Er is een groeiende vraag naar meer inzichten in woon/zorgconcepten. Zulke projecten hebben een groot potentieel in een woningmarkt die voor jongvolwassenen vast zit. Leegstaande gebouwen kunnen tijdelijk gebruikt worden om de woonopgave voor jonge mensen te verlichten en tegelijkertijd te werken aan een goede start om (meer) zelfstandig te wonen en aan een meer inclusieve samenleving waarin iedereen de mogelijkheid heeft om deel te nemen. Projecten als deze dragen ook bij aan de vervulling van de behoefte aan woonvoorzieningen met ondersteuning, tussen intramuraal wonen en (begeleid) zelfstandig wonen in. Als er vanuit een visie gewerkt wordt, worden er andere keuzes gemaakt bij samenwerking, begeleiding, community building en zinvol organiseren. Het is belangrijk bij aanvang van een woon/zorgconcept uitgebreid aandacht te besteden aan de visie waarmee er binnen het concept gewerkt gaat worden. Onder uitgebreid verstaan wij, met de betrokken organisaties, toekomstige bewoners, verschillende disciplines en managementlagen. In zo’n meerstemmig gesprek wordt op die manier een visie ontwikkeld die gebaseerd is op een breder perspectief. Dit komt de kwaliteit van het project ten goede.
DOCUMENT
Veranderingen in de samenleving vragen om aanpassingen in de manier waarop mensen willen wonen. De gemeente Houten streeft naar een inclusieve samenleving, waarin we het belangrijk vinden dat iedereen de kans krijgt om mee te doen in de maatschappij en erbij te horen. Gemengde woonvormen, zoals De Molen, sluiten goed aan bij deze koers. In deze woonvormen krijgen kwetsbare mensen de mogelijkheid om, onder begeleiding, te wonen met mensen die er bewust voor kiezen om hen in het dagelijks leven een handje te helpen. Dit gebeurt op basis van gelijkwaardigheid vanuit ieders kwaliteiten en bijdrage. Lectoraat Innovatie Maatschappelijke Dienstverlening, onderdeel van het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht, voerde het onderzoek ter evaluatie van dit gemengd wonen project waarvan deze rapportage verslag doet uit.
DOCUMENT
De belangstelling voor gemengd wonen is groot. Gemengd wonen definiëren wij als woonprojecten waarin verschillende groepen mensen doelbewust samen wonen, contact onderhouden en gezamenlijk activiteiten ondernemen. Het kan hierbij gaan om reguliere huurders met ex-dak- en -thuislozen, studenten met jongeren met een licht verstandelijke beperking, werkende jongeren met mensen met een psychische kwetsbaarheid of juist een waaier aan doelgroepen door elkaar waaronder ook ouderen en vluchtelingen. In de kern gaat het om mensen die een ‘goede buur’ voor elkaar willen zijn. Vaak, maar niet altijd, kan daarbij een onderscheid aangebracht worden tussen bewoners die geheel vrijwillig kiezen voor het wonen in een dergelijk project en bewoners die er wonen uit een zekere noodzaak en een beroep moeten of kunnen doen op ondersteuning en/of zorg. Het gaat om het belang van meedoen in het ‘gewone’ leven van mensen die eerder apart werden opgevangen en begeleid. Een van de belangrijke vragen is of gemengd wonen kan bijdragen aan een verschuiving van ‘Not in my backyard’ (NIBY) naar ‘Welcome in my backyard’ (WIMBY), en vervolgens aan het ontstaan van een proces van werkelijke inclusie. Daarnaast is het de vraag of een dergelijke vorm van wonen bijdraagt aan het individuele welbevinden van (kwetsbare) burgers en of er elementen (uitgangspunten, structuren, werkwijzen, schaalfactoren, et cetera) aan te wijzen zijn die maken dat dit soort projecten haalbaar en herhaalbaar zijn.
