© 2025 SURF
Vlaamse en nederlandse scholen op pad om de leerlingzorg te ontwikkelen
DOCUMENT
Dit artikel behandelt de eerste vier transformatiedoelen van de Jeugdwet. Hoe ver zijn we met de realisatie van deze transformatiedoelen, en wat zijn de dilemma’s en knelpunten bij de realisatie ervan? Wat maakt dat het wonderwoorden zijn? Bij elk transformatiedoel schetst de auteur een aantal van zijn observaties, mede geïnspireerd door onderzoek dat hij samen met anderen de afgelopen jaren heeft gedaan. Afsluitend gaat hij in op de implicaties voor het wonderwoord ‘professionele ruimte’, het vijfde transformatiedoel. “This is a post-peer-review, pre-copyedit version of an article published in 'Jeugdbeleid'. The final authenticated version is available online at: https://doi.org/10.1007/s12451-019-00218-7. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/robgilsing/
MULTIFILE
In dit onderzoek is gekeken naar de ontwikkeling van het CJG in zeven gemeenten in Nederland. Dit is gebeurd aan de hand van documentanalyse en diepte-interviews met professionals die betrokken zijn bij de CJG ontwikkeling en uitvoering.
DOCUMENT
Er zullen de komende jaren nog veel stappen moeten worden gezet om de transformatiedoelen te realiseren. Ik duid deze doelen aan als wonderwoorden. Ze zweven door het publieke debat, maar lijken door de verschillende perspectieven enigszins ongrijpbaar. We krijgen er in gezamenlijkheid onvoldoende grip op, waardoor we in de praktijk verschillende kanten op werken. We verwachten wonderen van op de werkvloer ambigue begrippen. Ik presenteer u mijn centrale stelling voor vandaag, voor morgen en de jaren die komen gaan: Aan de wonderwoorden van de transformatie kunnen we in de praktijk slechts betekenis en gevolg geven als we op de werkvloer van het opvoeden en opgroeien de interprofessionele dialoog over die wonderwoorden tot het nieuwe normaal maken. Deze opgave tot dialoog als het ‘normale doen’ geldt niet exclusief de jeugdhulp − ik kan dat niet genoeg benadrukken. Deze opgave geldt veel meer partijen die met opgroeien en opvoeden te maken hebben. Het is daarmee ook een opgave voor ‘de jeugdhulp’ om de blik nog meer naar buiten te richten. En een opgave voor gemeenten en organisaties om de dialoog mogelijk te maken. Een opgave om met al die partijen daadwerkelijk betekenis te geven aan de wonderwoorden van de transformatie. Een opgave om het, in de kern, op de werkvloer eens te worden over hoe om te gaan met de wonderwoorden. Om ten minste elkaars perspectieven te kennen, die te respecteren en ervan te leren. Kortom, een opgave om over de grenzen van de eigen professie heen te kijken en open te staan voor wat zich buiten die grenzen afspeelt. In deze rede zal ik mijn stelling toelichten. Ik loop de eerste vier wonderwoorden achtereenvolgens met u langs. Waar staan we in de realisatie van deze transformatiedoelen? Wat zijn de dilemma’s en knelpunten bij de realisatie ervan? Ik realiseer me dat elk wonderwoord afzonderlijk een verhandeling van 45 minuten verdient. Dat zal ik u niet aandoen. Bij elk van de wonderwoorden schets ik een aantal van mijn observaties, mede geïnspireerd door onderzoek dat ik samen met oud-collega’s van het Verwey-Jonker Instituut de afgelopen jaren op verschillende plekken in het land heb mogen doen. Afsluitend ga ik daarbij in op de implicaties voor het wonderwoord ‘professionele ruimte’, het vijfde transformatiedoel. Vervolgens schets ik mijn/onze plannen met het lectoraat voor de komende jaren, nadrukkelijk in verbinding met het Kennisnetwerk Jeugd Haaglanden. Dan ga ik natuurlijk ook in op de wijze waarop we met het lectoraat een stevige bijdrage willen leveren aan de opleidingen aan deze hogeschool, in het bijzonder de opleidingen van de Faculteit Sociaal werk & Educatie: Social work, Pedagogiek en de Pabo.
DOCUMENT
Stichting MEION (Mens in Ontwikkeling) is een welzijnsorganisatie in de gemeente Den Haag die zich richt op het geven van optimale ontwikkelingskansen aan jeugdigen. Dit doen ze onder andere in buurthuis ‘Ons Pandje’, waar jongeren samenkomen en activiteiten kunnen doen. Om de ondersteuning verder te verbeteren, heeft De Haagse Hogeschool onderzoek gedaan naar hoe jongeren de ondersteuning beleven. De onderzoeksvraag die daarbij centraal stond was: In welke mate draagt het aanbod van het buurthuis van Stichting MEION bij aan het vergroten van de competentiebeleving van jongeren? Om deze vraag te beantwoorden interviewden tweedejaarsstudenten Pedagogiek van De Haagse Hogeschool negentien jongens die in het buurthuis komen. Ze vroegen hen naar hun betrokkenheid bij het buurthuis, naar de verschillende competentiedomeinen en wat het buurthuis kon verbeteren. De studenten transcribeerden de interviews en de onderzoekers analyseerden deze vervolgens kwalitatief. We concluderen dat het buurthuis volgens de jongens een belangrijke bijdrage levert aan hun competentiebeleving. Daarbij zijn de jongerenwerkers de spin in het web, maar ook het contact met de wijkagent, de huiswerkbegeleiding, het contact tussen jongeren onderling en de workshops dragen hieraan bij. In het rapport doen we enkele aanbevelingen om de begeleiding verder te verbeteren.
