In dit rapport wordt een verkort overzicht gegeven van de vergunnings- en zorgplichten onder de Omgevingswet voor gebruik van waterstof op de bouwplaats. Het biedt een helder inzicht in de juridische kaders bij waterstof aangedreven aggregaten op de bouwplaats.
DOCUMENT
Het lectoraat Energietransitie van EnTranCe, het Centre of Expertise Energyvan de Hanzehogeschool Groningen, richt zich op de systeemverandering dienodig is om de Energietransitie vorm te geven. Een systeemverandering, wantde energietransitie is meer dan het vervangen van centrales door windmolens enzonnepanelen. Het vraagt, naast technologische veranderingen, ook veranderingen binnen het sociaal-economische stelsel.Onze maatschappij is verslaafd aan energie en aan het gegeven dat het altijdonbeperkt beschikbaar is. Willen wij onze standaard van leven kunnen handhaven, dan moeten we bereid zijn om zaken aan te passen. Na de tweede wereldoorlog heeft onze energievoorziening zich sterk gecentraliseerd ontwikkeld, met grote partijen en infrastructuur (macro) die daar de regie op hebben. De groeiende wens vanuit de samenleving om zelf keuzes te kunnen maken in het gebied dat mensen zelf kunnen beïnvloeden (micro) zorgt voor een sterke ‘bottom up’ beweging rondom verduurzaming. In onze visie zullen de belangrijkste doorbraken rond de transitie nodig zijn daar waar de macro- en micro ontwikkelingen elkaar raken: het meso niveau. Hier is het dat het transitieproces zich het sterkst zal manifesteren. De onderzoekslijn ‘De rol van waterstof binnen de energietransitie’ binnen dit lectoraat richt zich dan ook op mogelijke productie en toepassingen van duurzame waterstof op dit mesoniveau. Het niveau van een dorp, een wijk , een blok huizen of een bedrijf. Ook hier kijken we naar de verandering van het gehele systeem: optechnologieniveau, de integratie met het macrosysteem, de mens, economie ende juridische praktijk. Samenwerking met andere lectoraten is dan ook van grootbelang.
DOCUMENT
De kranten staan vol met veelbelovende waterstofprojecten. Dat waterstof de energietransitie kan versnellen staat vast, maar wat zal de bijdrage van groene waterstof zijn in de toekomst? Waarvoor kan waterstof het beste gebruikt worden? Mobiliteit of in huishoudens? Onderzoeken naar de technische toepassingen voor het gebruik van waterstof zijn in volle gang. Naast de techniek is het belangrijk om te weten wat het grote publiek weet over waterstof. Dit is onderzocht met de publieksmonitor waterstof. De resultaten van deze publieksmonitor worden besproken tijdens de Barn Talk op 3 februari om 16.15. De panelleden zullen de monitor duiden en inhoudelijk reageren en het gesprek zal geleid worden door lector Wim Elving en Marcel Koenis, business developer, beiden verbonden aan EnTranCe, Centre of Expertise | Energy van de Hanzehogeschool Groningen.Over de publieksmonitor waterstofVanuit het project Groene Waterstof Booster is een periodieke monitor opgezet om bij het publiek te peilen wat zij over waterstof weten. De resultaten van deze monitor staan centraal tijdens de Barn Talk. Ze worden geduid door Jan-jaap Aué als lector, Werner ten Kate wethouder van Hoogeveen, Ulco Vermeulen van Gasunie en Mark Peterse van Portaal. De monitor is door Mathilde van Dijk, senior-onderzoeker van EnTranCe, uitgevoerd.
LINK
Als gevolg van de energietransitie wordt het steeds moeilijker om energieaanbod en -vraag op elkaar af te stemmen en ontstaan problemen op het elektriciteitsnet. Energieopslag biedt een oplossing: duurzame energie wordt opgeslagen op momenten dat er aanbod en weinig energievraag is en beschikbaar gesteld wanneer er weinig aanbod en veel vraag is. Lokale opslag biedt een kans om lokale uitval van het elektriciteitsnet te voorkomen en geeft meerwaarde aan duurzame energie. Opslag in waterstof is uitermate geschikt voor zowel toepassingen op MW-schaal (windparken), voor seizoensopslag en voor toepassingen waar distributie relevant is. De wens van bedrijventerreinen om te verduurzamen biedt een kans om gericht aan oplossingen voor lokale energieopslag in waterstof en bijbehorende toepassingen te werken. In dit project werkt de HAN samen met MKB-bedrijven, Saxion, TU Delft, lokale overheden en een aantal overige partners aan het ontwikkelen en optimaliseren van een energieopslagsysteem gebaseerd op waterstof en bijbehorende waterstoftoepassingen op en voor bedrijventerrein IPKW in Arnhem. Beschikbare windenergie van in aanbouw zijnde turbines langs de Rijn bij IPKW vormen de aanleiding voor het ontwerpen, modelleren, construeren en testen van een (geschaald) energieopslagsysteem gebaseerd op de productie, en opslag van waterstof. Specifieke toepassingen op het industriepark worden geïnventariseerd, en waar mogelijk gerealiseerd en gemonitord, voor met name lokaal bedrijfstransport en elektriciteitslevering. Scenario’s voor ontwikkeling en toepassing van de technologie ontwikkeld en haalbaarheidsstudies uitgevoerd. Kennis en expertise worden ontwikkeld om het proces van optimale implementatie van waterstof voor energieopslag in een energieketen met specifieke toepassingen op een bedrijventerrein te ondersteunen. Met dit project bouwen wij voort op de vele eerdere waterstofprojecten die bij de HAN zijn uitgevoerd en maken we gebruik van ons recent gerealiseerde shared facility HAN Waterstoflab op IPKW.
