In Nederland wordt er per jaar 210.000 ton textielafval geproduceerd, dat zijn 350.000.000 spijkerbroeken. Er liggen kansen deze afvalstroom in te zetten als grondstof voor nieuwe materialen in de circulaire economie. Een van deze nieuwe materialen is het biocomposiet RECURF. Dit materiaal is ontwikkeld binnen het onderzoeksprogramma van Urban Technology van de Hogeschool van Amsterdam, en bestaat uit een combinatie van niet herdraagbare textielvezel en een bio-based kunststof. In het project BiOrigami is gezocht naar toepassingsmogelijkheden in de architectuur met dit nieuwe circulaire biocomposiet. Door Japanse origami en digitale productietechnieken te combineren, onderzoekt BiOrigami hoe het biocomposiet functioneel, flexibel en met een grote belevingswaarde kan worden toegepast
in interieurproducten ten behoeve van de circulaire architectuur. Origamitechnieken
voegen belangrijke eigenschappen toe aan het materiaal, waardoor het aanvullende constructieve,mflexibele en akoestische kwaliteiten krijgt. De inzet van digitale productietechnieken maakt het mogelijk in serie te produceren en deze later op te schalen.