Deze onderzoeksverkenning brengt de randvoorwaarden in kaart voor de realisatie van de transitie van het huidige technisch mbo-onderwijs naar innovatieve lerende gemeenschappen. Hiervoor prioriteren we drie richtinggevende gebieden: 1) het onderwijs, 2) monitoring van de student en studieresultaten en 3) de organisatie van het onderwijsinstituut.
Als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen die samenhangen met onder andere mondialisering, technologisering, robotisering en ‘the Internet of Things’, worden andere eisen gesteld aan het ‘leren en ontwikkelen’ van burgers (OECD, 2016). Net als andere gevestigde instituten wordt het (beroeps-)onderwijs in deze z.g.n. Next Economy geconfronteerd met grote onzekerheden. Wij stellen dat niet alleen onderwijsinstituten en hun directe netwerk (waar men voor opleidt) betrokken dienen te zijn bij ‘leren en ontwikkelen’, maar dat samenwerking tussen opleidingen (cross-over onderwijs) en niet traditionele netwerkpartners en het bedrijfsleven cruciaal is. Deze verkenning zelf wordt op een innovatieve wijze uitgevoerd, als een co-creatief design proces. Alle direct betrokkenen (stakeholders) uit het onderwijs, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties, nemen actief deel, werken samen en leveren een actieve bijdrage vanuit hun expertise veld.