HCA Groenvermogen NL vormt de aanleiding en het kader voor het aanstellen van Regionale Liaisons en het opstellen van Regionale Roadmapsin zes regio’s. Deze hebben als rol en functie de regio’s te mobiliseren voor Learning Communities en de uitwisseling binnen het Nationale Kennisplatform. Hierbij is Chemelot geïdentificeerd als één van die zes regio’s, en is Zuyd Hogeschool benaderd om een aanvraag voor te bereiden. ▪ Chemelot is een interessante locatie voor een doorgedreven inzet van Learning Communities op het gebied van waterstof. Waterstof is een belangrijk grondstof in de chemie en wordt vandaag geproduceerd uit aardgas. Ambitie is tegen 2050 duurzame waterstof zonder CO2- emissies te produceren. Samen met elektrificatie zal duurzame waterstof de energie- en grondstoffentransitie op Chemelot vormgeven. Daarnaast is op Chemelot reeds 10 jaar de Chemelot Innovation and Learning Labs (CHILL) actief, een publiek-private samenwerking tussen Universiteit Maastricht, Vista college, Zuyd Hogeschool en bedrijven als DSM, Sabic en Fibrant, en als dusdanig een Learning Community voor de verduurzaming van de chemie. ▪ De transitie naar een duurzame chemie is de inzet van de brede triple alliantie Chemelot Circular Hub (CCH) en haar Circulaire Economie Actieplan (CEAP). De CEAP vormt het referentiekader voor de verdere uitwerking van de Regionale Roadmap, met als focus het binden van talenten, aantrekken van gamechangers, topfaciliteiten voor onderzoek en innovatie incl. digitalisering. Het Regionale Liaisons-team is samengesteld uit experten vanuit de onderwijsinstellingen, CHILL, Brightsite en de CCH- programmamanager. Het team wordt ingebed in de CCH-governance, wat de afstemming met andere projecten binnen o.a. het Groeifonds en JTF borgt. Tot slot spiegelt onze aanpak zich aan de werkstromen binnen HCA GroenvermogenNL, dit in functie van een sterke synergie tussen regionale en nationale acties. Verdiepen van de kennisbasis, versterken van de samenwerking en versnellen van innovatieve onderwijs- en arbeidsmarktinitiatieven zijn hierin leidende principes.
Belangrijke uitdagingen binnen de energietransitie zijn de beschikbaarheid van waterstof uit duurzame energiebronnen als alternatief voor fossiele brandstoffen en het voorkomen van congestie op het elektriciteitsnet door toenemende vraag naar en aanbod van elektriciteit. Decentrale productie, opslag en toepassing van waterstof biedt voor beide uitdagingen een oplossing, maar om dit te realiseren zijn innovaties en kennisontwikkeling nodig. In dit RAAK MKB project willen bedrijven en kennisinstellingen als partners van het groeiende netwerk rondom waterstof innovatiecentrum H2Hub Twente, expertise ontwikkelen voor realisatie van decentrale elektrolyse systemen. De betrokken bedrijven zijn zich aan het ontwikkelen om systeemoplossingen voor de markt van decentrale elektrolyse aan te kunnen bieden, maar hebben nog stappen te maken in de benodigde expertise hiervoor. De kloof die de bedrijven in dit project willen overbruggen: van theoretisch inzicht en expertise op deelaspecten naar expertise om goed werkende systemen te kunnen realiseren en begrip krijgen van mogelijkheden voor verbeteringen en innovaties. Om die reden wordt het project vorm gegeven rondom de ontwikkeling en bouw van een prototype elektrolyse systeem dat wordt geïntegreerd met de duurzame energievoorziening van H2Hub Twente. De ontwikkeling van elektrolyse systemen (maar ook toepassingen van waterstof) vraagt om expertise op alle opleidingsniveaus die nog weinig beschikbaar is. Door de energietransitie neemt de vraag naar deze expertise sterk toe. De kennisinstellingen zijn partner binnen de SPRONG “decentrale waterstof” en zij willen met dit project via praktijkgericht onderzoek expertise binnen de betrokken onderzoekgroepen verder opbouwen. Belangrijk hierin is het leerproces structuur en borging te geven waardoor dit kan doorwerken binnen het onderwijs richting studenten en bedrijfsmedewerkers. De resultaten van dit project worden gedeeld met het netwerk maar ook via bijeenkomsten van de topsector energie en lectorenplatform LEVE. De impact van dit project: expertiseopbouw voor realisatie van decentrale waterstofsystemen als stimulans voor regionale bedrijfsontwikkeling én energietransitie!