Few studies have investigated staying intentions and house attachment of residents who are confronted with physical damage to their dwelling in a risk area. This paper examines whether and how homeowners who are confronted with human-induced risks and the consequences of gas extraction in the Dutch Groningen rural earthquake region are attached to their damaged dwellings and why they stay. A content analysis was performed on 92 published interviews with homeowners of damaged dwellings. Additionally, three semi-structured interviews were held with key journalists and a homeowner. The results show that the homeowners’ staying intentions are interrelated with their house attachment; moreover, their awareness of their house attachment arises precisely because of the damage. We identify five subdimensions of physical and social house attachment, related to family history, heritage, (agricultural) business, personal refurbishment, and cohabiting family members, which make homeowners want to stay. The family history is especially mentioned by mid-to-later life homeowners, while some younger homeowners emphasize social house attachment to their children.We conclude that a homeowner's decision to stay in a damaged dwelling is a continuous cycle of reconsideration and renegotiation, punctuated by potential new risks and damages influencing the house attachment and staying intentions. Based on the found dimensions of house attachment, policymakers in risk areas could apply different approaches to homeowners in case of damage repair, rebuilding, or relocation plans, as homeowners - even those with damaged dwellings - may prefer to stay.
DOCUMENT
In dit artikel zal getoetst worden of de WOZ-waarde valide en betrouwbaar is als marktwaarde-indicator van de vastgoedportefeuilles van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). De belangrijkste bijdrage van onderhavig onderzoek is dat uit de uitkomsten van het empirische onderzoek blijkt dat er in het kader van de Wet WOZ sprake is van een significante overwaardering ten opzichte van de marktwaarde (transactieprijs). Gemeenten hebben moeite om de WOZ-waarden van de objecten zoals die in de vastgoedportefeuilles van het Rijk voorkomen, correct vast te stellen. Zeker gezien de bredere toepassing van de WOZ-waarde kan dit onderzoek aanleiding zijn tot een hernieuwde afweging van het gebruik, met name waar het minder courant vastgoed betreft.
DOCUMENT
In dit artikel wordt ingegaan op klimaatbewuste woningen in Bolsward. Dit artikel is verschenen het kader van de Noorderbreedte-special over het Kansen in Krimp-project. Dit project richt zich op energietransitie in krimpgebieden
DOCUMENT
Woningbezitters flink duurder uit als eigen woning naar box 3 gaat.
LINK
Het rapport vat de resultaten samen van het onderzoek Hitteproef in woningen dat tot doel heeft meer inzicht te krijgen in de koelbehoefte van woningen en de factoren die van invloed zijn op oververhitting van woningen. Om dit te doen hebben de Hogeschool van Amsterdam en Tauw in samenwerking met het Klimaatverbond, Groene Huisvesters, de gemeenten Groningen en Amsterdam en woningbouwcorporatie Nijestee en huurdersvereniging !Woon tijdens de hittegolf van 2020 metingen verricht naar de ontwikkeling van de binnentemperatuur in 11 woningen verspreid over 5 locaties (Groningen en Amsterdam).
DOCUMENT
In dit onderzoeksrapport staat de wijk de Drielanden te Groningen Centraal. Aan de noordoostzijde van de stad Groningen is de wijk gelegen. De wijk drielanden bestaat sinds 1995, in die tijd was het een vooruitstrevende wijk op het gebied van duurzaamheid. Tegenwoordig worden veel nieuwe duurzame wijken gebouwd, maar er is een terugloop geconstateerd in de koop van woningen in duurzame wijken. Met behulp van dit onderzoek wordt duidelijk hoe er in de toekomst op koop- en verkoopmotieven ingespeeld kan worden. Er gaat onderzocht worden wat de motieven zijn voor de koop van een duurzame woning, het gaat hier om bewuste, onbewuste en psychologische motieven. Dit leidt tot de volgende probleemstelling: Welke kenmerken van de bewoners uit de Drielanden hangen samen met de koopmotieven? Het vraagtype van de probleemstelling is definiëren. Het onderzoek is uitgevoerd met een enquête, dit is het