In dit boekje wordt wijkontwikkeling geplaatst in de betekenis van de buurt voor ontwikkeling van bewoners. Er worden vier typologien onderscheiden: de leefbaarheidsklant, de communitybewoner, de woonpassant en de thuisbasisbewoner.Dit wordt verbeeld in een buurtbindingsmatrix. Vanuit het perspectief van de bewoners wordt het belang van de buurt voor hun eigen ontwikkeling (behoeftenloopbaan)beschreven.
Eindrapportage van een onderzoek uitgevoerd door de HvA naar de effecten de dienstverlening van Vita Welzijn en Advies (Vita). De onderzoeksresultaten worden beoordeeld aan hand van de beoogde maatschappelijke effecten van het Wmo-beleid van de Gemeente Amstelveen. Het project bestaat uit twee fasen. De eerste fase beschrijft de effecten van Vita-interventies binnen het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) en Jeugdmaatschappelijk Werk (JMW). In de tweede fase is het Sociaal Cultureel Werk (SCW) betrokken bij het onderzoek. Centrale vraag in de tweede fase was het bewustzijn van de Vita-medewerkers m.b.t. de effectiviteit van het Wmo-beleid. De gemeente Amstelveen heeft de maatschappelijke doelen op rijksniveau vertaald naar drie doelen op gemeentelijk niveau: 1. Bevorderen van maatschappelijke deelname door lichamelijke en psychische beperkingen te compenseren. 2. Bevorderen van maatschappelijke deelname door individuele en sociale problemen te voorkomen en tegen te gaan. 3. Bevorderen van sociale samenhang. Tenslotte beschrijft het rapport conclusies en aanbevelingen aan Vita om beter aan te sluiten op de Wmo-doelen, waaronder: het formuleren van subdoelen, aanscherpen van het registratiesysteem en het verbreden van de doelgroep bij de activiteiten van de SCW.
Met de opkomst van de sociale (wijk)teams enige jaren terug verschijnen nu ook de eerste onderzoeken. Deze onderzoeken schetsen een beeld van de meer integrale gebiedsgerichte aanpak zoals die in veel gemeenten nu vorm krijgt. In deze startfase is in de onderzoeken vooral aandacht voor de wijze waarop deze teams zijn ingericht. Zo komen de samenstelling van deze teams, de doelstellingen die ze hebben binnen de lokale context, de relatie met de ‘oude’ organisaties en de taken waarop ze zich richten in diverse onderzoeken naar voren. In de meer recente onderzoeken wordt ook aandacht besteed aan bepaalde knelpunten bijvoorbeeld ten aanzien van de samenwerking, de aanwezige expertise en de wijze waarop de participatie van burgers vorm krijgt. Naarmate meer onderzoeken op dit terrein verschijnen, kan ook iets gezegd worden over opvallende overeenkomsten en verschillen tussen gemeenten in de opzet en werking van deze teams. In dit document vatten we de bevindingen en conclusies uit een tiental recente onderzoeken i (verschenen in 2014 en 2015) naar sociale (wijk)teams samen. We besteden hierbij aandacht aan de rol van de gemeente (paragraaf 2), de samenstelling en opgave van deze teams (3), de verlangde kwaliteiten van teamleden (4), de knelpunten die in de onderzoeken worden gesignaleerd (5) en de rol en functie van teamleiders (6). We sluiten af met een samenvattend beeld uit de onderzoeken.
De gemeente Roosendaal heeft, mede in haar beweegvisie 2030, de ambitie om een buitenruimte te creëren die uitdaagt om te bewegen om Roosendalers te helpen bewegen middels een vitale en actieve leefstijl. Hieraan wordt ook expliciet het realiseren van sociale ontmoetingen gekoppeld. Zowel in het fysieke als het sociale domein is in de gemeente Roosendaal de beweegvriendelijke omgeving beleidsmatig verankerd. De gemeente Roosendaal heeft de afgelopen jaren op diverse vlakken ervaring opgedaan met het werken in en aan een beweegvriendelijke omgeving. Toch blijft het onduidelijk waarom het op bepaalde plekken een succesverhaal lijkt te zijn en waarom het op andere plekken wat moeizamer lijkt te gaan. Ook is er behoefte naar meer inzicht in wat er goed werkt en wat er minder goed werkt in het proces (met name de orgware) om te komen tot een uitdagende, veilige en toegankelijke ruimte om te bewegen in de openbare ruimte voor diverse doelgroepen waarbij ook ontmoeting wordt gestimuleerd. Doel van dit project is om in de gemeente Roosendaal te leren van de lopend(e) project(en) in drie wijken (Kalsdonk, Kortendijk en Langdonk) die verschillend van aard zijn en zich bevinden in een andere fase van ontwikkeling. Er wordt samen met professionals een toolkit (met draaiboek) samengesteld die professionals toelaat om in de verschillende fasen van een beweegvriendelijke omgeving (voor, tijdens en na realisatie) samen met inwoners en professionals aan de slag te gaan met het inventariseren, analyseren en evalueren van behoeften en resultaten (hardware, software en orgware).