De koraalriffen van de Caribisch Nederlandse eilanden St. Eustatius en Saba zijn van groot ecologisch en economisch belang. Door een opéénstapeling van bedreigingen is de hoeveelheid koraal op het rif afgenomen en is de kwaliteit van dit ecosysteem ernstig achteruitgegaan. Een belangrijke oorzaak hiervoor is een massasterfte onder de herbivore zee-egel Diadema antillarum, waarbij 95% van de populatie werd uitgeroeid. Door het wegvallen van deze sleutelsoort worden de macro-algen niet langer onder controle gehouden en kan nieuw koraal zich niet vestigen, waardoor het ecosysteem niet kan herstellen. Helaas zijn de zee-egels, 30 jaar na de massasterfte, nog steeds afwezig op de meeste riffen. Lokale natuurbeheerorganisaties STENAPA en SCF willen actieve interventies gebruiken om de zee-egelpopulaties te herstellen. Er zijn sterke aanwijzingen dat beperkte vestiging van zee-egellarven en predatie op juveniele zee-egels belangrijke oorzaken zijn voor het achterblijvende herstel. Dit project heeft daarom als doel om interventies te ontwikkelen die de vestiging en overleving van zee-egels in de eerste levensfases optimaliseren. Om dit te bereiken wordt onderzocht hoe biochemische signalen en verschillende soorten structuren ingezet kunnen worden om de vestiging van zee-egellarven te stimuleren. Daarnaast wordt onderzocht wat de belangrijkste predatoren van zee-egels zijn, hoe belangrijk deze zijn en hoe extra schuilplaatsen geboden kunnen worden om de overleving van juveniele zee-egels te maximaliseren. Uiteindelijk worden de best-werkende interventies gecombineerd tot een eindproduct, een “Diadema booster”, dat herstel van de zee-egelpopulaties mogelijk maakt. Hiermee wordt beoogd een kettingreactie in gang te zetten: macro-algen worden intensiever begraasd, er groeit meer koraal, wat uiteindelijke weer leidt tot een geschikter habitat met meer schuilplaatsen voor de zee-egels. Op die manier krijgt het koraalrif rondom Saba en St. Eustatius, maar ook op andere plekken in het Caribisch gebied, kans om te herstellen.