Onderscheidend voor het beroepsonderwijs is dat het leerproces van studenten in het perspectief staat van kwalificeren tot startend beroepsbeoefenaren en dat het leren en begeleiden van dat leren plaatsvindt op school én op de werkplek. In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is het aandeel leren op de werkplek aanzienlijk. Het gaat om 80% in de beroepsbegeleidende leerwegen (bbl) met 30,6 % van de studentenpopulatie en om minimaal 20% tot maximaal 60% in de beroepsopleidende leerwegen (bol) met 69,4% procent van de studentenpopulatie.1 Zowel de docenten in onderwijsinstellingen als praktijkopleiders/werkbegeleiders2 in leerbedrijven spelen een belangrijke rol in het opleidingsproces
van mbo-studenten.