Zelf gegenereerde gezondheidsinformatie speelt steeds vaker een rol in het zorgproces. Deze trend komt enerzijds door het gemak waarmee mensen zelf met wearables en apps data over zichzelf kunnen verzamelen. Anderzijds wordt deze trend door zorgverleners en de overheid gestimuleerd om de klinische observaties met data uit de thuissituatie te kunnen verrijken, of omdat door reorganisatie of bezuiniging zelfmanagement is gewenst. Ondanks positieve verwachtingen is er nog weinig onderzoek gedaan naar de implementatie en effectiviteit van zelfmeting en hieraan gerelateerde producten en diensten.
In het voorjaar van 2015 vond de eerste meting van de monitor vensterscholen 2.0 plaats, met als doel: zicht krijgen op de resultaten en processen van de Nieuw Impuls Vensterscholen 2.0 en de vensterschoolontwikkeling in het algemeen. De vensterschooldirecteuren en hun kernpartners beoordelen hierbij de pijlers: het pedagogisch fundament, de ouderbetrokkenheid, doorgaande ontwikkelingslijn en ondersteuning en zorg. Daarnaast is er gekeken naar de randvoorwaarden en de interprofessionele samenwerking.
In deze rapportage worden de eerste resultaten van het MOVE‐project beschreven. MOVE staat voor Mensen Ondersteunen bij Vermaatschappelijking en Extramuralisering. Dit project wordt uitgevoerd door het lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool Groningen, in samenwerking met het Rob Giel Onderzoekcentrum te Groningen, in opdracht van zes Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen (RIBWs), te weten Pameijer, Stichting Anton Constandse, RIBW Nijmegen & Rivierenland, RIBW Arnhem & Veluwevallei, RIBW Brabant en RIBW Heuvelland & Maasvallei. Deze rapportage doet verslag van de resultaten van de eerste meting van MOVE, uitgevoerd tussen mei en augustus van 2013. Tijdens deze meting zijn cliënten in het beschermd wonen bevraagd over hun kwaliteit van leven, zorgbehoeften, maatschappelijke participatie, hun herstelproces en hoe zij staan tegenover ambulantisering. Deze resultaten geven een overzicht van de deelnemende cliënten en de motivatie ten aanzien van zelfstandig gaan wonnen. De deelnemers worden twee jaar gevolgd. Gedurende die periode zal worden onderzocht wie wel en niet gaat ambulantiseren, wat het effect van ambulantisering is op maatschappelijke participatie en herstel, en welke factoren bijdragen aan succes en falen. Daarnaast wordt een kosteneffectiviteitstudie uitgevoerd. De tweede meting, een half jaar na de eerste meting, is inmiddels van start gegaan in december 2013 en zal plaatsvinden tot en met februari 2014. De informatie van de tweede meting zal een eerste inzicht geven in het verloop van het ambulantiseringsproces. Het rapport dat voor u ligt is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 1 worden de sociodemografische en zorgkenmerken van de cliënt‐deelnemers beschreven. Hoofdstuk 2 is gericht op de sociale inclusie van cliënten en de samenhang tussen sociale inclusie en de wens om wel of niet zelfstandig te willen wonen. In hoofdstuk 3 komt het cliëntperspectief op kwaliteit van leven, zorgbehoeften, herstel en ambulantisering aan de orde. Ook hier zal weer worden onderzocht of e.e.a. samenhangt met de wens om wel of niet zelfstandig te willen wonen. Hoofdstuk 4 bestaat uit de samenvattende discussie en conclusie naar aanleiding van de eerste bevindingen.
Het ‘Platform Inzet van Technologie voor Gezondheid en Welzijn (PIT)’ beoogt bij te dragen aan de duurzame implementatie en integratie van technologische innovaties in (gezondheids)zorg en welzijn (digitale zorg en ondersteuning) en de opschaling en evaluatie ervan. Digitale zorg en ondersteuning maken het mogelijk om de juiste zorg op de juiste plek te bieden, bijvoorbeeld met behulp van zelfmetingen en thuismonitoring. De ontwikkelingen op het gebied van digitale zorg gaan heel snel. Technologie is voor een groot deel ontwikkeld en voorhanden, maar uit onderzoek blijkt dat de implementatie, integratie, evaluatie, structurele financiering en opschaling een groot aantal struikelblokken kent. Onderzoek, onderwijs en werkveld moeten doelgericht samenwerken om een nieuwe praktijk vorm te geven waarin technologie wordt toegepast. PIT richt zich daarom nadrukkelijk niet alleen op praktijkgericht onderzoek in en met het werkveld, maar ook op samenwerking in onderwijs en nascholing op het gebied van digitale zorg zoals tot uiting komt in de volgende drie inhoudelijke hoofdthema’s: • Praktijkgericht onderzoek naar implementatie en integratie van technologische innovaties in de (zorg)praktijk voor zorgprofessionals en burgers, patiënten en cliënten. • Praktijkgericht onderzoek naar evaluatie en opschaling van technologische innovaties voor gezondheid en welzijn. • Onderwijs en nascholing op het gebied van technologische innovaties voor gezondheid en welzijn. Elk thema heeft een werkgroep voor het uitvoeren van de onderzoeksagenda, het verbinden met het werkveld en het kennisdelen. PIT heeft een open karakter: nieuwe stakeholders zijn van harte uitgenodigd deel te nemen aan de werkgroepen. Dit kunnen deelnemers zijn vanuit onderzoek, zorg, welzijn, ondernemerschap, onderwijs (mbo, hbo), etc. Vanuit PIT wordt er samengewerkt met de platformen Personalised Health, Zelfmanagement, en Praktijkgericht ICT-onderzoek. Daarnaast zijn drie lectoren uit het PIT-bestuur betrokken in gehonoreerde SPRONG-programma’s: - FAITH: een Noord-Nederlands samenwerkingsverband met Hanzehogeschool, NHLStenden, kennisinstellingen en 25 zorgorganisaties. - Mensen in Beweging: SPRONG-programma van Hogeschool van Amsterdam met meer dan 30 partners.
Door de hartslag, het slaapritme of stress te meten, proberen we gedrag van mensen te voorspellen. Het meten doen we via zogenoemde 'wearables'. Deze kleine digitale apparaten, zoals een fitbit of smartwatch, doen de hele dag door metingen.Doel Ons streven is om individuen met sterk probleemgedrag zelf inzicht te geven in het moment dat hun gedrag echt een probleem dreigt te worden. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geeft aan dat ze streven naar zelfmeting bij 75% van de chronische patiënten binnen 5 jaar. Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Na afronding vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 januari 2018 - 01 februari 2021 Aanpak In samenwerking met andere projecten verzamelen we data over niet gewenst gedrag en andere sociale relaties. Er is een ICT-platform opgezet om de inzet van 'wearables te vergroten. Verschillende partijen gebruiken het platform. Ook voor vervolgonderzoek wordt het ingezet.