Met een top-down initiatief bottom-up burgerparticipatie organiseren, kan dat? En wat is hierin de macht van sociaal werkers? Hogeschoolonderzoekers Huub Purmer en Paula Smith bekeken het in de Haarlemse Wijkfabriek.
LINK
Met een groep van zo'n 40 studenten van Fontys Technische Bedrijfskunde hebben wij de fabriek van Rockwool in Roermond bezocht op dinsdag 9 juni 2015. Na een lezing over duurzaam ondernemen hebben we een rondleiding gekregen om te zien hoe steenwol gemaakt wordt van basalt (na verhitting).
LINK
Artikel student Facility Management. Beoordeling: 9.
MULTIFILE
Blog in het kader van project ‘The Network is the Message‘ Met het onderzoeksproject ‘The Network is the Message‘ willen Hogeschool Rotterdam en Hogeschool Utrecht een antwoord geven op de vraag: “Hoe kan de effectiviteit van communicatie in online sociale netwerken worden beoordeeld en verbeterd?” Dit doen zij in samenwerking met het consortium (Stichting Creative Connection, iMMovator, Greenberry, Kaliber, HollandSpoor, Han Snel, Obi4wan, Online Marketing Fabriek, R2Research, RauwCC, Evident, Valtech, New Meaning, Total Active Media en Radio Netherlands Worldwide). Op Frankwatching worden met regelmaat de meest actuele resultaten gedeeld. In deze blog: Snapchat is een medium dat het vooral goed doet bij een jongere doelgroep. Maar ook bedrijven die een doelgroep boven de achttien jaar hebben, kunnen het nodige leren van Snapchat. Stories zijn hot en Snapchat weet als geen ander dat dit bijdraagt aan een zeer betrokken community
DOCUMENT
In 1834 legde Petrus Regout, gangmaker van de Maastrichtse industrialisatie, de grondslag voor zijn imperium van glas- en aardewerkfabrieken, waaruit later N.V. Sphinx is voortgekomen. Deze studie onderzoekt de sociaal-ruimtelijke effecten van de opkomst van de keramische industrie op het Boschstraatkwartier-Oost, een wijk onder de rook van de fabrieken van Regout & Co. Driekwart eeuw na vestiging van deze fabrieken was de sociaal-demografisch gemêleerde wijk een overbevolkte achterbuurt geworden, waar huisjesmelkers zich verrijkten ten koste van de pottemennekes. Kinderen groeiden er onder erbarmelijke omstandigheden op en gingen al jong bij Regout werken, in enkele gevallen zelfs na het verbod op kinderarbeid in 1874. In de jaren 1950 deden sociologen in deze 'achterstandswijk' onderzoek naar 'onmaatschappelijke gezinnen'. Aan de hand van een levensloopanalyse van vijf generaties van families afkomstig uit het Boschstraatkwartier, laat Thijs van Vugt zien dat er meer dynamiek en variatie aanwezig was dan deze sociologen veronderstelden.
DOCUMENT
Sinds 2010 produceert Nieuwater ultrapuur water uit effluent van de RWZI Emmen. Dit water wordt als proceswater geleverd aan de NAM in Schoonebeek. Op basis van bijna 10 jaar ervaring kan worden geconcludeerd dat RWZI-effluent een prima bron is voor industriewater, zeker wanneer grond- en oppervlaktewater relatief schaars zijn.
DOCUMENT
Het rapport Veerman laat zien dat er ingrijpende maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat een deel van Nederland onderloopt. Te weinig wordt nagedacht over de fundamentele oorzaken van dergelijke noodzakelijke maatregelen. Zij liggen in het productie- en consumptiepatroon van de mens, vindt Henk Smeijsters
MULTIFILE
Dit onderzoek op het microniveau van twee families en aanverwanten heeft een te beperkte basis om definitieve conclusies te trekken. Niettemin kunnen er althans voor deze families kanttekeningen worden geplaatst bij de gedachte dat er in Maastricht sprake zou zijn geweest van een intergenerationele opvolging van negentiende-eeuwse industriearbeid en latere sociale achterstand in een wijk als het Boschstraatkwartier-Oost. De scharniergeneratie van 53 onderzoekspersonen, geboren tussen 1840 en 1890 en gecentreerd rondom Martinus Habets en Joanna Smit enerzijds en Carolus Anten en Maria Swarts anderzijds, vertoonde wel alle kenmerken van immobiliteit: zij woonden een groot deel van hun leven in de centrumwijk, gingen van daaruit bijna allemaal ooit bij Sphinx werken, trouwden met jongens of meisjes uit de onmiddellijke omgeving en gaven dat leefpatroon ook door aan hun kinderen. De aanwezigheid van de fabriek was een duidelijke reden om zich hier stevig te vestigen, maar dat wil niet zeggen dat zij alleen daar werk zochten en vonden. Dienstverbanden bij de Sphinx werden in veel gevallen afgewisseld met werk in andere sectoren. Die conclusie had Gribaudi ook al voor Turijn getrokken. Zij werkten ook veel minder bij die ene glas- en aardewerkfabriek en lieten hun toekomst zeker niet uitsluitend door de Regouts bepalen. Er groeide meer variatie in het ‘traditionele’ patroon van wonen, werken en trouwen van hun (groot)ouders, vooral omdat er daarin meer keuzes mogelijk waren. Daaruit kan niet de conclusie worden getrokken dat er geen oorzakelijke verband was tussen de sociale wantoestanden in het Boschstraatkwartier-Oost en de industrialisatie in de negentiende-eeuw. Niet te ontkennen valt dat de aantrekkingskracht van de fabrieken van Regout leidde tot een verdichting van de bewoning en de verarming van de bevolking. De onveranderlijke en ingesleten armoedecultuur, zoals Litjens die zag, is er wellicht geweest voor anderen uit de wijk, de achterblijvers die in een minder gunstige situatie verkeerden, maar de leden van deze families vertoonden meer variatie dan continuïteit.
DOCUMENT