Praktijkbijdrage over de eerste resultaten uit het haalbaarheidsonderzoek
LINK
Deze studie richt zich op het ontwikkelen van een woonconcept voor jongeren in Groningen die te maken hebben met thuisloosheid. Het initiatief 'Jimmy’s', in samenwerking met het lectoraat Vastgoed van het Kenniscentrum Noorderruimte van de Hanzehogeschool, is het project 'Jimmy’s geeft Thuis' gestart met het doel om te verkennen hoe een passend woonconcept gerealiseerd kan worden voor jongeren in een kwetsbare (huisvesting)situatie. De aanpak van dak- en thuisloosheid in Nederland ondergaat momenteel een paradigmashift, waarbij de focus verschuift van opvang naar directe huisvesting, zoals benadrukt in het Nationaal Actieplan Dakloosheid ‘Eerst een Thuis’. Een regulier woonaanbod sluit echter vaak niet aan bij de behoeften van de verschillende doelgroepen die kampen met dak- of thuisloosheid. Om een passende woonvorm voor de doelgroep jongeren te identificeren, zijn de volgende stappen ondernomen: inventarisatie van bestaande woonconcepten; ontwikkeling van een methodologie voor het ontwerpen van een passend woonconcept; en een participatief proces met betrokken stakeholders, waaronder de gemeente Groningen, WerkPro, PPS Construct, woningcorporaties, welzijnsorganisaties en het Jongerenpanel de Derde Kamer van Jimmy’s. Uit het ontwikkelproces bleek dat het gebrek aan een 'sense of belonging' de belangrijkste woonbehoefte is onder deze doelgroep. Daarom is een innovatief woonconcept ontwikkeld in de vorm van een netwerk van peer-support communities, verspreid in de stad Groningen, en gebaseerd op verschillende gedeelde interesses en competenties, en in verbinding met de omringende omgeving. Dit concept combineert wonen met een talentenbroedplaats, wat bijdraagt aan bestaanszekerheid, sociale cohesie en persoonlijke ontplooiing van de jongeren.
MULTIFILE
Onderzoek in opdracht van het Kenniscentrum NoorderRuimte. Het praktijkdoel is het opzetten van een kennisnetwerk en het onderzoeken naar het huidige onderwijsaanbod op het gebied van gebiedsontwikkeling en te onderzoeken in hoeverre dit aansluit op het vak van gebiedsontwikkelaar. Met dit onderzoek wordt het fundament gelegd om met vervolgonderzoek verder aan het praktijkdoel te kunnen werken. De centrale vraag van dit onderzoek luidt: Wat zijn de kenmerken van de sociale en de fysieke taken van de gebiedsontwikkelaar?
DOCUMENT
Relatief veel jonge (net afgestudeerde) mensen trekken weg uit Deventer en Enschede. Het blijkt dat in ieder geval voor Enschede de bindingsscore aan de stad lager is dan elders en dat daarmee de verhuiskansen groter zijn. Onderzoek in opdracht van The University Innovation Fellows van de Universiteit Twente heeft laten zien dat afgestudeerden weinig weten van mogelijke banen in de regio en dat Twente als weinig divers of internationaal wordt gezien. Kortom, Twente lijkt hierdoor een minder aantrekkelijke plek om te werken én te wonen. Op dit laatste aspect greep dit onderzoeksproject naar innovatieve woonconcepten aan. Voor een deel komt de lagere waardering voor de woonomgeving wellicht doordat er geen geschikte huisvesting beschikbaar is. De beide gemeenten en de provincie Overijssel willen meer inzicht in de (woon)behoefte van deze groep starters op de woningmarkt. Daartoe is medio 2018 de opdracht gegeven om een onderzoek te laten uitvoeren door studenten van Saxion, onder begeleiding van het lectoraat Duurzame Leefomgeving. In dit onderzoek zijn inzichten vergaard naar de eisen en wensen met betrekking tot het woonmilieu van hoogopgeleide starters in Enschede en Deventer. Hierbij is het woonmilieu toegespitst op de volgende onderdelen: wijk en stad, woning en