Het creëren van gelijke kansen bij de start van het leven staat hoog op de Nederlandse agenda maar is nog niet gerealiseerd. Verschillen in perinatale uitkomsten worden veroorzaakt door medische én niet-medische risico’s. Het effect van armoede en achterstand op perinatale uitkomsten weegt zwaarder door bij Nederlandse zwangeren zonder migratieachtergrond. In Groningen en Limburg is vaker sprake van de combinatie zwangeren zonder migratieachtergrond en armoede. Daarom wordt gepleit voor een uitbreiding van de medisch- verloskundige zorg voor kwetsbare zwangere vrouwen met sociale zorg: sociale verloskunde. Het doel van dit project was de opbrengsten in kaart brengen van twee multidisciplinaire zorgaanpakken bij kwetsbare zwangere vrouwen voor 1) het identificeren van kwetsbare zwangere vrouwen en 2) de doorgeleiding naar het sociale domein met JGZ als één/vast aanspreekpunt, inclusief 3) de toepasbaarheid en bruikbaarheid van deze aanpakken vanuit het perspectief van cliënten en professionals.
Hiervoor hebben we een mixed-methods studie uitgevoerd. Met dossieronderzoek hebben we onderzocht in welke mate verloskundigen psychosociale kwetsbaarheden signaleren. Dit hebben we gedaan voor (in Zuid-Limburg) en na de implementatie (in Zuid-Limburg en de gemeente Groningen) van een multidisciplinaire aanpak voor signalering en doorgeleiding van vrouwen in kwetsbare situaties. Met vragenlijsten en/of interviews hebben we het gebruik en de ervaringen met de aanpakken geëvalueerd onder professionals en cliënten.
Beide aanpakken lijken kwetsbaarheden te identificeren, maar uit dossieronderzoek blijkt dat ook zonder een aanpak verloskundigen in hoge mate kwetsbaarheden registreren. Door een aanpak lijkt de identificering en doorgeleiding te worden gestructureerd en geüniformeerd.
De toepasbaarheid en bruikbaarheid van de aanpak ervaren professionals in Zuid-Limburg als positief. Succesfactoren van de aanpak Zuid-Limburg zijn de digitale psychosociale anamnese en het persoonlijke contact tussen verloskundigen en JGZ-verpleegkundige bij doorgeleiding. Toepassing van Positieve Gezondheid wordt wisselend ervaren. In het 1e trimester van de zwangerschap wordt Positieve Gezondheid ingezet, maar het is in het 3e trimester van de zwangerschap nauwelijks geïmplementeerd.
De bruikbaarheid en toepasbaarheid van de aanpak Groningen wordt door professionals als wisselend ervaren. Vanuit professionals lijkt de telefonische advisering een succesfactor, echter in het dossieronderzoek zien we een beperkt gebruik van deze component van de aanpak. De ALPHA-NL is nauwelijks geïmplementeerd en lijkt geen draagvlak te hebben. De zorgpaden lijken redelijk te zijn geïmplementeerd.
Het creëren van gelijke kansen bij de start van het leven staat hoog op de Nederlandse agenda maar is nog niet gerealiseerd. Verschillen in perinatale uitkomsten worden veroorzaakt door cumulatie van medische én niet-medische risico’s. Armoede en achterstand hebben een substantieel effect op perinatale uitkomsten. Dit effect lijkt zwaarder te wegen bij Nederlandse zwangeren zonder migratieachtergrond. Juist in Groningen en in Limburg is vaker sprake van de combinatie zwangeren zonder migratieachtergrond en armoede.
Om bovenstaand probleem het hoofd te bieden wordt gepleit voor een uitbreiding van de medisch-verloskundige zorg voor kwetsbare zwangere vrouwen met sociale en welzijnszorg: sociale verloskunde. Deze ontwikkeling wordt niet eenduidig, landelijk gestuurd maar krijgt regionaal vorm. Dit resulteert in variatie van zorg voor kwetsbare zwangere vrouwen zoals een diversiteit aan screeningsinstrumenten voor identificatie van kwetsbaarheid en bemoeilijkte samenwerking rondom doorgeleiding van kwetsbare zwangere vrouwen naar het sociale en welzijnsdomein dat per gemeente anders is georganiseerd. In Groningen is de Alpha-NL als screeningsinstrument inclusief zorgpaden voor doorgeleiding geïmplementeerd maar niet geëvalueerd. Vraagarticulatie leverde wisselende geluiden op over deze aanpak. In Zuid-Limburg is nog geen structureel beleid ingevoerd en in de vraagarticulatie kwam behoefte aan een holistisch instrument voor identificatie van kwetsbare zwangere vrouwen en aan doorgeleiding naar het sociale domein via één aanspreekpunt naar voren.
Doel van dit project is om samen met professionals uit de geboortezorg en het sociale domein kennis te ontwikkelen en te delen over twee verschillende aanpakken gericht op zorg voor kwetsbare zwangeren, in twee regio’s met een vergelijkbare populatie van overwegend Nederlandse vrouwen zonder migratieachtergrond met een verhoogde kans op achterstand en armoede. We richten ons daarbij op twee - door het werkveld gesignaleerde – belangrijke vraagstukken: het identificeren van kwetsbare zwangere vrouwen enerzijds en het organiseren van een goede doorgeleiding naar en samenwerking met het sociale domein indien relevant, anderzijds.