MULTIFILE
In de regio Zuid-Kennemerland (bestaande uit de gemeenten Haarlem, Heemstede, Bloemendaal, Zandvoort, Haarlemmerliede/Spaarnwoude en Bennebroek) zijn sinds acht jaar Sociale Teams actief. Sociale Teams zijn multidisciplinaire samenwerkingsverbanden gericht op de signalering en aanpak van multiproblemsituaties. Medewerkers van de GGD, woningcorporaties, politie, GGZ, verslavingszorg, maatschappelijk werk en andere organisaties komen circa tien keer per jaar bijeen om met elkaar complexe probleemsituaties aan te pakken, situaties waarbij veelal problemen als overlast, psychische problemen, schulden, verwaarlozing en verslaving een grote rol spelen. Sturend orgaan is de stuurgroep Sociale Teams. Namens deze stuurgroep heeft de GGD aan het landelijk kennisinstituut MOVISIE gevraagd om de werkwijze en de organisatie van de Sociale Teams te evalueren en te onderzoeken of er herijking nodig is. MOVISIE heeft documenten bestudeerd, sleutelfiguren geïnterviewd, Sociale Teams bezocht en een vragenlijst verspreid. Bovendien heeft MOVISIE een bijeenkomst georganiseerd voor dertig vertegenwoordigers van de verschillende deelnemende organisaties, zowel uitvoerenden als managers. Op deze bijeenkomst werden toekomstscenario’s besproken. Uit de evaluatie is te concluderen dat zo goed als alle respondenten het bestaan van de Sociale Teams een groot goed vinden. In vergelijking met de situatie van tien jaar geleden worden veel meer multiproblemsituaties gesignaleerd, aangepakt en opgelost, zo is de overtuiging van de meeste respondenten
DOCUMENT
Eind mei belandde een 10-jarig meisje zwaargewond in het ziekenhuis. Haar pleegouders worden verdacht van poging tot doodslag. Schrijnend aan deze situatie is dat het meisje zelf, maar ook buren en de school waar zij naartoe ging aan de bel trokken dat het niet goed ging in het pleeggezin, dat er signalen van kindermishandeling waren. Ik ben ervan overtuigd dat we met de methode van Learning together ons complexe jeugdhulpsysteem, met de ingebakken onduidelijkheid over verantwoordelijkheden en mandaten, kunnen verhelderen, vereenvoudigen en vernieuwen. Door in te zoomen op specifieke situaties kunnen we met elkaar meer zicht krijgen op wie wat doet in de jeugdhulp en heldere afspraken maken over taakverdeling. Omdat we beter zicht hebben op rollen en taken, zien we overlap daarin ook beter, waardoor we beter met die complexiteit kunnen omgaan, maar die ook kunnen verminderen. Bovendien kunnen we door samen te leren van casussen ook beter zien waar hiaten en knelpunten zitten, zodat we de jeugdhulp ook kunnen vernieuwen.
MULTIFILE
Het is alweer ruim een half jaar geleden dat Hervormingsagenda Jeugd eindelijk het levenslicht zag. Na heel veel en heel lang praten, zetten de betrokken partijen er in juni 2023 echt een handtekening onder. Met stevige implicaties voor gemeenten, aanbieders van jeugdhulp, professionals in de jeugdhulp én voor de rijksoverheid. Maar ook voor domeinen en sectoren die buiten de jeugdhulp liggen - denk aan het onderwijs. De ambities zijn hoog. Realisatie van de ambities heeft, zo zegt de Hervormingsagenda in ronkend ambtelijke taal, een besparingspotentieel van uiteindelijk € 1 mld. in 2027, met tot dat jaar een ingroeipad: de besparingen worden in de jaren tot 2027 lager ingeschat. Hoe dan ook, gemeenten moeten het de komende jaren met minder geld zien te redden. Gemeenten moeten het tij nu echt keren! Zij moeten het lef hebben om de komende jaren stevig te investeren in de basis, vanuit een stevige visie op integraal jeugdbeleid. De gelden van GALA en IZA kunnen benut worden voor langjarige investeringen in de pedagogische (en sociale) basis. Er is voldoende informatie voorhanden die hen daarbij kan ondersteunen. Zo is het faciliteren van ontmoeting belangrijk. Het inzetten op laagdrempelige inloopplekken voor jeugdigen en ouders. Of het inzetten op groepsgerichte vormen van preventie. Investeren gemeenten niet, dan voeren we over een aantal jaren opnieuw hetzelfde gesprek. Ja, het vraagt lef en het zal pijn doen. Het is de vraag of gemeenten daadwerkelijk hun nek uitsteken en kiezen voor dat waar het bij de Jeugdwet al om ging. Wie durft?
MULTIFILE
In deze publicatie vindt u het verslag van het jaarlijkse onderzoek naar de leerlingenzorg, zorgteams en zorg- en adviesteams (ZAT’s) in het primair onderwijs in Nederland. Het onderzoek is verricht door de afdeling Onderwijs & Jeugdzorg van het Nederlands Jeugdinstituut in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De nadruk van het onderzoek ligt op de samenwerking van de leerlingenzorg van de samenwerkingsverbanden primair onderwijs en (externe) instellingen op het gebied van gezondheidszorg, welzijn, jeugdzorg, veiligheid en leerplicht in zorgteams en ZAT’s, als ook op de bestuurlijke afspraken over de deelname van deze partijen in zorgteams en ZAT’s. De Monitor ZAT’s, zorgteams en leerlingenzorg in het primair onderwijs 2010 vat de belangrijkste bevindingen samen.
DOCUMENT