Mensen met chronische lage rugpijn bewegen anders dan gezonde mensen. We weten niet hoe dat komt en hoe we patiënten het beste kunnen behandelen. Bij beide onderzoeken we het beweeggedrag bij pijn en verlies van bewegingscontrole. Hierdoor kunnen we oefentherapie bij chronische lage rugpijn verbeteren.
Dit theoretisch kader biedt een mogelijke onderbouwing voor Motor Control Exercise (MCE) bij lage rugpijn. Een belangrijke implicatie is dat patiënten moeten worden uitgedaagd de controle over het bewegen te verminderen, waarbij pijnprovocatie wordt vermeden om reinforcement van het aangepaste gedrag te voorkomen. Het biedt ook mogelijkheden voor sub-groepering van patiënten met betrekking tot de allocatie van MCE, op basis van veranderingen in het beweeggedrag en de onderliggende attitudes met betrekking tot pijn.
We willen de diagnostiek verbeteren bij lage rugpijn zodat Motor Control Exercise (MCE) optimaal kan worden ingezet. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvragen:
Dit leidt tot de volgende onderzoeksvragen:
Het promotietraject wordt uitgevoerd in een samenwerkingsverband tussen de University of Applied Sciences (UAS), Hogeschool Utrecht en de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam. Dit biedt de kans om fundamenteel onderzoek te combineren met de kliniek en onderwijs. Studenten worden direct bij dit onderzoek betrokken en er wordt een vertaling van de resultaten naar het onderwijs gemaakt. Het Instituut voor Bewegingsstudies (IBS) van de Hogeschool Utrecht heeft in het beweeglab apparatuur beschikbaar waarmee de metingen uitgevoerd kunnen worden.
Er zijn geen producten gekoppeld
Afgerond
Niet bekend