Bewegen is belangrijk in ons leven. Vanaf de geboorte is bewegen hét middel om de wereld te ontdekken en te communiceren met anderen. Bovendien is bewegen de motor voor de ontwikkeling van andere functies zoals denken, waarnemen en voelen. Ouders en begeleiders kunnen aan de wijze waarop een kind beweegt en zich motorisch ontwikkelt, belangrijke informatie over een gezonde en voorspoedige groei aflezen. Maar op dat gebied is er enige reden tot zorg. Onlangs werd aangetoond dat de motorische ontwikkeling van kinderen minder vlot verloopt dan tien jaar geleden (Runhaar, Collard, Singh, Kemper, van Mechelen & Chinapaw, 2010). Zo blijken kinderen gemiddeld op een later tijdstip te gaan lopen en komt de ontwikkeling van het evenwicht trager op gang. Ook blijkt dat tienjarige kinderen minder motorisch vaardig zijn dan hun leeftijdsgenootjes een decennium daarvoor. Een beperkte vaardigheid kan leiden tot inactiviteit en verminderde sportdeelname. Het is dan ook belangrijk om een zo gunstige mogelijke motorische ontwikkeling in het oog te houden en om over handvatten te beschikken om deze te stimuleren. In dit hoofdstuk komt allereerst de reguliere motorische ontwikkeling aan bod. We gaan in op de motorische ontwikkeling van zuigeling tot kleuter. We maken inzichtelijk hoe een kind uiteindelijk tot allerlei fundamentele vaardigheden, zoals lopen, werpen en springen komt. In de tweede paragraaf komen de verschillende opvattingen over het leren bewegen aan de orde. Waarom kan het ene kind een beweging direct nadoen, terwijl het bij een ander niet direct lukt? In dit verband bespreken we de verschillende manieren waarop een kind kan leren en de rol die de omgeving en de begeleider hierbij kunnen spelen. Tot slot komt het belang van bewegen in relatie met andere ontwikkelingsgebieden aan bod. We behandelen de functie van bewegen in de omgang met anderen en als middel om gezond te blijven. Ook wordt de samenhang tussen bewegen en de emotionele en cognitieve ontwikkeling besproken.
DOCUMENT
Knowledge about trends and epidemiology of pediatric burns is useful to identify patterns, to advance medical research, and to design prevention programs and resource allocation. The aim of this study is to describe the epidemiology and trends of pediatric burns between 2009 and 2022 in the three Dutch burn centers. A secondary objective of this study is to evaluate the influence of the COVID-19 pandemic on the pattern of pediatric burns. A register-based cohort study was conducted based on data from the Dutch Burn Repository R3. Patients between 0 and 17 years at the time of the burn injury admitted between 2009 and 2022 to one of the three burn centers were included. Descriptive statistics were used to investigate the incidence and patient, burn, and treatment characteristics. The COVID-19 pandemic years (2020–2021) were compared with the pooled results from pre-COVID-19 years (2017–2019). A total of 4017 patients were included in this study, of which 3085 (77%) were overnight admissions. The incidence and absolute number of pediatric burn admissions gradually increased over the years, with a small temporary decrease in 2020–2021. Patient and burn characteristics remained relatively consistent over the years. Three quarters of all patients were between 0 and 3 years old, and the majority were boys (59%). A decreasing ratio of length of stay per % total burned surface area and an increase in day admissions was observed since 2016 onwards, which intensified during the COVID-19 pandemic. Conclusions: There was a slight increase in the number of pediatric admissions to the burn centers between 2009 and 2022. Young children (0–3 years) remain the most frequently affected group. A shorter relative length of stay was observed, as well as an increase in day admissions, which was reinforced by the COVID-19 pandemic. (Table presented.)
