Hoe blijft op Terschelling voldoende zoet water beschikbaar voor boeren, natuur en recreanten? Onderzoekers gaan op zoek naar antwoorden.
LINK
Objective: In myocardial perfusion single-photon emission computed tomography (SPECT), abdominal activity often interferes with the evaluation of perfusion in the inferior wall, especially after pharmacological stress. In this randomized study, we examined the effect of carbonated water intake versus still water intake on the quality of images obtained during myocardial perfusion images (MPI) studies. Methods: A total of 467 MIBI studies were randomized into a carbonated water group and a water group. The presence of intestinal activity adjacent to the inferior wall was evaluated by two observers. Furthermore, a semiquantitative analysis was performed in the adenosine subgroup,using a count ratio of the inferior myocardial wall and adjacent abdominal activity. Results: The need for repeated SPECT in the adenosine studies was 5.3 % in the carbonated water group versus 19.4 % in the still water group (p = 0.019). The inferior wall-to-abdomen count ratio was significantly higher in the carbonated water group compared to the still water group (2.11 ± 1.00 vs. 1.72 ± 0.73, p\0.001). The effect of carbonated water during rest and after exercise was not significant. Conclusions: This randomized study showed that carbonated water significantly reduced the interference of extra-cardiac activity in adenosine SPECT MPI. Keywords: Extra-cardiac radioactivity, Myocardial SPECT, Image quality enhancement, Carbonated water
De huidige landschapsinrichting komt steeds verder onder druk te staan. Klimaatverandering, weersextremen en langere periodes van nat en droog zorgen voor steeds meer problemen in het landschap en ook een afname in biodiversiteit en de stikstofcrisis eisen hun tol. Zo worden de hogere zandgronden steeds droger en neemt het risico op overstromingen door hevige buien toe. Het huidige landschap lijdt hieronder en vraagt om verandering. Een herinrichting van het landschap op basis van water- en bodemeigenschappen, biedt de oplossing. De casus is uitgevoerd in het Groene Woud, gelegen in de provincie Noord-Brabant. Het Groene Woud is 35.000 hectare groot en bevindt zich tussen ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg. Het wordt gekenmerkt door een typisch beekdallandschap met tal van beken en natuur, vaak sterkverweven met agrarische activiteiten. Het doel van de casus Klimaatveerkrachtig landschap – het Groene Woud, is het ontwerpen van een herinrichting van het Groene Woud, waarbij al deze problemen mee worden genomen. De herinrichting is gedaan aan de hand van water- en bodemeigenschappen en biedt zowel landbouw als natuur de kans om zich optimaal te ontwikkelen binnen de grenzen van het Groene Woud.
MULTIFILE
Nederland kent een zeer productieve landbouw, maar deze productiviteit gaat gepaard met het gebruik van veel gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten. Als gevolg hiervan wordt het grond- en oppervlaktewater relatief zwaar belast met stikstof, fosfaat en gewasbeschermingsmiddelen. Deze vervuiling kan een bedreiging vormen voor het ecosysteem en de drinkwaterwinning. Landbouwpartijen, waterschappen en waterbedrijven zoeken naar manieren om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten naar het watersysteem te reduceren. Duurzaam bodembeheer, en dan vooral het op peil houden van organische stof in bodems, vervult daarbij een sleutelrol. De hoeveelheid en kwaliteit van de organische stof in bodems kan worden verbeterd door het terugbrengen van organische reststromen (zoals vaste mest en gewasresten) naar de bodem. In dit project verkent Hogeschool van Hall Larenstein, samen met partijen uit de landbouw- en watersector (Projecten LTO Noord, Wetterskip Fryslân en WMD Drinkwater) en kennispartijen (WLN en Bioclear Earth), het effect van hergebruik van organische reststromen op de emissieverlaging van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten naar grond- en oppervlaktewater. De onderzoeksmethoden die worden gebruikt zijn literatuurstudie, workshops met focusgroepen en oriënterende kolomexperimenten. Verschillende varianten (combinaties van bodemsoort, organische stofgehalte en organische reststroom) worden beoordeeld op basis van een vooraf opgesteld toetsingskader. Het projectresultaat is een adviesrapport waarin de uitkomsten en bevindingen zijn vastgelegd en vertaald naar de potentie voor de praktijk. Daarnaast worden twee publicaties geschreven in vaktijdschriften voor de landbouw- en watersector. Deze resultaten vormen de basis voor verdere ontwikkeling van vernieuwende maatregelen gericht op schoon water door duurzaam bodembeheer.