Blog over de consequenties voor werkgevers van SROI en Participatiewet. Werkgevers worden gedwongen voorkeursbeleid toe te passen. De vraag of ze daar de benodigde faciliteiten krijgen wat betreft matching en begeleiding.Hoe zal het ze vergaan in 2015? De miljoen uitkeringsgerechtigden die als het aan de regering en de sociale partners ligt een kans moeten krijgen op een baan bij een reguliere werkgever. De bijstandsgerechtigden, de Wajongers, de SW’ers en natuurlijk ook de WW’ers. Voor hoeveel van deze mensen zal er plek zijn in 2015? Hoeveel werkgevers zullen er zijn die daadwerkelijk gehoor geven aan de oproep van de regering om werkplekken te creëren.
Arbeid geeft betekenis aan het leven van mensen, ook aan dat van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In dit kader is wetgeving ontwikkeld om ook deze mensen te laten participeren op de arbeidsmarkt. De Participatiewet heeft als doel iedereen in staat te stellen bij te dragen aan de maatschappij, waarmee er tot een inclusieve arbeidsmarkt gekomen kan worden. Met de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten is bepaald dat zowel de overheidssector als het bedrijfsleven werkplekken moet creëren voor mensen met een beperking. Ondernemers kunnen hieraan gezamenlijk werken in bedrijveninvesteringszones. Bij het lectoraat Juridische Aspecten van de Arbeidsmarkt bij het Marian van Os Centrum voor Ondernemerschap en in samenwerking met het BIZ Platform Nederland heeft Jolanda Keizer een afstudeeronderzoek gedaan naar de ervaringen met arbeidsparticipatie in BedrijvenInvesteringsZones.
In dit artikel, eerder in langere versie verschenen in het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, wordt de activerende aanpak van werkloosheid in relatie tot armoedebestrijding besproken. De lector Armoede en Participatie aan de Hogeschool van Amsterdam beschrijft aan hand van de cijfers van het SCP en het CBS welke groepen precies door armoede worden getroffen. Omdat niet-werken en armoede aan elkaar gekoppeld zijn, lijkt de oplossing voor de hand te liggen: de 'banenmotor' aandrijven. Echter, werk vinden biedt niet zonder meer de oplossing en ondersteuning is in bepaalde gevallen nodig. De auteur pleit voor een ondersteuning gericht op het bevorderen van zelfsturing. Werkplekken in reguliere werkomgevingen en periodiek switchen tussen werkplekken bevorderen de mobiliteit en het geloof in eigen kracht. Hoewel armoede volgens de auteur nooit helemaal kan worden uitgebannen, is het grote voordeel van een activerende aanpak dat armoedebeleid is gericht op eigen inkomen verwerven en niet op symptoombestrijding.
In het RAAK-MKB project MKB@Work ontwikkelde het lectoraat Juridische Aspecten van de Arbeidsmarkt (JAA) van het Marian van Os Centrum voor Ondernemerschap van de Hanzehogeschool Groningen, samen met o.a. mkb-bedrijven, grote bedrijven, MKB-Nederland Noord en vijf arbeidsmarktregio's, aandachtspunten voor een creatievere omgang met wet- en regelgeving bij de samenwerking van mkb met gemeenten, vanuit het gezamenlijke doel meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te plaatsen op de werkplekken die het mkb creëert. De resultaten van het project zijn breed verspreid onder zowel ondernemers als overheid als kandidaten. Onder andere bij de landelijke praktijktafel van De Normaalste Zaak, die was georganiseerd op 26 maart 2018, waar meer dan tachtig werkgevers en vijf Tweede Kamerleden aanwezig waren, en op het eindcongres op 7 juni 2018 waar 100 deelnemers aanwezig waren, zowel mkb-bedrijven als gemeenten als kandidaten. Een belangrijk thema dat een nadere uitwerking verdiend is de aansluiting tussen opleidingen die zowel mkb'ers aanbieden als gemeenten als mbo-instellingen. Ondernemers starten bedrijfsscholen waar ze mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt opleiden op de werkplek naast de opleidingen die gemeenten aanbieden voor uitkeringsgerechtigden om ze klaar te stomen voor werk en naast de volwasseneducatie en inburgeringscursussen van het mbo. De drie partijen zien het belang van samenwerking, maar deze komt niet van de grond. “We kennen elkaar, maar doen niets samen, het is los zand. Hoe kunnen we elkaar ondersteunen?” Uit MKB@Work blijkt dat een verschil in belangen en concurrentie hierbij een rol spelen. Met de Top-up subsidie kan de Hanzehogeschool vanuit een overstijgende rol inzicht bieden in de behoeften van de verschillende partijen en een werkproces ontwikkelen waardoor partijen helder krijgen waar hun rol eindigt en die van de ander begint bij het aanbieden van opleidingsplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
