Wanneer we naar ontwikkelingen in de samenleving kijken en ons afvragen hoe onderwijs en onderzoek daarop in moeten spelen, ligt het voor de hand om vanuit het perspectief van mantelzorg dieper in te gaan op de hedendaagse tendens om zelfredzaamheid te bevorderen. Begrippen die daarmee gepaard gaan zijn: verantwoordelijkheid, participatie en eigen kracht.
In 2022 ontwikkelde het Leernetwerk Normaliseren (LNW) van de Werkplaats SAMEN een visie op normaliseren.Tegelijkertijd realiseerden de deelnemers in het LNW zich dat een visie vooral een papieren werkelijkheid is. Vanuit dit besef groeide het plan om een document te ontwikkelen dat praktijk en beleid zou kunnen inspireren bij het zetten van concrete stappen bij het normaliseren van twijfels, zorgen en kwetsbaarheden bij opgroeien en opvoeden. Om tot die inspiratie te komen, is er gekeken naar bestaande voorbeelden die naar de mening van het LNW aansluiten bij de elementen van de visie op normaliseren. Van elk voorbeeld is de werkwijze omschreven, met aandacht voor de context waarin het voorbeeld in de praktijk vorm krijgt, voor de wijze waarop het voorbeeld aansluit bij de belangrijkste elementen van de visie en voor de sterke- én verbeterpunten. De beschrijvingen bevatten indicaties over de mate waarin de voorbeelden ondersteunend werken voor jeugdigen en gezinnen, in het opgroeien en opvoeden.
MULTIFILE
De gezondheidszorg is continu in beweging, mede door veranderende zorgbehoeften en kostenbeheersingsmaatregelen. Techniek en technologie kunnen een belangrijke rol spelen waar het gaat om nieuwe vormen van zorg en behoud van het hoge kwaliteitsniveau. In dit artikel wordt een aantal technologische ontwikkelingen op het gebied van preventie, diagnostiek en therapie besproken, die ook gevolgen zullen hebben voor de podotherapeutische praktijk. In deze serie bespreekt de auteur ontwikkelingen in de techniek, die van invloed zijn of worden op de podotherapeutische zorgverlening en praktijkvoering.
Jaarlijks sterven in Nederland ongeveer 165.000 mensen. Kanker, orgaanfalen en dementie zijn de meest voorkomende doodsoorzaken. Ongeveer 80% van de mensen overlijdt verwacht, dus na weken tot jaren leven in de palliatieve fase van hun ziekte. Vrijwel allemaal hebben zij en hun naasten in de laatste levensfase behoefte aan palliatieve zorg: interdisciplinaire, multidimensionele, proactieve zorg gericht op kwaliteit van leven van mensen met een levensbedreigende aandoening of kwetsbaarheid—en hun naasten. Pas sinds eind vorige eeuw wordt structureel en op verschillende manieren gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van leven voor mensen met palliatieve zorgbehoeften en het verbeteren van de toegankelijkheid ervan. HBO-professionals als verpleegkundigen, social workers en paramedici spelen in het verlenen van palliatieve zorg een cruciale rol. Er ontbreken echter kennis, hulpmiddelen en handelingsperspectieven om alle mensen in de palliatieve fase met vertrouwen hulp te bieden. De stappen die al gezet zijn in de driehoek onderwijs, onderzoek en praktijk vragen om meer samenhang, bekendheid en aandacht. De hogescholen willen daarom in dit nieuwe Landelijk Lectorenplatform Palliatieve Zorg samenwerken om meer (gezamenlijk) praktijkgericht onderzoek uit te voeren, de praktijk toe te rusten en het onderwijs te voeden en te ontwikkelen. Ook gaan we bouwen aan een infrastructuur waarop samenwerking met lokale gemeenschappen en het openbare leven (lokale overheden, religieuze organisaties, werkgevers, scholen, kunst en cultuur) geïnitieerd en bevorderd wordt. Door het bundelen van krachten en het praktijkgerichte karakter van de samenwerking zal juist de palliatieve zorg in de eigen leefomgeving verbeterd worden. Het platform sluit aan bij de vanuit Health Holland ontwikkelde Kennis- en Innovatieagenda 2020 – 2023 ‘Gezondheid en Zorg’. Ook past het bij het Nationaal Programma Palliatieve Zorg – II en het programma PALLIANTIE – II (ZonMw). De bestaande samenwerking van lectoren en andere hogeschoolonderzoekers met de Stichting Onderzoek Palliatieve Zorg Nederland (PALZON) wordt verstevigd.