DOCUMENT
Deze studie richt zich op het ontwikkelen van een woonconcept voor jongeren in Groningen die te maken hebben met thuisloosheid. Het initiatief 'Jimmy’s', in samenwerking met het lectoraat Vastgoed van het Kenniscentrum Noorderruimte van de Hanzehogeschool, is het project 'Jimmy’s geeft Thuis' gestart met het doel om te verkennen hoe een passend woonconcept gerealiseerd kan worden voor jongeren in een kwetsbare (huisvesting)situatie. De aanpak van dak- en thuisloosheid in Nederland ondergaat momenteel een paradigmashift, waarbij de focus verschuift van opvang naar directe huisvesting, zoals benadrukt in het Nationaal Actieplan Dakloosheid ‘Eerst een Thuis’. Een regulier woonaanbod sluit echter vaak niet aan bij de behoeften van de verschillende doelgroepen die kampen met dak- of thuisloosheid. Om een passende woonvorm voor de doelgroep jongeren te identificeren, zijn de volgende stappen ondernomen: inventarisatie van bestaande woonconcepten; ontwikkeling van een methodologie voor het ontwerpen van een passend woonconcept; en een participatief proces met betrokken stakeholders, waaronder de gemeente Groningen, WerkPro, PPS Construct, woningcorporaties, welzijnsorganisaties en het Jongerenpanel de Derde Kamer van Jimmy’s. Uit het ontwikkelproces bleek dat het gebrek aan een 'sense of belonging' de belangrijkste woonbehoefte is onder deze doelgroep. Daarom is een innovatief woonconcept ontwikkeld in de vorm van een netwerk van peer-support communities, verspreid in de stad Groningen, en gebaseerd op verschillende gedeelde interesses en competenties, en in verbinding met de omringende omgeving. Dit concept combineert wonen met een talentenbroedplaats, wat bijdraagt aan bestaanszekerheid, sociale cohesie en persoonlijke ontplooiing van de jongeren.
MULTIFILE
Ouderen willen langer zelfstandig thuis wonen, al dan niet met ondersteuning vanuit de thuiszorg, zelfs als de gezondheid begint te verslechteren. De vergrijzing van de bevolking gaat gepaard met een stijging van het aantal ouderen met dementie. Momenteel zijn 209.000 mensen in Nederland deze diagnose. Van hen woont circa 85% thuis of in een verzorgingshuis. Dementie heeft ernstige gevolgen voor de kwaliteit van bestaan, in het bijzonder het zelfstandig functioneren. Dit stelt extra eisen aan woonomgevingen. Standaard woonconcepten zijn veelal niet geschikt voor ouderen met dementie, o.a. door een verhoogde gevoeligheid voor omgevingscondities. Deze groep ouderen en hun naasten hebben behoefte aan woonomgevingen die zelfstandigheid ondersteunen, afnemende vitaliteit compenseren en de draaglast van familieleden verlichten. Het aanpassen van de woonomgeving op het gebied van bouwtechniek en (technologische) inrichting aan de behoeften van ouderen met dementie en hun naasten is waarschijnlijk een effectieve manier om zelfstandigheid te bevorderen en kwaliteit van leven te vergroten. Huidige ontwerprichtlijnen zijn grotendeels gebaseerd op praktische ervaringen van ontwerpers of psychogeriatrische verpleegkundigen; slechts in enkele gevallen wordt gebruik gemaakt van wetenschappelijk onderbouwde ontwerpingrepen. Hoewel er onweerlegbare argumenten zijn die pleiten voor de therapeutische werking van ondersteunende woonomgevingen is er tot op heden maar weinig systematisch onderzoek gedaan naar de effectiviteit van zulke woningen op het verminderen van gedragsstoornissen en de bijdrage aan zelfstandigheid en kwaliteit van leven. Om onderzoek te doen naar de precieze invloed van aangepaste thuisomgevingen is op basis van literatuurstudie een ontwerpconcept gemaakt voor een woonomgeving die past bij de zorgbehoefte van mensen met dementie en hun naasten.
DOCUMENT
Het gedachtegoed van het project ‘Naar Verantwoorde Rebellie’ vormt het fundament voor de bevindingen in dit whitepaper. Daarbij gaat het om inspiratie, tips en concepten die leiden tot rebelse initiatieven in de ouderenhuisvesting. Dat is geen overbodigheid, want er is een toenemende behoefte aan collectieve woonvormen voor ouderen die tussen zelfstandig wonen en verpleegzorg in zitten. Vooral voor ouderen met een laag en middeninkomen zijn de mogelijkheden beperkt. Het aanbod van geschikte tussenwoningen is simpelweg te summier (1). Dat vraagt dus om nieuwe initiatieven! Daarnaast hebben jongeren en starters het al geruime tijd erg lastig op de woningmarkt. De problematiek is bekend: het is haast een mission impossible om een betaalbare woning te kopen, en het meest deprimerende is dat de piek volgens de berekening van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties pas in 2024 wordt bereikt (2). Het is een urgent probleem, maar in de praktijk komt dat