meetinstrument. Het totale domein van dit onderzoek bedraagt 390 huishoudens verdeeld over de drie straten in de wijk Drielanden; Waterland met 166 huishoudens, Zonland met 142 huishoudens en Mooiland met 82 huishoudens. Het onderzoek is uitgevoerd om de verkoop- en koopmotieven in de duurzame wijk te onderzoeken, dit zijn de onderzoekseenheden van het onderzoek. De methode die gebruikt is voor het onderzoek is een combinatie van de kwantitatieve (desk research) en de kwalitatieve strategie (enquête).De doelstelling van het onderzoek is weten welke motieven kopers van 'duurzame woningen' hebben om een dergelijke woning te kopen, zodat de neergang in de verkoop en verhuur van duurzame woningen kan worden tegengegaan. De hoofdresultaten uit het onderzoek hebben betrekking op de leefstijlen, toepassing van duurzaamheid en de koop- en huurmotieven van de bewoners van de Drielanden. Er zijn vier leefstijlen te onderscheiden. Eén leefstijl is minder vertegenwoordigd, namelijk vitaliteit. Deze beslaat de bevolkingsgroep die ego georiënteerd en extravert is. De toepassing van duurzaamheid is gemiddeld matig tot licht voldoende. Voor een duurzame wijk is dit zeer beneden de maat. In verhouding tot de motieven is dit te verklaren aangezien ongeveer 1 op de 10 bewoners voor duurzaamheid heeft gekozen. De overige bewoners hebben andere redenen als ligging en een ruimere woning. Dit zijn direct de twee meest voorkomende motieven. Er zal ongetwijfeld samenhang zijn tussen duurzaamheid en een ruim opgezette wijk. Het ruimer wonen kan dus in verband staan met het motief duurzaam wonen. Dit zal een juist onderwerp zijn voor een eventueel vervolgonderzoek. Studentenonderzoek in het kader van het thema Duurzaam bouwen
DOCUMENT
Voor vaststelling van ons doel hebben we rekening gehouden met de probleemstelling die in dit rapport centraal staat: ‘Wat zijn de kopersmotieven van de bewoners van Bastioneiland?’ Als onderzoeksdoel hebben we dan ook gekozen voor de volgende verwoording: “Inzicht verkrijgen in de verschillende motieven die een rol hebben gespeeld bij de koop van een woning op Bastioneiland voor de huidige bewoners.” Het praktijkdoel is als het ware het hogere doel van ons onderzoek. Deze luidt dan ook: “Het in kaart brengen van de kopersmotieven van de bewoners zodat deze gebruikt kunnen worden voor volgende projecten”. Door te onderzoeken welke aspecten voor de bewonershet meest doorslaggevend zijn geweest, kan een beeld gecreëerd worden van de wensen van potentiële toekomstige kopers van een ander (vergelijkbaar) project. Zo kan er in de toekomst gebruik worden gemaakt van onze bevindingen en op deze manier kan een project meer succesvol worden gemaakt.Studentenonderzoek in het kader van het thema Duurzaam bouwen
DOCUMENT
Het belasten van waardestijging van de (eigen) woning zoals het CPB oppert is een ondoordacht plan.
LINK
Blog over energiezuinige woningen en energiezuinig gedrag, welke beide een belangrijke rol hebben in het besparen van energie.
LINK
In 2050 moeten alle woningen van het gas af. Dat is een grote opgave! Daarom heeft ons lectoraat Sustainable Building Technology & Material (SBTM) samen met Domijn en Pioneering de handen ineengeslagen met het project “Compartimenteren woningen met binnen isolatie op maat”. Het doel van thermisch compartimenteren is het aardgasloos en CO2-neutraal maken van rijen jaren ‘50-‘60 sociale huurwoningen. Hierbij wordt voor keuken-woonkamer en “de rest van de woning” met verschillende isolatiewaarden, ventilatiesystemen en duurzame warmteproductie en -afgifte gewerkt. Hiervoor zijn vier woningen van Domijn aan de Vlas- en Hennepstraat in Enschede beschikbaar gesteld en ingericht als prototype. De projectpartners werken in deze woningen samen aan analyses, verbeteringen en optimalisaties met als doel een mogelijke opschaling als de testen succesvol blijken. Ons lectoraat SBTM analyseert met behulp van specialistische metingen de werkelijke thermische prestatie van de woningen voor én na de ingreep. De uitgebreide monitoring en vergelijking van twee hoog- en twee laagtemperatuurwarmtepompen zijn opgestart. De uitvoering, die in bewoonde staat gaat plaatsvinden, wordt geoptimaliseerd en verkort, zodat het minder ingrijpend is voor bewoners.
MULTIFILE