijn Open Access, dus vrij te gebruiken voor eenieder.
MULTIFILE
Interview protocol voor het evalueren van de professionalisering 1+1=3 't PASST Samen
MULTIFILE
Vlak voor de zomervakantie van 2022 had ik eer en genoegen een openbare les te geven bij mijn aanstelling als lector aan de Hogeschool Utrecht. Voor die gelegenheid schreef ik een uitvoerig stuk over de waardevolle rol van marketeers om in de komende jaren de transitie te helpen maken van een economie gericht op geld naar een economie waarin een bredere verdeling van welvaart centraal staat.
LINK
Dit boek is vooral relevant voor marketeers die verder willen kijken dan winstmaximalisatie. Bij meervoudige waardecreatie is het bewust gebruiken van frames een interessante manier om vanuit meerdere perspectieven te analyseren en beslissen.
LINK
Circulaire economie; wat betekent dat bedrijfseconomisch
DOCUMENT
Uit het rapport: "Hogescholen verrichten praktijkgericht onderzoek. Dit onderzoek is gericht op het verhogen van de kwaliteit van de hbo-afgestudeerden, op het responsief houden van het onderwijs én op het innoveren van de beroepspraktijk. Hogescholen worden dan ook al geruime tijd betrokken bij het nationaal en regionaal beleid dat zich richt op de maatschappelijke waardecreatie vanuit kennis ofwel valorisatie. Zo zijn zij sinds het ontstaan actief betrokken bij het Valorisatieprogramma (2010) en wordt in het Hoofdlijnenakkoord (2011) gesproken over het ontwikkelen van een eigen set valorisatieindicatoren voor hogescholen. De brief ‘Wetenschap met Impact’ van staatssecretaris Dekker van 19 januari 2017 richt zich echter voornamelijk op de universiteiten. Dit is mede aanleiding voor de Vereniging Hogescholen om een eigen visie te ontwikkelen op de maatschappelijke waardecreatie vanuit kennis in het hbo en hier uitwerking aan te geven. Daarvoor is een Ad hoc commissie opgericht bestaande uit bestuurders en lectoren. In dit rapport presenteren zij hun visie en de uitwerking daarvan."
DOCUMENT