onvoldoende tot uiting. Deze groep heeft behoefte aan een helpende hand, en daarom wordt in dit whitepaper gekeken of de initiatieven voor ouderen ook voor jongeren en starters van waarde kunnen zijn. Sterker nog, of zij onderdeel van de oplossing kunnen worden. Helaas zijn we niet in de ban van ‘slechts’ een crisis, maar van meerdere crises. De woningcrisis wordt namelijk vergezeld door de klimaat- en coronacrisis, en op het moment van schrijven daar bovenop zelfs een koopkracht- en energiecrisis (3, 4, 5). Een hoop ingrediënten voor een boel ellende als we lukraak met onsamenhangende oplossingen aan komen zetten. Het is een complexe puzzel geworden die, onder tijdsdruk vanwege de klimaatdoelstellingen en groeiende onvrede, weloverwogen oplossingen vereist. Bij de bouw van toekomstige woningen moet er derhalve rekening gehouden worden met een plethora aan vereisten, die in dit whitepaper aan bod komen. In het vervolg wordt uiteengezet waar een geschikte tussenwoning aan dient te voldoen, evenals een denkrichting die beschrijft hoe een intergenerationele collectieve woonvorm kan worden vormgegeven. De lezer wordt meegenomen in een verhaal dat eerst de huidige marktsituatie en trends beschrijft, vervolgens de problemen en uitdagingen aankaart, om ten slotte een concrete oplossing aan te dragen. Hierbij wordt rekening gehouden met een veelvoud aan belangrijke variabelen zoals de locatie, voorzieningen, activiteiten, demografische kenmerken, en vorm- en zingeving van het wooncomplex (6). Het gaat nadrukkelijk om een denkrichting die op een inclusieve manier, en met inbegrip van hedendaagse toepassingen en best practices, een originele en vooral kwalitatief hoogwaardige oplossing biedt voor het beperkte woningaanbod. Creativiteit en woongenot staat in dit whitepaper centraal; de wensen van potentiële bewoners worden geïnventariseerd en meegenomen in de uiteindelijke oplossing. Door middel van gesprekken met experts worden echter ook de technische haalbaarheid en betaalbaarheid zo goed als mogelijk geborgd. De uiteenzetting leidt ten slotte tot een virtueel ontwerp dat als inspiratiebron fungeert voor zowel toekomstige bouwers als bewoners van soortgelijke wooncomplexen. Geïnteresseerden kunnen een virtuele tour van het intergenerationele woningcomplex volgen. Via de link op pagina 29 kunt u het concept bekijken.
MULTIFILE
Gemengde woonprojecten zijn woonvormen waarin verschillende groepen mensen doelbewust samenwonen, contact onderhouden en gezamenlijk activiteiten ondernemen. Deze vorm van huisvesting is de laatste jaren populair geworden vanwege het tekort aan sociale huurwoningen voor starters en de vraag naar woningen voor allerlei groepen met (tijdelijke en) urgente woonbehoeften, zoals erkende vluchtelingen (statushouders). Naast het vervullen van een woonbehoefte spelen bij gemengd-wonen projecten met statushouders vaak ook andere maatschappelijke doelen een rol, zoals participatie en integratie. Woningcorporatie Stadgenoot is sinds 2018 gestart met drie gemengd wonen projecten (Stek-projecten). Mede geïnspireerd door andere gemengd-wonen projecten in Amsterdam, is voor de Stek-projecten ingezet op het opbouwen van een community en het bevorderen van ‘een goede buur zijn’. Daarnaast is het contact met Stadgenoot en ondersteunende organisaties laagdrempelig georganiseerd. Op verzoek van Stadgenoot hebben Verwey-Jonker Instituut en Hogeschool Utrecht, Kenniscentrum Sociale Innovatie, onderzoek gedaan naar de ervaringen van bewoners en beroepskrachten betrokken bij de Stek-projecten. Doel van deze tussentijdse evaluatie was om op basis van deze ervaringen vast te stellen welke lessen getrokken kunnen worden over de opzet, het proces van totstandkoming en de werking van de sociale infrastructuur van de woonprojecten. Dit met het oog op eventuele verbetering van de Stek-projecten en op mogelijke toekomstige gemengd-wonen projecten van Stadgenoot. In het bijzonder is in het onderzoek gekeken naar het bereiken van de (sociale en integratie) doelen achter de projecten en of en in hoeverre de Stek-projecten hieraan bijdragen.
DOCUMENT
Dit artikel beschrijft hoe woonkwaliteit 'gegroeid' is van woonkwaliteit naar woonomgevingskwaliteit naar kwaliteit van relaties met buren. Die laatste dimensie van woonkwaliteit betekent een nieuwe agenda voor opbouwwerk en woningcorporaties, en vraagt om nieuwe instrumenten. Daarvan worden er een aantal beschreven, zoals de woonladder en straatetiquettes.
DOCUMENT
Afstudeercatalogus van studenten van de Fontys Academie voor Architectuur en Stedenbouw; met essays van Jaap Jan Berg (criticus) en Joost Schrijnen (hoogleraar stedenbouw)
DOCUMENT