Aanleiding De Wet passend onderwijs (augustus 2014) beoogt het aantal leerlingen in speciale onderwijsvoorzieningen terug te dringen door leerlingen met speciale onderwijs- en zorgbehoeften goede arrangementen te bieden in het reguliere onderwijs. Kinderen met autismespectrumproblemen bezoeken nu vaak reguliere scholen. Maar de stap naar het voortgezet onderwijs betekent voor hen vaak een ernstige ontregeling. Door de verandering functioneren ze minder goed, presteren ze slechter en neemt de kans op schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten toe. De onderwijssector heeft grote behoefte aan een preventieprogramma dat de samenwerking tussen de betrokkenen bij een kind in deze fase verfijnt, structureert en differentieert. Doelstelling Hoofddoel van het project is het ontwikkelen van een training voor docenten en jeugdprofessionals in het optimaliseren van de transitieperiode voor leerlingen met autismespectrumproblemen. Het programma bestaat uit 2 fasen: 1) het bruikbaar maken van het goed onderzochte Engelse 'Transition Pack' voor het Nederlandse onderwijssysteem; 2) een quasi-experiment naar de effectiviteit en gebruikersvriendelijkheid van deze Nederlandse versie (TP-NL) t.o.v. de huidige ondersteuning in de betrokken scholen. Het team meet de klinische kenmerken van de deelnemende kinderen, de problemen die zij ervaren en de stress die ouders ervaren. De ervaringen van ouders en leerkrachten met de transitie worden in kaart gebracht met interviews. De kundigheid van leerkrachten in het omgaan met kinderen met autismespectrumproblemen worden onderzocht met behulp van enquêtes. Beoogde resultaten Het project beoogt 2 resultaten: 1) een preventieprogramma dat de samenwerking tussen de betrokkenen bij een kind in de periode voor, tijdens en na de overgang naar het voortgezet onderwijs verfijnt, structureert en differentieert; 2) een adequaat beschreven, werkzame opleidingsmodule die studenten van de deelnemende hogescholen leert het maatwerk voor leerlingen te verfijnen. Naast 2 promovendi participeren in het onderzoek lectoren en bachelor- en masterstudenten van de betrokken hogescholen. Bij positieve resultaten zal het consortium een TP-NL-opleidingsmodule ontwikkelen voor de opleidingen van de hogescholen en breder gebruik van TP-NL begeleiden in het Rotterdamse en Rijnlandse onderwijs. Landelijke kennisverspreiding vindt plaats via de academische werkplaatsen autisme en jeugd, met wetenschappelijke publicaties, vakpublicaties, presentaties, workshops en een slotcongres. In totaal 50 tot 90 studenten dragen bij aan de dataverzameling (door het schrijven van scripties), en aan de implementatie en het eindsymposium.
Binnen de spoedzorg groeit het aandeel patiënten met meerdere complexe aandoeningen. De spoedzorg is primair ingericht op levensreddend handelen, maar dit kan leiden tot onbedoelde schade. Naast de focus op levensreddend handelen moet de spoedzorg afgestemd worden op specifieke en context-gebonden zorgbehoeften van patiënten met meerdere complexe aandoeningen.Doel Doel van dit project is het afstemmen van spoedzorg op behoeften en ervaringen van patiënten (en hun naasten) met meerdere complexe aandoeningen om onbedoelde schade door spoedzorg te minimaliseren of te voorkomen, zonder de essentiële focus op levensreddend handelen uit het oog te verliezen. Resultaten Inzicht in de aard en impact van onbedoelde schade door spoedzorg vanuit het perspectief van patiënten en hun naasten evenals de uitdagingen en barrières die betrokken zorgprofessionals hierin ervaren. Een duurzame wetenschappelijke en kennisinfrastructuur rond spoedzorg voor patiënten met meerdere complexe aandoeningen waar praktijk, onderwijs en wetenschap nauw samenwerken om maximale impact op dit onderwerp te krijgen. Looptijd 01 januari 2022 - 31 december 2025 Aanpak Door het toepassen van kwalitatieve onderzoeksmethoden krijgen we inzicht in de aard en impact van onbedoelde schade door spoedzorg bij ‘kwetsbare ouderen’ en ‘psychisch ontregelde patiënten’. Om de onderzoeksresultaten te kunnen vertalen naar praktijk en onderwijs, wordt een wetenschappelijk netwerk opgebouwd waarin zowel praktijk, onderwijs en onderzoek vertegenwoordigd zijn. Het perspectief van patiënten (en hun naasten) speelt een centrale rol in het onderzoek zelf, maar ook binnen het wetenschappelijke netwerk. Financiering Het opzetten van deze onderzoekslijn wordt gefinancierd met een ZonMw Fellowship voor talentvolle onderzoekers, registratienummer 10040022110004.