Dit onderzoeksrapport beschrijft de resultaten van een compact, reflectief onderzoek naar de academische werkplaatsen beroepsonderwijs van het lectoraat Beroepsonderwijs, Kenniscentrum Leren en Innoveren (Hogeschool Utrecht).
DOCUMENT
Fontys Hogescholen investeert in de ontwikkeling van professionele werkplaatsen. Deze omvatten een duurzame, intersectorale samenwerking tussen minimaal één publieke organisatie en een hoger onderwijsinstelling. Het doel ervan is continue ontwikkeling van de beroepspraktijk. Centraal hierbij staat het lerend en onderzoekend samenwerken van alle betrokkenen in de samenwerking. In dit artikel worden professionele werkplaatsen (PW’s) toegelicht en wordt een eerste inkijk gegeven in de werkzame elementen van deze samenwerkingen.
LINK
Van zorgorganisaties, gemeenten tot bedrijfsleven. Fontys werkt steeds meer samen met het werkveld in talloze professionele werkplaatsen (PW). Wat komt er kijken bij deze rijke leeromgevingen? Om niet steeds opnieuw het wiel uit te vinden werkt het WIN-project aan een instrumentarium voor het versterken van bestaande en het ondersteunen van nieuwe initiatieven. Onderzoekers Miranda Snoeren en Sofie Moresi vertellen meer. ‘Professionals worden meegezogen in het leerproces van studenten.’
LINK
Om het samen werken en leren van innovatieve leerwerkomgevingen in het HBO, zoals professionele werkplaatsen, te verbeteren, is behoefte aan inzicht in de werkzame factoren in de samenwerking tussen verschillende actoren uit verschillende organisaties. Het Ontwikkelinstrument Lerend en Onderzoekend Samenwerken (O-LOS) is ontwikkeld om deze evaluatie in de praktijk te ondersteunen. Op basis van een pilotstudie werd onderzoek gedaan naar de volgende vraagstelling: Op welke wijze kan de samenwerking in innovatieve leerwerkomgevingen worden geëvalueerd en versterkt, gebruikmakend van het instrument O-LOSI De resultaten bieden handvatten voor structurele toepassing van het O-LOS in de praktijk.
DOCUMENT
Deze handreiking bevat hulpmiddelen voor onderzoekers, beleidsmedewerkers, onderwijsprofessionals en praktijkprofessionals die samenwerken in academische werkplaatsen om te reflecteren op de werkplaats en waar nodig een volgende stap te zetten.
DOCUMENT
In twee regio’s – Midden-Nederland en Noord-Nederland – is geëxperimenteerd met een bredere reclasseringsinzet op ZSM. De ontwikkeling van een betekenisvolle en contextgerichte aanpak is een belangrijke doelstelling van ZSM. Om deze ontwikkeling goed van de grond te krijgen zijn deze twee pilot-werkplaatsen ingericht. In algemene zin kregen de deelnemende reclasseringswerkers de ruimte en de opdracht om ‘te doen wat nodig is’ en zich daarmee in samenwerking met het OM te richten op betekenisvolle manieren van afdoen en de ontwikkeling van een contextgerichte aanpak. De pilots verliepen in drie fasen. In de eerste fase lag het accent op initieren van nieuwe opties voor een betekenisvolle aanpak en identificeren van belemmeringen om deze aanpak uit te voeren. De tweede fase stond in het teken van uitproberen van nieuwe werkwijzen, die in derde fase uitgebreid en geconsolideerd zijn. In de derde fase is tevens nagedacht over condities bij de inrichting van nieuwe werkplaatsen en voor bredere implementatie van de werkwijze.
DOCUMENT
videoboodschap landelijk jaarsymposium Werkplaatsen sociaal domein
MULTIFILE
De transities en transformaties in het sociale domein zijn processen waarin gemeenten, instellingen, professionals, vrijwilligers, mantelzorgers, cliënten, bewoners (..) zich gaandeweg op een andere manier ten opzichte van elkaar leren verhouden. In de Wmowerkplaats Noord-Brabant Fontys - een van de veertien Wmo-werkplaatsen die ons land rijk is - staat het samenspel centraal tussen al deze actoren die samen vormgeven aan zorg en welzijn.
DOCUMENT
De transities en transformaties in het sociale domein zijn processen waarin gemeenten, instellingen, professionals, vrijwilligers, mantelzorgers, cliënten, bewoners (..) zich gaandeweg op een andere manier ten opzichte van elkaar leren verhouden. In de Wmowerkplaats Noord-Brabant Fontys - een van de veertien Wmo-werkplaatsen die ons land rijk is - staat het samenspel centraal tussen al deze actoren die samen vormgeven aan zorg en welzijn.
DOCUMENT
Dit artikel beschrijft een onderzoek naar werkzame elementen in de samenwerking binnen innovatieve leeromgevingen, professionele werkplaatsen (PW) genoemd. In PW werken onderwijs en beroepspraktijk samen aan complexe vraagstukken waarbij de ontwikkeling van betrokkenen en de innovatie van de beroepspraktijk centraal staan. Op basis van literatuuronderzoek, verkennende interviews met 11 sleutelfiguren en een meervoudige casestudie waarin vanuit 4 cases 75 betrokkenen participeerden, is het model Lerend en Onderzoekend Samenwerken in PW ontwikkeld. Het model omvat zes elementen en laat zien dat het lerend en onderzoekend samenwerken centraal staat in een PW en zich ontwikkelt binnen een grensoverstijgende en ontwikkelingsgerichte cultuur. Betrokkenen in een PW leren gezamenlijk doordat ze samenwerken in de dienstverlening en hierbij waarde hechten aan het delen van verschillende perspectieven. Door facilitering van mensen en middelen en door de samenwerking vorm te geven vanuit een gezamenlijke visie, kunnen betrokkenen elkaar leren kennen en afstemmen op welke manier zij samen kunnen bijdragen aan de innovatie van de beroepspraktijk. Hiervoor zijn zowel het opbouwen van relaties als het expliciteren en verdelen van taken en verantwoordelijkheden essentieel. Het model, dat een systemisch perspectief kent, biedt uitgangspunten en handvatten om de samenwerking binnen een PW te evalueren en te versterken.
MULTIFILE
In twee regio’s – Midden Nederland en Noord Nederland – is geëxperimenteerd met een bredere reclasseringsinzet op ZSM. De ontwikkeling van een betekenisvolle en contextgerichte aanpak is een belangrijke doelstelling van ZSM. Om deze ontwikkeling goed van de grond te krijgen zijn deze twee pilot-werkplaatsen ingericht. In algemene zin kregen de deelnemende reclasseringswerkers de ruimte en de opdracht om ‘te doen wat nodig is’ en zich daarmee in samenwerking met het OM te richten op betekenisvolle manieren van afdoen en de ontwikkeling van een contextgerichte aanpak. De pilots verliepen in drie fasen. In de eerste fase lag het accent op initieren van nieuwe opties voor een betekenisvolle aanpak en identificeren van belemmeringen om deze aanpak uit te voeren. De tweede fase stond in het teken van uitproberen van nieuwe werkwijzen, die in derde fase uitgebreid en geconsolideerd zijn. In de derde fase is tevens nagedacht over condities bij de inrichting van nieuwe werkplaatsen en voor bredere implementatie van de werkwijze.
DOCUMENT