Wijkcultuurhuizen zijn belangrijk voor de stad Utrecht. Utrecht biedt met de wijkcultuurhuizen een infrastructuur om cultuurparticipatie van bewoners van Utrecht te bevorderen. De wijkcultuurhuizen – Cultuur 19, De Vrijstaat, Het Wilde Westen, BOKS Jongerencultuurhuis en ZIMIHC – zijn laagdrempelige culturele voorzieningen die cultuurparticipatie in de samenleving stimuleren en bijdragen aan de sociale basisinfrastructuur. De gemeente Utrecht ziet het belang van wijkcultuurhuizen en benadrukt dat met het credo ‘cultuur voor iedereen’. In samenwerking met de wijkcultuurhuizen en de gemeente Utrecht vindt het meerjarig onderzoek Cultuur voor iedereen in stad Utrecht plaats, waarin we vanaf januari 2019 tot en met februari 2022 in drie fases onderzoek doen naar de gezamenlijke werkwijze van de wijkcultuurhuizen.
DOCUMENT
In samenwerking met de wijkcultuurhuizen en de gemeente Utrecht vindt het onderzoek Cultuur voor iedereen in stad Utrecht plaats. Deze onderzoeksrapportage richt zich op fase 2 van een gezamenlijk meerjarig traject, waarin we vanaf januari 2019 tot en met december 2021 in drie fasen onderzoek doen naar de gemeenschappelijke werkwijze van de wijkcultuurhuizen. Er is een sterk gedeeld gevoel dat wijkcultuurhuizen belangrijk zijn voor de stad Utrecht. Utrecht biedt met de wijkcultuurhuizen een unieke infrastructuur om cultuurparticipatie van Utrechters te bevorderen.
DOCUMENT
Eindrapportage fase 1- Ontwerpfase. Er is een sterk gedeeld gevoel dat wijkcultuurhuizen belangrijk zijn voor de stad Utrecht. Utrecht biedt met de wijkcultuurhuizen een unieke infrastructuur om cultuurparticipatie van Utrechters te bevorderen. De wijkcultuurhuizen – Cultuur 19, De Vrijstaat, Het Wilde Westen, Jongeren Cultuurhuis Kanaleneiland en ZIMIHC – zijn laagdrempelige culturele voorzieningen die creativiteit in de samenleving stimuleren en bijdragen aan de sociale basis. De sociale basis wordt ook wel aangeduid als het ‘cement’ in de samenleving, een weefsel van verbindingen. Bij de sociale basisinfrastructuur gaat het, naast de bestaande infrastructuur van het sociale domein, om de aanwezigheid van informele netwerken, burgeractiviteiten en betekenisvolle relaties tussen burgers onderling en tussen burgers, professionals en de overheid (Van Pelt, Repetur & Van Yperen, 2018). Vanuit de gemeente Utrecht wordt het belang van wijkcultuurhuizen benadrukt. Het credo is cultuurparticipatie: ‘Cultuur voor iedereen’. Wijkcultuurhuizen bevorderen cultuurparticipatie door onder andere het faciliteren van amateurkunst, het initiëren van kunst- en cultuureducatie, het aanbieden van kunstzinnige cursussen en het mogelijk maken van sociaalartistieke projecten. Gemeente Utrecht heeft het lectoraat Participatie en Stedelijke Ontwikkeling (PSO) gevraagd onderzoek te doen vanuit de volgende behoefte: 1. een brede probleeminventarisatie en -analyse als basis voor verder beleid rond de wijkcultuurhuizen in de nieuwe coalitieperiode 2018-2022; 2. het verder onderzoeksmatig bijdragen aan de doorontwikkeling van lopende projecten en activiteiten van de wijkcultuurhuizen in de praktijk (zoals bijvoorbeeld het project De Kunst van Delen waar in 2018 onderzoek naar is gedaan (Van der Maas, Hamers, Bouma & De Vos, 2018). In 2019 is gestart met de eerste fase van het uitgebreidere onderzoek, de ontwerpfase. Deze eerste fase bestaat uit een onderzoek naar de beleidskaders en gaat op zoek naar ontwerpdimensies en bijpassende gemeentelijke en organisatorische beleidsmatige kaders voor wijkcultuurhuizen om cultuurparticipatie succesvol te bevorderen
DOCUMENT