In het RAAK-MKB project MKB@Work ontwikkelde het lectoraat Juridische Aspecten van de Arbeidsmarkt (JAA) van het Marian van Os Centrum voor Ondernemerschap van de Hanzehogeschool Groningen, samen met o.a. mkb-bedrijven, grote bedrijven, MKB-Nederland Noord en vijf arbeidsmarktregio's, aandachtspunten voor een creatievere omgang met wet- en regelgeving bij de samenwerking van mkb met gemeenten, vanuit het gezamenlijke doel meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te plaatsen op de werkplekken die het mkb creëert.De resultaten van het project zijn breed verspreid onder zowel ondernemers als overheid als kandidaten. Onder andere bij de landelijke praktijktafel van De Normaalste Zaak, die was georganiseerd op 26 maart 2018, waar meer dan tachtig werkgevers en vijf Tweede Kamerleden aanwezig waren, en op het eindcongres op 7 juni 2018 waar 100 deelnemers aanwezig waren, zowel mkb-bedrijven als gemeenten als kandidaten. Een belangrijk thema dat een nadere uitwerking verdiend is de aansluiting tussen opleidingen die zowel mkb'ers aanbieden als gemeenten als mbo-instellingen. Ondernemers starten bedrijfsscholen waar ze mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt opleiden op de werkplek naast de opleidingen die gemeenten aanbieden voor uitkeringsgerechtigden om ze klaar te stomen voor werk en naast de volwasseneducatie en inburgeringscursussen van het mbo. De drie partijen zien het belang van samenwerking, maar deze komt niet van de grond. “We kennen elkaar, maar doen niets samen, het is los zand. Hoe kunnen we elkaar ondersteunen?” Uit MKB@Work blijkt dat een verschil in belangen en concurrentie hierbij een rol spelen. Met de Top-up subsidie kan de Hanzehogeschool vanuit een overstijgende rol inzicht bieden in de behoeften van de verschillende partijen en een werkproces ontwikkelen waardoor partijen helder krijgen waar hun rol eindigt en die van de ander begint bij het aanbieden van opleidingsplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Veel mensen overleden aan COVID-19 met ernstige symptomen en zonder nabijheid van geliefden. Naasten konden patiënten niet bijstaan aan het einde van het leven. Ook zorgverleners in verpleeghuizen en ziekenhuizen ervaren het verlenen van zorg in deze tijd als zwaar. Daarnaast hebben vele tienduizenden mensen in Nederland ernstige verlieservaringen door COVID-19 rond hun baan, dagbesteding, onderneming, sociale contacten of hun zorg. Het lectoraat Zorg rond het Levenseinde (ZRL) van Avans Hogeschool wil samen met het Koning Willem 1 College in Den Bosch een studentenchallenge aansturen om de verhalen rondom het leed geleden door COVID-19 in de stad op te halen en zichtbaar te maken. Maatschappelijke verbinding, herstel en erkenning zijn namelijk onmisbaar, zeker in tijden van groot verlies. In Nederland is er relatief weinig maatschappelijke aandacht, ondersteuning en verbinding geweest voor het verlies geleden door corona. Burgers moeten en kunnen deze verbondenheid zelf creëren, maar dat gaat niet vanzelf. Daar wil deze Challenge bij helpen en wel via het concept 'Compassionate communities' (CCs)Deze bieden een kader voor verbondenheid rond verlies. CCs zijn steden, wijken of buurten waarbinnen de bewoners elkaar steunen bij verlies en kwetsbaarheid. CCs worden gestart door (onderdelen van) het handvest van de CCs te implementeren dat bestaat uit 13 aandachtspunten, waarin o.a. gespecificeerd is dat scholen, werkplekken, gebedshuizen, musea en zorgcentra structureel aandacht hebben voor dood, verlies en zorg. Het doel is om een cultuur te creëren waarin het normaal is om positief met elkaar in contact te komen rond alle vormen van verlies. We vragen studenten om het gedachtengoed van CCs in een ‘Challenge’ te introduceren in Den Bosch rondom het stille leed als gevolg van corona. Het doel van de Challenge is om beeldvorming, communicatie en maatschappelijke samenwerking rond verlies (in brede zin) en andere knelpunten gerelateerd aan COVID-19 te verbeteren.