Het Nieuwe Telen (HNT) heeft in haar theoretisch kader de teeltprocessen ingedeeld in zes balansen. De energiebalans, de waterbalans en de assimilatenbalans van de plant en de CO2 balans, de vochtbalans en de energiebalans van de kas. In dit project is onderzocht of de mineralenbalans, de ecologische balans en de hormoonbalans nuttige aanvullingen zijn op de bestaande balansen van HNT. Aanbevelingen: faciliteer onderzoek naar metingen die het mogelijk maken de status van de plant te volgen m.b.t. de mineralenbalans en ecologische balans.
DOCUMENT
Door een opeenstapeling van maatschappelijke, ecologische en politieke crisissen nemen de wensen en eisen die aan de tuinbouwsector gesteld worden hand over hand toe. Aan de andere kant nemen ook de kansen en mogelijkheden door toegenomen kennis en voortdenderende technologische ontwikkelingen rap toe. De tuinbouw verkeert hierdoor in dermate wild vaarwater dat, gezien de veelvoud aan transities, gerust gesproken kan worden van een systeemtransitie. Een systeemtransitie naar een ecologisch en economisch duurzame tuinbouw door productiesystemen die zowel stabiel als hoogproductief zijn, vraagt niet om een vlucht in het verleden, maar om een sprong de toekomst in. Een sprong naar een productiesysteem gebaseerd op kennis van de plant en de interactie met zijn (ecologische) omgeving, ondersteund door hoogwaardige technologie met een hernieuwde vorm van procescontrole. In dit essay onderzoek ik hoe ik als associate lector levende teeltsystemen voor Inholland bij wil dragen aan onderzoek en onderwijs op de actuele transitiepaden van de glastuinbouw. Hoe ik kan bijdragen aan kennis ontwikkeling, nieuwe methoden ontwerpen in onderzoek en deze vertalen naar praktijkgerichte oplossingen. Zo wil ik door samenwerking met collega-onderzoekers en studenten van binnen en buiten Inholland verder invulling geven aan de realisatie van mijn missie. “In onderzoek en onderwijs bijdragen aan een tuinbouwproductiesysteem dat functioneert als een ecosysteem, waarin het samenspel van een grote diversiteit aan levende organismen bijdraagt aan de gezondheid van het productiesysteem en het product dat het produceert. Waarin onze gezamenlijke kennis tot de kunde leidt om levende teeltsystemen als evenwichtige ecosystemen te ontwerpen en te beheren. Waarin telers de biodiversiteit versterken en verzorgen, zodat deze bijdraagt aan de kwaliteitsproductie, in een samenspel van technologie, ecologie en menselijk vernuft. Tuinbouw dus die de wereld van gezonde producten voorziet en in balans is met zichzelf en haar omgeving.”
DOCUMENT
Deze presentatie is ontwikkeld op verzoek van Delphy voor een workshop tijdens de landelijke informatiebijeenkomst pioenroos. In deze presentatie schets ik op basis van literatuuronderzoek een beeld van de problemen met Phytophthora cactorum in de pioenrozenteelt. Na een kort historisch overzicht worden de kenmerken en omstandigheden van deze oömyceet toegelicht. Vervolgens worden de levenswijze en de symptomen toegelicht en de mogelijkheid om zede ziekten met andere problemen te verwarren. Aan het eind van de presentatie verken ik de mogelijkheden om via een weerbaar teeltsysteem de problemen emt Phytophthora te verminderen.
MULTIFILE
Het Nieuwe Telen (HNT) is een teeltmethode waarbij nieuwe inzichten op het gebied van kasklimaat en een verandering in het gedrag van de teler leiden tot een optimaal teeltresultaat in een (semi) gesloten kas, met als neveneffect het besparen van energie. Ondanks de mogelijke voordelen van HNT blijkt dit ‘omdenken’ in de praktijk niet vanzelf te landen en is een nieuwe impuls nodig. In de afgelopen jaren zijn al meerdere gesprekken gevoerd tussen het groene onderwijs en het programma Kas als Energiebron, waarbij de behoefte aan kennisverspreiding via het onderwijs aan de orde is geweest, maar niet in detail is uitgewerkt terwijl de behoefte aan deze detaillering aanwezig is bij zowel het programma, het onderwijs (HBO en MBO) als het bedrijfsleven. Die detaillering is in dit voorstel uitgewerkt in onder andere curriculumontwikkeling MBO en HBO, learning communities in de verschillende tuinbouwregio’s (met cursussen, demo’s, toegepast onderzoek). De consortiumpartners zijn de 4 agrarische hogescholen, het CIV-Tuinbouw, kennisinstellingen WUR, brancheorganisaties, toeleveranciers en agrarische bedrijven. De projectonderdelen bestaan uit een stappenplan transitie HNT, toolontwikkeling, kennisoverdracht via onderwijs en communicatie en valorisatie. In het project wordt HNT indringend met veel glastuinders besproken via een scan, waarin niet alleen de situatie op het bedrijf wordt gemonitord, maar ook kennisvragen worden opgehaald en advies gegeven wordt over laagdrempelige vervolgstappen op bedrijfsniveau. In de tuinbouwgebieden komen learning communities waar bestaande kennis en nieuwe kennis op verschillende manieren wordt gedeeld. Nieuwe tools en nieuwe vormen van kennisoverdracht/delen helpen tuinders bij het zetten van vervolgstappen.
Weerbaar telen is een systeemaanpak voor gewasbescherming in de landbouw/tuinbouw waarbij gewassen worden geteeld met een verhoogde natuurlijke weerstand tegen ziekten, plagen en ongunstige milieu-invloeden. Dit wordt bereikt door een samenhangend pakket van duurzame teeltmethoden zoals: bodemverbetering, optimale plantenvoeding en klimaatregeling, het gebruik van biostimulanten en biologische bestrijding. De transitie naar weerbaar telen is belangrijk om te voldoen aan hedendaagse eisen uit de markt en maatschappij, maar veel telers vinden het spannend. Ze vrezen hogere kosten of een uitbraak van ziektes, daarnaast vraagt weerbaar telen veel nieuwe kennis om op een andere manier te werken, wat de adoptie belemmerd. Binnen het project ligt de focus op drie casussen: glastuinbouw, sierteelt, en vollegrond groenten & peulvruchten. Dit project start met sociaal onderzoek om de belemmeringen en drijfveren voor weerbaar telen bij telers beter te onderzoeken. Hierdoor kunnen we met begrip van de sociaal, economische en ecologische context werken aan een systeemaanpak via teelt-interventies, zoals zaadcoating, substraatkeuze, rassenkeuze, biologische bestrijding, biostimulanten, en organische bemesting. Om het weerbaar telen beter te kunnen sturen werken we ook aan monitoring van: infectiedruk, ontwikkeling bodemleven en gewasgezondheid. Een belangrijk onderdeel is de uitwisseling en opbouw van kennis en vaardigheden onder telers en erfbetreders. Ervaringskennis van koplopers in weerbaar telen, wordt geverifieerd en verrijkt met onderzoek en ingezet om kwekers die nog stappen moeten zetten te helpen bij de implementatie. Ook werken we aan betere integratie van weerbaar telen in curricula van groene HBO- en MBO-opleidingen en LLO trainingen. Het eindresultaat van dit project is de ontwikkeling van set instrumenten die praktische implementatiemethoden, infographics, modulebeschrijvingen en trainingen bevatten. Door de integrale benadering zullen in het project al een groot aantal telers bij de transitie naar weerbaar telen ondersteund worden. Zo dragen we bij aan een duurzamere landbouwsector.