Dit promotieonderzoek richt zich op de relatie tussen de inclusieve stad en de “culturele commons”. Dit verwijst naar collectieve, culturele praktijken die op initiatief van burgers worden genomen buiten, in en tussen markt en overheid. Het onderzoek wil nagaan hoe wijkcultuurhuizen in Utrecht kunnen bijdragen aan een meer inclusieve stad door te werken met culturele commons en ‘commoning’ principes.Doel Het promotieonderzoek wil een bijdrage leveren aan het bevorderen van een cultuur inclusieve stad Utrecht door de relatie tussen wijkcultuurhuizen en culturele commons te onderzoeken. Het promotieonderzoek levert bovendien een bijdrage aan actualisering van het bachelor- en masteronderwijs van Social Work en Community Development. Resultaten Het promotieonderzoek levert een wetenschappelijke onderbouwing voor de professionalisering van de wijkcultuurhuizen en van interne processen van culturele commons. Luister hieronder en via je favoriete podcastapp de podcastaflevering van Lessen uit #HUonderzoek waarin Aart vd Maas en Appie Alferink van Stichting ZIMIHC het hebben over hoe culturele commons en wijkcultuurhuizen kunnen zorgen voor meer verbinding en een antwoord kunnen zijn op polarisatie. Looptijd 01 december 2019 - 01 december 2023 Aanpak In het promotieonderzoek worden meerdere onderzoeksmethoden gecombineerd: beschrijvend onderzoek, verdiepend literatuuronderzoek en een participatief actieonderzoek naar de commoning principes van culturele commons en de betekenis daarvan voor de professionele aanpak van wijkcultuurhuizen. In dit promotietraject wordt nadrukkelijk naar mogelijkheden gezocht om studenten als medeonderzoekers te verbinden aan het promotieonderzoek. Interesse? Mail aart.vandermaas@hu.nl. In de media De idee van ‘common’ kan ruimte geven aan inwoners van een stad om zelf vorm en betekenis te geven aan de samenleving via het delen en beheren van gemeenschappelijke materiële en/of immateriële hulpbronnen, vertelt Aart van der Maas aan Residenties in Utrecht.
Dit promotieonderzoek richt zich op de relatie tussen de inclusieve stad en de “culturele commons”. Dit verwijst naar collectieve, culturele praktijken die op initiatief van burgers worden genomen buiten, in en tussen markt en overheid. Het onderzoek wil nagaan hoe wijkcultuurhuizen in Utrecht kunnen bijdragen aan een meer inclusieve stad door te werken met culturele commons en ‘commoning’ principes.
Wat is de waarde van wijkcultuurhuizen voor de stad Utrecht? Hoe slagen deze laagdrempelige culturele centra erin om meer mensen te laten deelnemen aan kunst en cultuur? We doen praktijkgericht onderzoek naar de voorwaarden voor succes van deze plekken.Doel De gemeente Utrecht heeft als doel om meer mensen met kunst en cultuur in de buurt in aanraking laten komen. Dit versterkt de sociale basis in de stad. Bij de gemeente Utrecht heerst een sterk gevoel dat culturele centra in de wijk belangrijk zijn voor de stad. Wij onderzoeken daarom waar de kracht zit van wijkcultuurhuizen in Utrecht. We breiden de kennis over de werkwijzen en effecten van deze plekken uit, zodat de gemeente Utrecht haar beleid hierop kan afstemmen in de periode 2018-2022. Resultaten In dit onderzoek stond de vraag centraal wat de gezamenlijke aanpak van wijkcultuurhuizen is als het gaat om bevordering van inclusieve cultuurparticipatie. Via living labs, waar ook studenten van Social Work en de master Community Development werden betrokken, zijn ontwerpprincipes voor die aanpak geformuleerd en getoetst en is een bijpassend profiel van de professional opgesteld. Het bevorderen van inclusieve cultuurparticipatie blijkt bovendien te vragen om minder instrumenteel en meer dialogisch, faciliterend en interactief cultuurbeleid. Op 11 mei '22 was de feestelijke afsluiting van het onderzoek voor onder meer wethouder, beleidsmedewerkers, professionals en deelnemers van de wijkcultuurhuizen waarbij de zogeheten ‘wegwijzer’ voor inclusieve cultuurparticipatie werd gepresenteerd. De rapportages van dit onderzoek vind je hieronder. Looptijd 01 januari 2019 - 01 december 2021 Aanpak In dit onderzoek werken we onder andere met studenten in 'living labs', waarin verschillende partijen experimenteren, co-creëren en testen in een levensechte omgeving. Het onderzoek richt zich op vijf wijkcultuurhuizen in Utrecht. De resultaten en inzichten uit het onderzoek helpen de cultuurhuizen om hun aanpak verder te ontwikkelen. Interview Trajectum Aart van der Maas in Trajectum (oktober '20): ‘De gemeente ziet de toegevoegde waarde van de wijkcultuurhuizen al lang, maar doordat ze in de wijk staan, vallen ze vaak buiten de boot. Het centrum krijgt de aandacht. Door de unieke werkwijze inzichtelijk te krijgen, kunnen zij hun positie versterken en, zo blijkt uit ons onderzoek, bijdragen aan de inclusiviteit van de stad.’