financiën. Dit is uitgevoerd doormiddel van een foto- onderzoek waarbij de respondent zelf foto’s heeft aangeleverd, die betrekking hebben op hun toekomstig woonmilieu. Vervolgens heeft een diepte-interview plaatsgevonden, waarin de onderliggende gedachtegang is achterhaald. Uit onze data-analyse volgde een top acht van eisen en wensen met betrekking tot de wijk en stad en tevens een top acht met betrekking tot de woning. De hoogopgeleide starters willen geen hangjeugd en geen arbeiderswijk in de nabije omgeving. De doelgroep wil het liefst met gelijkgestemden wonen en geven nadrukkelijk aan een supermarkt op maximaal vijf á tien minuten fietsafstand te willen hebben. Ook vindt de doelgroep een verzorgde uitstraling van de buurt belangrijk. Op het gebied van de woning geeft de doelgroep aan dat zij een ruime leefruimte belangrijk vinden, de rest van de woning moet functioneel zijn ingedeeld. De respondenten gaven aan een functionele buitenruimte te waarderen. Het gaat hierbij om een eigen buitenruimte waar voldoende ruimte is om met vrienden en familie te kunnen zitten. De doelgroep geeft als eis aan parkeergelegenheid te willen hebben. Op voorhand werd verwacht dat de doelgroep behoefte had aan het delen van woonvoorzieningen, zoals dit in de Randstad wordt aangeboden. Het blijkt echter dat de hoogopgeleide starter in Enschede en Deventer een vrij traditioneel beeld heeft van hun toekomstige woning. De betaalbaarheid van een koopwoning is voor veel hoogopgeleide starters een probleem. De huidige woningmarkt is moeilijk te betreden voor de starter doordat veel wordt opgekocht door (particuliere)beleggers. Wanneer deze woningen in de particuliere huursector komen, zijn de huurprijzen niet te betalen door de hoogopgeleide starter. Een sociale huurwoning is moeilijk te bemachtigen door lange wachtlijsten en in veel gevallen komen ze door een te hoog inkomen niet eens in aanmerking. Doordat hoogopgeleide starters twee tot vijf jaar in hun eerste woning verwachten te gaan wonen, lijkt huur de meest geschikte optie.
MULTIFILE
Het gedachtegoed van het project ‘Naar Verantwoorde Rebellie’ vormt het fundament voor de bevindingen in dit whitepaper. Daarbij gaat het om inspiratie, tips en concepten die leiden tot rebelse initiatieven in de ouderenhuisvesting. Dat is geen overbodigheid, want er is een toenemende behoefte aan collectieve woonvormen voor ouderen die tussen zelfstandig wonen en verpleegzorg in zitten. Vooral voor ouderen met een laag en middeninkomen zijn de mogelijkheden beperkt. Het aanbod van geschikte tussenwoningen is simpelweg te summier (1). Dat vraagt dus om nieuwe initiatieven! Daarnaast hebben jongeren en starters het al geruime tijd erg lastig op de woningmarkt. De problematiek is bekend: het is haast een mission impossible om een betaalbare woning te kopen, en het meest deprimerende is dat de piek volgens de berekening van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties pas in 2024 wordt bereikt (2). Het is een urgent probleem, maar in de praktijk komt dat onvoldoende tot uiting. Deze groep heeft behoefte aan een helpende hand, en daarom wordt in dit whitepaper gekeken of de initiatieven voor ouderen ook voor jongeren en starters van waarde kunnen zijn. Sterker nog, of zij onderdeel van de oplossing kunnen worden. Helaas zijn we niet in de ban van ‘slechts’ een crisis, maar van meerdere crises. De woningcrisis wordt namelijk vergezeld door de klimaat- en coronacrisis, en op het moment van schrijven daar bovenop zelfs een koopkracht- en energiecrisis (3, 4, 5). Een hoop ingrediënten voor een boel ellende als we lukraak met onsamenhangende oplossingen aan komen zetten. Het is een complexe puzzel