DOCUMENT
Met columnist en docent veiligheidskunde Gert-Jan Geling praten wij over de Europese migratiecrisis en hoe deze invloed uitoefent in gemeentes in Nederland. Zijn centrale boodschap is: we moeten nadenken over de toekomst van migratie want vluchtelingenstromen zullen, in tijden van geopolitieke spanningen en klimaatverandering, altijd blijven bestaan. Europa kan het niet eens worden over een eerlijke verdeling van vluchtelingen. Wat je in Europa ziet, zie je ook op kleinere schaal in Nederland: een oneerlijke verdeling tussen gemeenten en zorgen over draagvlak voor opvang. Wie neemt de verantwoordelijkheid en wie duikt? Wat kunnen Nederland of de Europese Unie doen om de situatie voor asielzoekers te verbeteren? Zij komen hier immers voor vrede en veiligheid - en niet voor kaas en schaatsen
MULTIFILE
Background: In patients with burns, an early accurate diagnosis of burn depth facilitates optimal treatment. Laser Doppler imaging combined with clinical assessment leads to an accurate estimate of burn depth. However, the actual effects of the introduction of laser Doppler imaging on therapeutic decisions, clinical outcomes, and costs are unknown. Methods: A randomized controlled trial was conducted in the Dutch burn centers, including 202 patients with burns of indeterminate depth. In the standard care group, estimation of burn depth was based on clinical assessment only; in the laser Doppler imaging group, clinical assessment and laser Doppler imaging were combined. Primary outcome was time to wound healing. Furthermore, therapeutic decisions and cost-effectiveness were analyzed. Results: Mean time to wound healing was 14.3 days (95 percent CI, 12.8 to 15.9 days) in the laser Doppler imaging group and 15.5 days (95 percent CI, 13.9 to 17.2 days) in the standard care group (p = 0.258). On the day of randomization, clinicians decided significantly more often on operative or nonoperative treatment in the laser Doppler imaging group (p < 0.001), instead of postponing their treatment choice. Analyses in a subgroup of admitted patients requiring surgery showed a significant earlier decision for surgery and a shorter wound healing time in the laser Doppler imaging group. Mean total costs per patient were comparable in both groups. Conclusions: Laser Doppler imaging improved therapeutic decisions. It resulted in a shorter wound healing time in the subgroup of admitted patients requiring surgery and has the potential for cost savings of €875 per scanned patient.
DOCUMENT
De inrichting van de publieke ruimte kan leiden tot controverse. Hoe dienen we als democratische samenleving om te gaan met de rol van het verleden, binnen de publieke ruimte, zonder bij te dragen aan verdere polarisering van de samenleving? LinkedIn: https://nl.linkedin.com/in/gerben-bakker-50148818 https://nl.linkedin.com/in/gertjangeling
DOCUMENT
In het stuk ‘Het verkeerde beeld van politieke correctheid’ tracht Francisco van Jole een aantal kritiekpunten op ons boek ‘Over politieke correctheid’ te formuleren. Kritiek achten we mooi meegenomen, dat is immers goed voor het debat. Toch vinden we een aantal kritiekpunten onterecht. De manier waarop stelling genomen wordt is een casein-point met betrekking tot hoe onderwerpen snel worden herleid tot ‘foute’ meningen, gekoppeld aan de identiteit van auteurs, iets waar we in ons boek juist uitgebreid op ingaan. https://joop.bnnvara.nl/opinies/politiek-incorrect-of-juist-te-politiek-correct LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/gertjangeling/ https://www.linkedin.com/in/gerben-bakker-50148818/
MULTIFILE
Deze week werd bekend dat prominente Brits-Nederlandse intellectueel Ian Buruma opstapte als hoofdredacteur van de New York Review of Books, een vooraanstaand, Amerikaans literatuurtijdschrift. Niet vanwege vroeg pensioen - hij bekleedde de functie pas een jaar - maar omdat zijn positie hevig onder vuur kwam te liggen naar aanleiding van zijn publicatie en verdediging van een essay van een #metoo verdachte. Het toont de enorme emoties die online nog steeds vrijkomen naar aanleiding van misbruik. Maar het laat ook zien hoe de persoon die een te gevoelige kwestie aanraakt direct lijdend voorwerp wordt van een bedenkelijk schervengericht. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/gertjangeling/ https://www.linkedin.com/in/gerben-bakker-50148818/
MULTIFILE
Wegwijzer bij financiële problemen onder delinquenten
DOCUMENT
Financiële problematiek onder delinquenten is groot, complex en diepgeworteld, belemmert resocialisatie en vergroot het risico op terugval in delictgedrag. Bovendien hangt financiële problematiek vaak samen met problemen op andere levensdomeinen, zoals opleiding, werk, en mentale en fysieke gezondheid. Delinquenten zelf én forensisch sociaal professionals ervaren vaak veel belemmeringen bij het aanpakken van schulden. Effectieve samenwerking rond schuldenproblematiek onder delinquenten vanuit verschillende expertises is dan ook essentieel.
DOCUMENT
Financiële problematiek onder delinquenten is groot, complex en diepgeworteld, belemmert resocialisatie en vergroot het risico op terugval in delictgedrag. Bovendien hangt financiële problematiek vaak samen met problemen op andere levensdomeinen, zoals opleiding, werk, en mentale en fysieke gezondheid. Delinquenten zelf én forensisch sociaal professionals ervaren vaak veel belemmeringen bij het aanpakken van schulden. Effectieve samenwerking rond schuldenproblematiek onder delinquenten vanuit verschillende expertises is dan ook essentieel.
DOCUMENT