geworden die, onder tijdsdruk vanwege de klimaatdoelstellingen en groeiende onvrede, weloverwogen oplossingen vereist. Bij de bouw van toekomstige woningen moet er derhalve rekening gehouden worden met een plethora aan vereisten, die in dit whitepaper aan bod komen. In het vervolg wordt uiteengezet waar een geschikte tussenwoning aan dient te voldoen, evenals een denkrichting die beschrijft hoe een intergenerationele collectieve woonvorm kan worden vormgegeven. De lezer wordt meegenomen in een verhaal dat eerst de huidige marktsituatie en trends beschrijft, vervolgens de problemen en uitdagingen aankaart, om ten slotte een concrete oplossing aan te dragen. Hierbij wordt rekening gehouden met een veelvoud aan belangrijke variabelen zoals de locatie, voorzieningen, activiteiten, demografische kenmerken, en vorm- en zingeving van het wooncomplex (6). Het gaat nadrukkelijk om een denkrichting die op een inclusieve manier, en met inbegrip van hedendaagse toepassingen en best practices, een originele en vooral kwalitatief hoogwaardige oplossing biedt voor het beperkte woningaanbod. Creativiteit en woongenot staat in dit whitepaper centraal; de wensen van potentiële bewoners worden geïnventariseerd en meegenomen in de uiteindelijke oplossing. Door middel van gesprekken met experts worden echter ook de technische haalbaarheid en betaalbaarheid zo goed als mogelijk geborgd. De uiteenzetting leidt ten slotte tot een virtueel ontwerp dat als inspiratiebron fungeert voor zowel toekomstige bouwers als bewoners van soortgelijke wooncomplexen. Geïnteresseerden kunnen een virtuele tour van het intergenerationele woningcomplex volgen. Via de link op pagina 29 kunt u het concept bekijken.
MULTIFILE
Garage2020 en het lectoraat Jeugdhulp in transformatie van de Haagse Hogeschool zijn door de gemeenten Haaglanden gevraagd onderzoek te doen naar belangrijke factoren en gebeurtenissen die het scheidingsproces beïnvloeden. Het lectoraat heeft zich gericht op het verzamelen van de beschikbare kennis en Garage2020 heeft deze kennis aangevuld en genuanceerd met kwalitatief onderzoek. Specifiek gaat het om factoren die de kans op een (problematische) scheiding kunnen verminderen of juist vergroten. Daarbij is aandacht voor de periode voorafgaand aan de daadwerkelijke scheiding en de periode na de scheiding. Ook worden keerpunten in relaties meegenomen waarbij de kans op een scheiding groter of juist kleiner wordt en de factoren die daarop van invloed zijn. Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen waar kansen liggen om (problematische) scheiding te voorkomen en mogelijkheden tot interveniëren te ontdekken.
MULTIFILE
Ons vakgebied bevindt zich in een storm die om stilte vraagt. Doen we nog wel de juiste dingen en doen we de dingen nog juist in onze fysieke leefomgeving? Hoe zorgen we ervoor dat we ondanks de dagelijkse snel, sneller, snelst dynamiek alle belanghebbenden betrekken en oog blijven houden voor trage fysische processen die we nodig hebben om snelle bouwprocessen te verankeren? Hoe kunnen we opnieuw rustmomenten inbouwen in planprocessen? En welke methoden en instrumenten hebben we hiervoor tot onze beschikking?Met het thema Storm en stilte biedt PlanDag 2024 een moment van rust voor een stormachtige dialoog over de huidige ontwikkelingen in de maatschappij en ons vakgebied. In samenwerking met de Belgische gemeente Zwijndrecht verkennen we het spanningsveld tussen hoog- en laagdynamische aspecten van de fysieke omgeving, planningsprocessen en de samenwerking met stakeholders herontdekken. We gaan op zoek naar manieren waarop we de groeiende turbulente dynamiek moeten en kunnen blijven verbinden met trage bewegingen.
DOCUMENT